Kinderen en jongeren komen op allerlei manieren in aanraking met de media. De hersteld hervormde gemeente van Staphorst wil ouders daarom een helpende hand bieden via een digitaal platform. Eén van de initiatiefnemers is – plaatselijke predikant en voormalige schoolmeester – ds. H.J. van Marle: „Zien we de gevaren nog of heeft de duivel ons in slaap gesust?”

Media-opvoeding is tegenwoordig anders dan bij eerdere generaties, schetst ds. H.J. van Marle. „Allereerst zijn in de afgelopen periode het media-aanbod en de mogelijkheden verveelvoudigd. Veel opvoeders hebben moeite om alle ontwikkelingen bij te houden en zijn het overzicht – deels of geheel – kwijt. Hun kinderen zitten in een wereld die de hunne niet is en waar zij veel meer kennis van hebben dan hun ouders. 

Vroeger konden reformatorische ouders volstaan met het afwijzen van televisie, radio en film. Maar de media waar we nu mee te maken hebben, zijn ook functioneel. In bepaalde gevallen kunnen we niet meer zonder. 

Ouders kunnen daarom in deze tijd niet meer volstaan met het afwijzen van media. Ze worden geroepen tot media-opvoeding. Zij dienen hun kinderen mediabewust en mediawijs te maken.” 

Welke worsteling ziet u onder jongeren en opvoeders, wat betreft mediagedrag?

„In gesprek met serieuze jongeren merk je dat ze niet alleen nadenken over wat ze op hun smartphone doen, maar ook hoeveel ze hem gebruiken. Je bent blij als jongeren proberen bewust over deze dingen na te denken. 

Toch merk ik wel dat er ook onder deze groep jongeren dikwijls een hiaat zit tussen wat ze diep van binnen vinden en daadwerkelijk doen. 

Vroeger zeiden we bij de televisie dat een mens geen baas is over de knop, dat geldt bij de smartphone niet minder. Het probleem is ten diepste niet de smartphone, maar het boze hart.

Wat betreft de ouders vraag ik mij weleens af of zij wat mediagebruik aangaat een goed voorbeeld geven aan hun kinderen. Voeren zij voor zichzelf een strijd en in het verlengde daarvan ook voor hun kinderen? Zien we de gevaren nog voldoende of heeft de duivel ons in slaap gesust? 

Opmerkelijk vind ik het in dit verband dat veel ouders hun kinderen automatisch een smartphone geven als zij twaalf jaar zijn geworden en dan vaak ook nog één waar kinderen zonder restricties hun gang mee kunnen gaan. Dit is echt zorgelijk.

Gelukkig zijn er ook ouders die de gevaren zien, hun kinderen waarschuwen, het gesprek aangaan en naar wegen zoeken voor een beperkt en verantwoord mediagebruik. 

Toch voelen veel ouders zich machteloos in deze problematiek. Ook vinden ze het moeilijk om standvastig te zijn en de strijd blijvend te voeren.”

Hoe kan de kerkelijke gemeente hier een helpende hand in bieden?

„Omdat het om een geestelijke strijd gaat, moet de kerk blijvend duidelijk maken dat deze strijd ook geestelijk gevoerd moet worden. Het is een strijd om de zielen van onder meer onze kinderen. 

Wij winnen deze strijd niet, er is er Eén Die deze strijd winnen kan en dat is de Heere Zelf. Er is veel gebed nodig voor een vroege bekering van onze kinderen en jongeren. Daar moet steeds weer op gewezen worden. De waarschuwende stem mag ook niet vervagen. De preek moet ook in dezen opscherpend zijn. 

De kerkelijke gemeente heeft ook een taak wat betreft de praktische toerusting van opvoeders met betrekking tot dit thema. Het is nuttig en nodig dat iedere gemeente een werkgroep heeft die zich hier blijvend op bezint.

Ouders hebben elkaar in deze dingen nodig. Het is heel dienstbaar om ouders met elkaar in contact te brengen om te weten waar ieder staat en waar mogelijk ook afspraken met elkaar te maken.”

U kunt meer van de serie media-opvoeding lezen in de GezinsGids van 13 februari 2020.