Het is al een aardig tijdje geleden, maar Jacco Harthoorn (44) en Adri Weststrate (49) zijn nog steeds onder de indruk van de reis die ze in oktober maakten. Ze brachten namens de GBS Bijbels bij vluchtelingen op Sicilië. „Je ontdekt dat de wereld groter is dan Arnemuiden.”

Adri: „Toen vanuit de Gereformeerde Bijbelstichting de vraag kwam of we Bijbels naar Sicilië wilden brengen, hoefden we niet lang na te denken. De nood onder de vluchtelingen biedt kansen om het Evangelie te verspreiden onder mensen uit landen waar het anders niet mogelijk is. Wat is er mooier dan aan mensen in nood het Woord te brengen?” 

Het gereedschap ging uit Jacco’s werkbus om ruimte te maken voor 2.750 Engelse Bijbels.

Jacco schetst de schrijnende situatie op Sicilië. „Een vluchteling uit Nigeria smeekte ons om hem en z’n dochtertje mee naar Nederland te nemen. Zo hoog is de nood. En dat is dan nog een man. Een vrouw heeft helemaal geen toekomst. Alleen als ze haar lichaam verkoopt. Dat zie je daar gebeuren op straat.”

Jacco: „Ze zien geen andere uitweg. Sommige vrouwen worden meegenomen en verdwijnen naar de maffia. Ze gaan zo de handel in. Bizar, maar waar.”

Veel vluchtelingen zijn getraumatiseerd. Het gebeurt dat een groep van tien personen uit een dorp wegvlucht en dat er maar twee aankomen. Wie wel aankomt, is vaak berooid. Bij checkpoints moeten ze grote geldbedragen betalen. Als ze dat niet kunnen, gaat hun hoofd eraf.” 

Checkpoints

Dagelijks bezochten Jacco en Adri vluchtelingenkampen, gewapend met wat dozen Bijbels. Jacco: „We hadden ook kleine traktaatjes. Een man uit Ghana, die we op zaterdag zo’n traktaatje gaven, rende ons op zondag tegemoet met de vraag of we er nog één voor hem hadden, want hij had hem al uit. De mensen zijn erg geïnteresseerd.” 

Adri: „Veel moslims zijn teleurgesteld in de islam, door al het geweld. Ook beseffen ze dat het de schuld van moslims is dat ze hier zijn. Ze kregen altijd te horen dat christenen honden waren. Maar nu ze in nood zijn, zien ze dat christenen hen juist helpen. Dat geeft verwarring en opening voor het Evangelie. 

Culturen

De ontmoetingen lieten de mannen niet onberoerd. Jacco: „Confronterend om die nood te zien, tegenover hoe goed wij het hebben. We hebben een overvloed aan Bijbels, kerken en allerlei geestelijk voedsel. Als je ziet hoe wij daarmee omgaan en hoe zij omgaan met het kleine beetje dat ze hebben, dan is dat diepbeschamend.” 

Adri: „Er is dus veel diversiteit. Toch gaan ze op een heel respectvolle manier met elkaar om. De kerk bindt daar samen. Ik vind het confronterend dat wij daartegenover zo veel christelijke sub-cultuurtjes hebben. Ik gun onze gezindte een stuk relativeringsvermogen. Ik zeg dat ook tegen mezelf. Met de focus op de cultuur moeten we opletten dat we de kern niet kwijtraken. Het moet gaan om de rijke Christus en de arme zondaar. Ik vrees dat we het zicht daarop kwijt zijn door al die franjes.

Daarnaast merkte ik dat we in gesprekken daar soms na een paar minuten al bij de kern van het geestelijke leven kwamen. In onze cultuur zijn er vaak uren van met elkaar optrekken voor nodig voordat er misschien nog over het geestelijke gesproken wordt. 

Dat riep vragen bij me op. Hoe komt dat? Misschien heeft het te maken met de versnipperde cultuur in Nederland. Vaak profileren we ons als reformatorische gezindte op een klein gebied. Er wordt dan weinig over geestelijke zaken gesproken, want je zou eens buiten dat cultuurtje vallen. Op Sicilië konden we open zijn. Hierin probeer ik mezelf en de reformatorische traditie een spiegel voor te houden. De christenheid is groter dan onze cultuur. Niet dat de eigen cultuur fout is, maar er zijn meer culturen die ook goed kunnen zijn.”  

Inmiddels kregen de Zeeuwse mannen een nieuwe vraag van de GBS. Ze kunnen hun glimlach niet verbergen als ze het vertellen. „In oktober hopen we een Bijbeltransport naar een land in het Midden-Oosten te doen. We proefden de noodzaak van het werk. Als er dan zo’n vraag komt, hoeven we niet lang na te denken over het antwoord.”

Lees meer in de GezinsGids van 15 augustus.