Biddag1Biddag is niet zomaar een vrije dag waarop je twee of drie keer naar de kerk kunt gaan. De hele dag staat in het licht van bezinning op bidden. Dit gezinsmoment probeert daarbij te helpen.

 

 

Nodig
Voor elk kind een vel gekleurd karton van ongeveer 40 bij 30 centimeter, een vel gekleurd papier (contrasterend met hetkarton) waar een kinderhand op past, een vierkant vel wit papier van ongeveer 22 bij 22 centimeter, een kopie van de Bijbeltekst (zie voorbeeld op pagina 34) en plaatjes van eten uit reclamefolders of tijdschriften. Verder scharen, stiften of kleurpotloden en lijm.

 

In gesprek
Begin met wat drinken. Een gezinsmoment mag iets gezelligs hebben.  Lees de tekst in het kader ‘Om met elkaar over na te denken’. Praat over de bedoeling van Biddag en de verschillen tussen vroeger en nu.  Om er steeds aan te denken dat we alles van de Heere krijgen, gaan we een placemat maken.

 

Aan de slag
Leg een bord omgekeerd op het witte vel papier en teken de omtrek erop. Knip het bord uit.  Knip  etenswaren uit tijdschriften en reclamefolders en plak ze op het bord.  Plak het bord aan de rechterkant van de placemat (het grote vel  gekleurd karton).

 

De Bijbel erbij
Ruim de tijdschriften en reclamefolders op en deel de Bijbels uit. Lees Exodus 16 vers 11-15. Neem een voorbeeld van één van de placemats en benoem wat er op het bord ligt. Wat kregen de Israëlieten in dit Bijbelgedeelte te eten? (Ze kregen brood en vlees.) Hoe kwamen ze aan dit eten? (Citeer het laatste gedeelte van vers 15: ‘Dit is het brood, hetwelk de HEERE u te eten gegeven  heeft’. Dus: dat gaf de Heere.) Hoe komen wij aan ons eten? (Dat geeft de Heere.) Hoe dan? Het valt toch nu niet uit de hemel? (De Heere zorgt dat het groeit op het land, dat er dieren zijn die melk geven, dat er bakkers zijn die brood bakken, dat er geld is om eten te kopen en dergelijke.)

 

Aan de slag
Vertel dat u een blaadje hebt waarop staat van Wie al ons eten komt.
Vraag de kinderen de tekst te lezen en netjes in te kleuren. Plak de tekst links van het bord, zover mogelijk naar onderen op de pagina. Leg de kinderen uit dat ze er op deze manier tijdens elke maaltijd aan herinnerd worden Wie dit eten geeft.

 

De Bijbel erbij
Voor het eten wordt vaak het ‘Onze Vader’ gebeden. Lees dit gebed uit Zondag 45 van de Heidelbergse Catechismus.
Praat over de verdeling van dit gebed.

  • In de eerste drie beden gaat het om de Heere.
  • Pas in de vierde bede wordt iets gevraagd voor onszelf: brood voor ons
  • De vijfde bede vraagt om vergeving van zonde.
  • Aan het slot wordt de Heere geprezen.  

De verdeling van dit volmaakte gebed leert ons veel voor ons bidden. Dit kan aan jonge kinderen duidelijk gemaakt worden met het voorbeeld van de handAls je gaat bidden vouw je je handen samen. Hand begint met de H. Denk aan het begin van het bidden erover na tot Wie je bidt: tot de Heere. Noem Zijn Naam aan het begin van je gebed.

  1. Je hand heeft een duim. Duim begint met de D. Dank de Heere voor wat Hij je deze dag gaf.
  2. Dan komt je wijsvinger. Wijsvinger begint met de W van Wereld. Bid voor andere mensen: je ouders, een klasgenoot, de dominee, een zendeling, mensen in de wereld die het moeilijk hebben.
  3. Dan komt je middelvinger. Middelvinger begint met de M van Mezelf. Bid voorjezelf. Wat wil je de Heere vragen?
  4. Dan komt de ringvinger. Ringvinger begint met de R van Reiniging. Vraag vergeving voor het verkeerde dat je vandaag gedaan hebt. Bid om een hart dat de zonde niet wil doen, maar de Heere wil dienen.
  5. Als laatste is er je pink. Pink begint met de P van Prijzen, net als aan het einde van het ‘Onze Vader’. Geef de Heere de eer. Hij is de almachtige Koning, Die alles kan geven wat je nodig hebt.

 

Afronding
We hebben vandaag met ons hoofd nagedacht over waarom we Biddag houden. We zijn vandaag met onze handen bezig geweest met dingen van de Heere. Maar de Heere wil ook ons hart. Vertel het verhaal van het offer van Kaïn en Abel of lees Genesis 4 vers 1-8. Kaïn en Abel wisten allebei dat ze alles wat ze hadden van de Heere gekregen hadden (hoofd). Ze hadden allebei een altaar gebouwd (handen). Maar de Heere keek ook naar het hart. In het hart van Abel was geloof in God, maar in het hart van Kaïn niet (Hebreeën 11 vers 4). Hoe is het op deze Biddag met ons hart? De Heere wil niet alleen ons hoofd en onze handen, maar ook ons hart. Hij zegt vandaag tegen jou: ‘Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij je hart!’ Biddag houden met je hart kan niet zonder de Heere Jezus. Hij is de Weg naar God. Hij heeft Zichzelf geofferd voor de zonde. Hij alleen kan de zonde uit ons hart wegdoen en er Zelf in komen wonen. Dan is ons hart van Hem en willen we hoofd, hart en handen aan God geven.

 

Stelling: Kinderen moeten op biddag actief worden betrokken. Kerkgang alleen is niet genoeg.

 

tekstgg