Tekst P.J.A. van Nederpelt Beeld Anneke Vat-Pul

Een hondenliefhebber was de vrouw des huizes nooit. Toch voedt het gezin Van Ewijk nu alweer vijf jaar aspirant-blindengeleidehonden op. „Het mooiste van dit werk is dat wij een steentje mogen bijdragen aan hulp voor mensen met een visuele beperking, zodat zij zelfstandig op pad kunnen. Zo hoorden we pas van een mevrouw die na veertig jaar alleen, met haar hond, bij de bakker een gebakje durfde te halen. Dan weet je weer waarvoor je het doet!”

Henk-Jan (46) en Annette (46) van Ewijk uit Nieuw-Lekkerland voeden sinds 2017 met hun gezin aspirant-blindengeleidehonden op. „Eigenlijk heet het socialiseren,” legt Annette uit.

„Bij ons leren puppy’s wennen aan het gewone, dagelijkse leven, met alle geluiden die daarbij horen. Als ze dat kunnen, worden ze verder opgeleid tot assistentiehond.”

„Dat is iets anders dan hulphond,” legt haar man Henk-Jan uit. „Een hulphond geeft daadwerkelijk hulp. Die kan bijvoorbeeld een deur open doen, iets uit de koelkast halen of de wasmachine aandoen. De honden die wij socialiseren, worden gebruikt als blindengeleidehond voor iemand die visueel beperkt is.

Een blindengeleidehond moet heel veel kunnen. Zo moet hij een stoeprand kunnen aangeven, het midden van een elektrische deur herkennen, maar ook bijvoorbeeld een brievenbus kunnen opzoeken.”

Naasten

„We doen dit nu zo’n vijf jaar,” vertelt de moeder van het gezin. „De kinderen vroegen al langer om een hond, maar ik zag dat niet zo zitten. Ik zag me al rondjes lopen met zo’n dier door het dorp. Als ik eerlijk ben, leek me dat niet zo nuttig.

Tot ik een advertentie zag waarin gezinnen werden gevraagd om mee te helpen een aspirant-blindengeleidehond op te voeden. Daar werd ik wel enthousiast van: je doet het dan voor je naasten.

Na een screening van ons gezin kregen we in 2017 onze eerste pup. Inmiddels hebben we nu de vijfde hond en één van de eerste honden is weer bij ons terug, maar dan als fokteef. Zodra de bevalling aanstaande is, gaat de hond naar de stichting, zodat de puppy’s daar ter wereld komen. Inmiddels heeft deze hond al twee nestjes met kleintjes gehad.”

Piepen

„Het is belangrijk dat een aanstaande blindengeleidehond zo snel mogelijk in een gezin komt,” legt vader Henk-Jan uit. „Op dat moment is een puppy nog niet bang voor geluiden. Dat komt pas later, in de angstfase.

Alle geluiden die voor de angstfase worden aangeboden, leveren geen schrikreactie op. Ons doel is om dus zo veel mogelijk plekken met de hond te bezoeken waar de hond leert wennen aan geluiden. Zo gaat de hond mee naar de tandarts, naar de kapper, naar school, enzovoort.

Ik heb één van onze puppy’s ook weleens meegenomen naar de ledenvergadering van de kerk. Dat was nog wel wat, want daar ging hij precies piepen bij het voorlezen van de notulen. En je kunt een hond heel veel commando’s aanleren, maar niet voor dit piepen. Toen voelde ik me wel even zitten. Gelukkig maakte de dominee er een grapje over en kon iedereen er wel om lachen.”

Zijn vrouw lacht er alsnog om. „Wat dat betreft hebben we al zo veel grappige dingen meegemaakt. Mensen uit het dorp zeggen weleens: ik kom jou nooit tegen met de hond als wij onze hond uitlaten. Dan leg ik uit dat zij veel te rustige wandelroutes lopen. Ik zoek juist naar routes waar ik nieuwe geluiden tegenkom. Ik ga bijvoorbeeld langs een vuilniswagen of een huis waar verbouwd wordt.

Zo liep ik pas langs een tuin waar een meneer aan het werk was. Toen hij zag dat ik een assistentie-hond bij me had, bood hij aan om het gereedschap uit te doen. Hij moest lachen toen ik aangaf dat deze herrie juist een mooi leermoment was en hij ging lekker verder aan het werk. Als de hond rustig is gebleven bij een geluid, geef ik altijd een hondenbrokje als beloning.”

Leermoment

„We komen ook nare situaties tegen, als de hond ergens wordt geweigerd,” vervolgt Annette. „Bijvoorbeeld in een supermarkt, omdat hij dan vieze poten zou hebben. Nou, net alsof mijn schoonzolen zo schoon zijn.

Het ergste vind ik dat blinden en slechtziende mensen dit dus ook overkomt, terwijl zij niet zonder kunnen. Het heeft ons assertiever gemaakt. Je komt niet voor jezelf op, maar je doet het voor je medemens die straks de hond nodig heeft.”

„Precies,” vult haar man aan. „Soms is dat ook voor de buitenwereld een leermoment. Zo namen we één van onze puppy’s een keer mee naar een hoog gebouw in Rotterdam. Deze puppy was nog zo jong dat hij geen trap mocht lopen.

Toen we boven in het gebouw waren, ging het brandalarm af. Je mag dan niet meer met de lift. Dat betekende dat ik de puppy tien trappen naar beneden moest tillen.

Pas toen ik bijna beneden was, kwam iemand van de BHV zijn hulp aanbieden. Zij hebben toen hun hulpplan aangepast en erin vermeld dat ze altijd alert moeten zijn op iemand met een assistentiehond. Want ik had ook iemand kunnen zijn die echt blind was en dan had ik daar gestaan met mijn hond.”

Klikodeksel

Henk-Jan en Annette zijn inmiddels al ervaren in het socialiseren van de honden. „Toch hebben we nog altijd momenten dat we nieuwe dingen leren of door één van de trainers weer alert worden gemaakt op iets. Zo moet je de hond in opleiding altijd links laten lopen, omdat een blinde of slechtziende zijn stok rechts houdt.

Het is ook altijd weer leuk om te bedenken welke geluiden we nog niet gehad hebben. Onze kinderen helpen daar ook bij. Zo slaan zij dan bijvoorbeeld extra hard met het klikodeksel of skeeleren ze om de hond heen.

Ook leren we de hond vast eenvoudige commando’s aan. Eerst met woorden en een gebaar erbij, wat later kan een hond dan alleen op een gebaar reageren.

Dat is handig voor als een hond bijvoorbeeld mee naar de kerk gaat. Je kunt dan met je hand het commando ‘zit’ of ‘af’ geven.

De instantie voor wie wij de honden in huis hebben, vindt het fijn dat wij als gezin de honden ook mee naar de kerk nemen. Zo hebben zij eens een hond af kunnen leveren aan een blinde kerkorganist die op hoog niveau speelde. Deze hond was al gewend aan een koude vloer en de trillingen van de orgelpijpen.”

Puppy

Na ongeveer zestien maanden zijn de meeste honden voldoende gesocialiseerd en worden ze verder getraind door officiële trainers. Annette: „We voelen meestal aan als een hond eraan toe is. Ik zeg weleens gekscherend: ‘Als ik trots op de hond begin te worden, weet ik dat-ie bijna weg moet’.

Als gezin zijn we helemaal aan deze gang van zaken gewend. Natuurlijk vinden de kinderen het altijd even jammer, maar als ik onze hond wegbreng, kom ik ook altijd weer met een puppy thuis. Dat verzacht het leed direct.

De laatste keer kwam er een Altdeutscher Hütehund strobel. Wel grappig hoor, want vroeger was ik bang voor honden. Die angst is nu helemaal weg, maar ik bleef wel altijd roepen dat ik geen herdershond wilde. Nu wil ik de volgende keer weer een herder.”

Henk-Jan geeft aan dat het wegbrengen van een hond ook een natuurlijk proces is. „Het is net als je kinderen die ouder worden. Die gaan op een gegeven moment ook het huis uit.

En het scheelt ook echt dat we weten waarvoor we het doen. Je hoopt dat de hond na de vervolgtraining een mooie plek krijgt. Dat is altijd weer spannend, want drie op de vier honden gaat na de socialisatiefase ook daadwerkelijk door als blindengeleidehond.

We kunnen via een app-groep volgen dat een hond gaat wennen bij iemand. Het is altijd fijn als je ziet en leest dat een hond van waarde is bij iemand die slecht of helemaal niet ziet.”

„We hebben zelf ook één keer een hond afgekeurd,” herinnert zijn vrouw zich. „Dat was onze derde hond. Die luisterde zo slecht.

Zo mag een assistentiehond niet reageren op andere honden. Deze hond liep er dan eerst keurig voorbij, maar daarna keerde hij om en ging er toch achteraan.

Het was echt een draak! Helemaal omdat we altijd met een slappe lijn moeten wandelen, de hond mag niet trekken.

Ik heb toen gebeld en gezegd: ‘Kom dit beest maar halen’. Uiteindelijk is hij toen ingezet in een psychologenpraktijk en daar kwam hij wel tot zijn recht.”

Aaien

Als de hond-in opleiding mee op pad gaat, heeft hij altijd een hes aan. Henk-Jan vertelt: „Die hes is voor de hond zelf belangrijk, omdat hij weet dat hij dan aan het werk gaat. Zo wordt de hond getraind. Maar voor de buitenwereld is het ook belangrijk, omdat iedereen dan kan zien dat het een speciale hond is.

Soms levert dat ook wel grappige situaties op, want dan denken mensen dat ik blind of slechtziend ben. Als ze me dan met de hond in de auto zien stappen en wegrijden, begrijpen ze er niets meer van.”

Ook Annette herinnert zich een grappig voorval rond de hes. „Er staat op de hes dat je de hond niet mag afleiden. Pas stond ik in de rij bij een kassa en voordat ik er erg in had, stond een mevrouw de hond te aaien.

Ik sprak haar enigszins vermanend toe en vroeg of ze niet kon lezen dat de hond niet afgeleid mocht worden. De mevrouw zei: ‘Nee hoor, ik leid hem niet af, ik aai hem alleen maar’.

Gelukkig mogen we thuis zelf wel met de hond knuffelen, maar dan moet wel zijn hes uit zijn. Ook mogen de kinderen gewoon met hem spelen, alleen nooit met een bal of stok. We hebben speciaal speelgoed om onze puppy’s te vermaken.”

Dit interview verschijnt in de GezinsGids van 20 oktober 2022 D.V.