Rini Vos werd in 2020 kerkelijk aangesteld tot evangelist in Amsterdam. Twintig jaar daarvoor had de Heere hem beloofd dat zijn verlangen om in Gods Koninkrijk te mogen werken op Zijn tijd in vervulling zou gaan. „Over die twintig jaar zal ik niet te veel zeggen. Ik heb Hem veel voor de voeten gelopen, maar Hij leerde te volgen, telkens weer. Het waren, achteraf gezien, jaren die ik nodig had om dit mooie werk in de frontlinie van Zijn Koninkrijk te mogen doen.” Wat houdt ‘dit mooie werk’ in de praktijk in?

Tekst A. Steenpoorte Beeld Hanno de Vries

Zijn taak als evangelist is niet in een paar woorden te vatten. Mensen die het beeld hebben van ‘iemand die de hele dag op straat loopt’, hebben een totaal verkeerd beeld. Op straat aanwezig zijn hoort erbij, maar zijn hoofdtaak is de Woordverkondiging op zondag, wat door de week de nodige voorbereiding vraagt.

Daarnaast zijn er gedurende de week activiteiten waarin de Bijbel centraal staat: een Bijbelcursus, een Bijbelkring, een Bijbelleesuur. En activiteiten om mensen bekend te maken met de evangelisatiepost, zoals de maaltijd, de crea-ochtenden en de inloop. Verder doet Vos pastorale bezoeken binnen de gemeenschap die ‘Bij Simon de Looier’ is ontstaan.

„Voor mij is het geven van persoonlijke aandacht van groot belang. Mensen moeten zich gezien weten en gehoord voelen. Daar ontbreekt het in onze individualistische tijd vaak aan.

In Amsterdam leven veel mensen bij en naast elkaar, maar niet met elkaar. In die leemte kunnen christenen van betekenis zijn.”

Coronapandemie

Rini Vos werd benoemd aan het begin van 2020, enkele weken voor de eerste lockdown vanwege de coronapandemie. „Dat is een moeilijke en tegelijk heel mooie tijd geweest. Contacten maken werd erg ingewikkeld. Op straat mensen aanspreken werd steeds lastiger.

Ook moest ik mensen begraven die ik nog nooit had ontmoet. Zij waren in het verleden betrokken geweest bij de evangelisatiepost en hadden aangegeven door de evangelist van ‘de Looier’ begraven te willen worden.

Verder bracht de coronacrisis een grote polarisatiegolf. Ook binnen de bestaande gemeenschap stonden mensen tegenover elkaar in de discussie over al die overheidsmaatregelen.

Ik probeerde er een kans van te maken om mensen te verbinden door samen te zoeken naar wat bindt. Die antwoorden vonden we in de Bijbel. Er zijn uit de Bijbel zo veel lijnen te leggen met deze tijd! Het was mooi om zo begrip voor elkaar te kweken.

We hebben in die tijd de mensen die al betrokken waren bij de evangelisatiepost goed leren kennen. Als gemeenschap hielden we ook elkaar in de gaten. ‘Hoe gaat het met die of die? Zijn er nog boodschappen nodig? Deze week bel ik die om te vragen hoe het gaat’. Dat heeft een diepe band gelegd waarvan we nu de positieve vruchten mogen plukken.”

Aandacht geven, een band krijgen, daar begint het dus mee. Hoe pakt u dat aan?

„Ieder mens en daardoor ieder gesprek is anders. Ik gebruik wel een paar uitgangspunten in gesprekken.

Het begint altijd met aandacht. Om aan te kunnen sluiten moet je weten wie de ander is. Bijna alle mensen hebben crisiservaringen in hun leven. Het is mooi om dit tevoorschijn te luisteren. Hierop kun je aansluiten.

Veel mensen ervaren dat hun overtuigingen hen niet hielpen in een crisistijd. Dat er scheuren kwamen in hun beeld van de werkelijkheid. Het is zó kostbaar dat christenen hier een antwoord op hebben!

Evangeliseren is eigenlijk niets anders dan: aandacht hebben, luisteren en antwoord geven. Dat vraagt ook een stuk incasseringsvermogen. Soms moet je door een harde laag afwijzing of hoon heen, die eigenlijk een diepere kwetsbaarheid bedekt.”

Confrontatie

„Daarbij mag je confronteren. Dat doet de Bijbel sowieso al. Het is als een eerlijke spiegel die je laat zien wie je werkelijk bent en hoe de werkelijkheid is. Maar als je eerst geluisterd hebt, heb je hiervoor een voedingsbodem gelegd. Dan kun je hun eigen antwoorden op cruciale vragen bevragen en vervolgens zeggen: ‘Mag ik jou vertellen hoe ik dat zie vanuit mijn geloof in God?’

Tot nu toe heb ik ervaren dat de meeste mensen hiervoor openstaan. Een enkeling wijst dit af en wil dan verder. Met zulke mensen heb ik altijd diep medelijden. Ze gaan zó ontzaglijk alleen door het leven…”

Dat het gesprek afhankelijk is van de persoon met wie je spreekt, vindt Rini Vos ook in de Bijbel. „Dat maken Johannes 3 en 4 duidelijk. Nicodemus, die veel van Gods Woord weet, confronteert Jezus direct: ‘Je moet opnieuw geboren worden, Nicodemus!’ Vervolgens ontstaat het gesprek.

Bij de Samaritaanse vrouw start Jezus niet meteen bij de kern, het Levende Water. Hij begint bij het gewone water. Zijn vraag ‘Geef Mij te drinken’ laat haar zien dat Hij geen verkeerde bedoelingen heeft. De vrouw is niet erg toeschietelijk, maar eerder verbaasd dat een Joodse man haar een vraag stelt.

Daar haakt Jezus op in: als ze zou weten Wie haar de vraag stelt, zou zij aan Hem om water vragen en dan zou ze Levend Water krijgen. Vervolgens geeft Jezus antwoord op haar vragen.

Totdat de boodschap ineens als een spiegel werkt. Jezus confronteert haar met wie ze is. Daar heeft Hij eerst de bodem voor gelegd. Het antwoord op die confrontatie met haarzelf is Hijzelf!”

Onmogelijk

Niet altijd lukt het om in gesprek te komen. Of om bij de kern te komen. „Onze samenleving is vreselijk egoïstisch. ‘Ik heb mijn leven, en daar kom jij niet aan. Wat ik zelf vind doet ertoe, wat jij vindt moet je zelf weten’. Er is dan geen gesprek mogelijk. 

Daarnaast hebben veel mensen alles voor elkaar. Ze ervaren niet dat ze iets missen. Het geloof is geen issue omdat het niet nodig is. Dat ze toch vaak ‘leeg’ zijn, ervaren ze meestal niet. Hun tijd wordt gevuld met heel veel dingen die op zich niet vervullen. Het is moeilijk om met deze mensen bij de kern te komen.

Ook is er in de samenleving argwaan richting de kerk als instituut. Veel mensen zijn in het verleden door de kerk beschadigd geraakt. Vooroordelen moeten uit de weg geruimd worden voordat mensen een open houding aannemen en nieuwsgierig raken naar jouw manier van leven. Naast elkaar leven is dan erg belangrijk.”

Hoe kun je zelf praktisch missionair zijn?

„In onze maatschappij is dringend behoefte aan christenen die zichtbaar zijn. Als Jezus ons opdraagt een ‘zoutend zout’ te zijn, hoe ben je dat dan?

In mijn bescheiden optiek – en dat bedoel ik niet vervelend, maar wel prikkelend – niet door als christenen samen te klonten. Een grote zoutklont in je eten is toch niet te pruimen? Zout zorgt, verspreid door het gerecht, dat het eten smakelijk wordt.

Maar je hebt wel een bepaalde concentratie nodig. Te veel is onsmakelijk, te weinig is flauw.

Wat ik mee zou willen geven is de vraag: ‘Hoe ben je als christen in je eigen omgeving zichtbaar? Maakt jouw aanwezigheid verschil of doet het er eigenlijk niet toe?’

Vraag de Heere of je een zoutend zout mag zijn in je omgeving. En overweeg, als je de middelen en mogelijkheden hebt, om naar de stad te verhuizen, zodat de concentratie zout hier beter wordt. Zo kunnen we onze maatschappij ‘smaak’ geven.”

Dit interview is onderdeel van een tweeluik in de GezinsGids van 21 september 2023 over missionair zijn. In het nummer komt ook ds. J. de Bruin (CGK) aan het woord.