Het buitenseizoen staat voor de deur. In het voorjaar trekken we eropuit. Zorg dat je goed voorbereid bent! Niet voor niets begint maandag 26 maart de campagne ‘Week van de teek’. Een beet van dit kleine, spinachtige beestje kan immers grote gevolgen hebben.

 

Mevrouw Balk bezoekt het spreekuur. Sinds vorige week heeft ze op haar onderbeen een felrode, ronde plek. Groter dan een oude rijksdaalder. Ik kijk ernaar. De plek is goed begrensd, niet schilferend. In het centrum een pit, een restant van een beet wellicht. Zelf weet ze geen aanleiding te noemen. Ik vraag of ze recent in het bos geweest is. Inderdaad, ze was drie weken geleden een weekendje in Arnhem bij vrienden. Ze gingen met de honden het bos in. Omdat het nog geen voorjaar is, checkte ze hond Saar niet op teken. Saar is een echt binnendier en zit vaak bij haar op de bank. Wie weet liep mevrouw Balk deze tekenbeet via de hond op.
Teken lijken op spinnetjes en kunnen erg klein zijn: 1 tot 3 millimeter. Ze leven parasitair en zijn aangewezen op het bloed van hun gastheer om in leven te blijven. De belangrijkste gastheren zijn knaagdieren, maar ook schapen, honden, katten en de mens worden ingeschakeld voor een bloedmaaltijd. Na de maaltijd zwelt de volgezogen teek op tot een donkerrood bolletje. Met de maaltijd kan de teek bacteriën en virussen overbrengen. De tekenbeet is berucht om de overdracht van Borrelia burgdorferi, een bacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Circa een derde van de teken is ermee besmet.
Teken komen in heel Nederland voor, vooral in beboste gebieden en de duinen. Maar je treft ze ook in het struikgewas aan de rand van een weiland of zelfs in de eigen achtertuin. Ze nestelen zich vaak op anderhalve meter hoogte, wachtend op een nieuwe gastheer. Teken zijn er het hele jaar door en worden actief als de temperatuur boven de 8-10 graden Celsius komt. Van maart tot oktober loop je de meeste kans op besmetting, maar tijdens een kwakkelwinter ben je er niet van gevrijwaard. Pas daarom altijd op en trek voorbereid de natuur in.
Een tekenbeet is op zich onschuldig. De teek hecht zich met kleine weerhaakjes vast aan de huid. Pas na vierentwintig uur vindt de eerste bloedmaaltijd plaats. Voor die tijd moet de teek dus verwijderd zijn. Check na een wandeling daarom altijd het lichaam op teken. Vergeet daarbij niet de haarbos van de kinderen. Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid beet, bij voorkeur met een puntige pincet of tekentang. Trek het diertje vervolgens loodrecht, in zijn geheel, uit de huid. Ontsmet het beetwondje nadien met zeventig procent alcohol of jodium. Niet vooraf dus! Noteer de datum waarop je bent gebeten en houdt de huid rondom de beet in de gaten. Overigens is de kans op de ziekte van Lyme gering: slechts één procent na verwijdering van een teek.

In Nederland bezochten afgelopen jaar bijna honderdduizend mensen de huisarts in verband met een tekenbeet. Ongeveer een kwart van hen had een erythema migrans, evenals mevrouw Balk. Deze rode plek, met een doorsnede van meer dan vijf centimeter, is bij de meeste patiënten met Lyme de eerste aanwijzing voor een infectie met Borrelia. De plek kan binnen een paar dagen tot maanden ontstaan en wordt langzaam groter. Vaak gaat het gepaard met griepachtige verschijnselen. Ga ermee naar de dokter. Hij zal vast een antibioticum voorschrijven, een tiendaagse kuur doxycycline. Het is belangrijk op tijd te behandelen en de kuur volledig te slikken. Bij onderbehandeling kunnen namelijk vervelende, langslepende klachten ontstaan. De bacterie dringt het lichaam binnen en nestelt zich in het zenuwstelsel of de gewrichten en incidenteel ook in het hart. Kenmerkend voor dit stadium zijn gewrichtsklachten, klachten van de zenuwen (vooral uitval van gezichtszenuwen of pijnklachten in een arm of been) en hartritmestoornissen. Ten slotte kan een chronische Lymeborreliose ontstaan, dat zich vooral als huidbeeld presenteert. Gelukkig zijn dit zeldzame vormen van Lyme, die goeddeels kunnen worden voorkomen.
Mevrouw Blank is overrompeld door de diagnose en vraagt of ik het wel zeker weet? ‘Moet er geen bloed geprikt worden?’ vraagt ze. Ik leg uit dat het huidbeeld kenmerkend is en op zich al voldoende reden om te behandelen. Het bepalen van antistoffen tegen Borrelia heeft weinig zin. Vaak is de afweerrespons nog nauwelijks op gang gekomen. De afwezigheid van antistoffen in het bloedserum zegt dus weinig over een infectie. Wel kan een bloedsample duidelijkheid geven bij de latere complicaties van Lyme. Zo ver zal het niet komen, vertel ik. Gerustgesteld vertrekt ze.

7 Tips tegen teken:

  1. Vermijd zo mogelijk dichte begroeiing en struikgewas.
  2. Draag gesloten en huidbedekkende kleding van een lichte kleur.
  3. Zet kinderen een pet op.
  4. Gebruik eventueel een anti-insectenmiddel met drie tot vijftig procent DEET.
  5. Controleer de kleding en het lichaam als u in het groen bent geweest.
  6. Verwijder teken zo snel mogelijk met een puntig pincet of een tekentang.
  7. Neem contact op met de huisarts als rond de plaats van een tekenbeet een rode cirkel ontstaat die binnen een paar dagen groter wordt.