achterdeschermen

Op 12 september zijn er weer verkiezingen en dat in een moeilijke tijd.
Een duidelijk en helder geluid is nodig. Tegelijkertijd is het een feit dat
de politicus als persoon steeds meer centraal is komen te staan. Wat
voor mensen zitten er achter de (kandidaat-)Kamerleden van de SGP?

Waar zet je, naast je eigen reguliere werk, u met ‘hart en ziel’ voor in?
De vier SGP’ers hebben hoge waardering voor het gezin en dankbaar dragen zij hun eigen vrouwen op handen. „Ik vind het heel mooi en verantwoordelijk werk om ook samen met mijn vrouw bij te dragen aan de opvoeding van onze beide kinderen,” vertelt Van der Staaij enthousiast. „Als ik heel eerlijk ben, zet vooral mijn vrouw zich voor ons gezin in, althans in de Kamerweken. Dan moet de rol van vader en moeder vaak door haar worden waargenomen,” beseft Dijkgraaf terdege. „Ik probeer dat wel te compenseren in de weekenden en de recessen.” Ook Bisschop uit zijn waardering voor het thuisfront: „Dat het binnen ons gezin lekker loopt, heeft alles te maken met de kwaliteiten van mijn vrouw als gezinsmanager en van mijn kinderen als begripvolle betrokkenen.” Schipaanboord ziet nog wel kans om er samen met zijn vrouw op uit te trekken: „Mijn vrouw en ik hebben allebei geschiedenis gestudeerd, dus wij houmden erg van het bezoeken van een mooi oud stadje, inclusief een stadswandeling en een maaltijd in een gezellig restaurant.” Maar ook andere zaken krijgen aandacht. Van der Staaij: „Ik vind het mooi om, naast het werk in de Kamer, nog wat tijd te hebben voor bestuurswerk in maatschappelijke organisaties, zoals de adoptievereniging, de bond tegen het vloeken en de MAF.” „In de recessen vind ik het heerlijk om extra tijd te kunnen besteden aan mijn hoogleraarschap

En om zelf onderzoek te doen. Even alleen bezig zijn met de inhoud is dan wel weer stimulerend,” vertelt Dijkgraaf, die verder nog in de Raad van Toezicht zit van ‘de Christelijke Hogeschool Ede’. Onderwijsman Bisschop draagt ook het ambt van jeugdouderling en is zeer geboeid door kerkhistorisch onder- zoek. „Een paar weken per jaar onbekom- merd en geconcentreerd archiefonderzoek te kunnen doen en daarover publiceren – het zou een soort Luilekkerland zijn!” Schipaan- boord vertoeft graag dicht bij huis: „Sinds kort hebben we een huis met een tuin, dus ik ben nu mijn vingers groen en zwart aan het maken!”

Als u een muziekinstrument zou mogen bespelen, welke zou u dan kiezen?
Wat zegt dat over uw karakter? Het blijkt voor de meesten het muzikale icoon van de bevindelijkgereformeerden te zijn: het orgel. Schipaanboord, met een knipoog naar CDA’er Klink over Wilders destijds: „En liefst vol op het orgel natuurlijk! Wat dat over mijn karakter zegt? Ik houd niet zo van gefluister in een hoekje en voor een viool ben ik niet subtiel genoeg.” Bisschop vindt het orgel een krachtig en veelkleurig instru- ment. „Misschien zegt het iets over brede interesse? Verbondenheid met de christelijke traditie?” „Ik heb jarenlang orgel gespeeld en op diverse koren gezeten,” vertelt Dijkgraaf. „Eerlijk gezegd vond ik het laatste leuker dan het eerste. Misschien omdat ik er van geniet in teamverband dingen te doen.” Van der Staaij lijkt het meest ingetogen in zijn muziekkeuze: „Ik speel wel eens wat piano thuis. Wat dat over mijn karakter zegt, weet ik niet. Wel dat ik van harmonieuze muziek houd en dat eenvoudig en goedgekozen spel mij soms meer vreugde kan geven dan grootse meeslepende composities.”

Stel: jullie zitten alle vier in de Kamer, maar de Kamervergadering wordt ineens geschorst en het Kamergebouw gesloten wegens brand; wat zou u dan met die plotselinge vrije tijd doen?
Dijkgraaf en Schipaanboord zouden de vrije tijd aangrijpen om even te kunnen ontspannen in de drukte van het werk. Dijkgraaf: „Ik zou Den Haag eens inlopen om de historische panden beter te verkennen. Dat neem ik me al twee jaar voor, maar het komt er onvoldoende van.” Schipaanboord: „Dan ga ik aan de slag in de tuin van ons nieuwe huis. Toen we het huis kregen was de tuin geheel dichtgegroeid, dus nu zijn we bezig het licht weer binnen te laten.” Bisschop en Van der Staaij kunnen het werk wat minder makkelijk loslaten. Bisschop: „Allereerst zou ik overleggen over de te volgen gedragslijn, vervolgens zo mogelijk achterstallige taken wegwerken bij voorkeur thuis en als dat allemaal achter de rug is: een mooi artikel schrijven.” Van der Staaij is daarbij attent, maar blijft gefocust op zijn taak: „Ik zou direct thuis laten weten dat ik gelukkig ongedeerd ben. Daarna zou ik gaan navragen of we niet op een andere locatie verder kunnen vergaderen. Dat moet toch te regelen zijn?”

Wilt u de rest van dit artikel lezen? Dat kan in de GezinsGids van 6 september.