Altijd lekker, deze zomerse aardbeientaartjes. Maak ze zelf, met dit recept uit de GezinsGids van 16 mei. Heerlijk voor een verjaardag, picknick of luxe lunch. Tast toe!

Tekst en beeld W. Morren-Klink

Ingrediënten voor 8 taartjes

Voor het deeg: 1 ei, 250 gram (spelt)bloem, 50 gram amandelmeel, 150 gram koude boter in blokjes, 100 gram (kokosbloesem)poedersuiker, flinke snuf zout

Voor de vulling: 250 milliliter slagroom, 250 gram stevige roomkaas (bijvoorbeeld MonChou), 2 eetlepels suiker of honing, 250 gram verse aardbeien

Bereiding:

Verwarm de oven voor op 160 graden.

Klop het ei los met een lepeltje water. Doe de bloem, het amandelmeel, de boter, de suiker en het zout in een kom en mix dit tot een kruimelig deeg. Voeg het losgeklopte ei toe en meng het geheel tot een deegbal. Dek de kom af en laat 30 minuten rusten in de koeling.

Rol het deeg op een met bloem bestoven ondergrond uit. Vet de taartvormpjes in met boter. Bekleed 8 taartvormpjes met het deeg. Verdeel 8 velletjes bakpapier over de taartvormpjes en leg hierin een blindbakvulling*. Schuif de taartvormpjes in de oven en bak ze met de vulling 12 minuten voor. Verwijder de blindbakvulling voorzichtig van de taartbodems en bak ze nogmaals, zonder de blindbakvulling, in 15 minuten goudbruin en gaar. Haal de taartbodems voorzichtig los uit de vormpjes. Laat de bodems helemaal afkoelen.

Klop ondertussen de roomkaas los met de suiker tot een zacht en romig mengsel. Voeg de slagroom voorzichtig al kloppend toe en mix tot je een stevige room hebt.

Vul de taartbodems met een lepel room en verdeel de aardbeien over de taartjes. Garneer eventueel met een blaadje munt of wat poedersuiker.

Tip: Geen éénpersoonstaartvormpjes? Het deeg en de vulling is ook voldoende voor een ronde taartvorm van ongeveer 20 centimeter doorsnede.

Geniet ervan!

Blind bakken

Bij zogenaamd blind bakken bak je het deeg voor. Blind bakken doe je bij taarten waarvan de vulling niet gebakken hoeft te worden of waarvan de vulling vloeibaar is (bijvoorbeeld een quiche). Je doet het door een groot vel bakpapier over het deeg te leggen en dat wat over de randen uit te laten steken. Hierop leg je je steunvulling of blindbakvulling. Het is belangrijk dat deze goed tot in de randjes van je vorm zit. Zo kan het deeg niet uitzetten en kunnen de deegranden niet naar beneden zakken.

Soorten steunvulling

Er bestaan speciale keramische parels of bakknikkers voor je steunvulling. Deze koop je in de kookwinkel. Je kunt deze echter heel makkelijk vervangen door allerlei alternatieven die je waarschijnlijk gewoon in huis hebt liggen, zoals droge rijst en droge peulvruchten. Deze zijn veel goedkoper en je kunt ze goed over de bodem verspreiden. Na gebruik kun je ze niet meer eten, maar je kunt ze wel meerdere keren als steunvulling gebruiken. Laat ze hiervoor eerst goed afkoelen en bewaar ze daarna in een potje voor de volgende keer.