Alies van Ark (24) werkt twee dagen per week bij stichting Gave in Harderwijk. Als juridisch medewerker houdt ze zich bezig met asielprocedures van christenen die uit islamitische landen komen. Sinds de Tweede Wereldoorlog is het aantal vluchtelingen wereldwijd nog niet zo groot geweest als nu. De cijfers van het aantal ontheemden van de afgelopen jaren laat een duidelijk stijgende trend zien. Asielzoekers die naar Nederland komen, komen in aanraking met de IND: de Immigratie en Naturalisatiedienst. De IND beoordeelt alle aanvragen van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of zelfs Nederlander willen worden. Asielzoekers die afkomstig zijn uit een islamitisch land en christen zijn, mogen door de IND niet teruggestuurd worden. Veel vluchtelingen zijn daarvan op de hoogte. Aan de IND de schone taak om te beoordelen of de bekeringsverhalen van asielzoekers kloppen. Dat deze beoordeling niet altijd vlekkeloos verloopt, ervaart Alies van Ark regelmatig van nabij. „Bij Gave houd ik me bezig met asielprocedures van christenen die uit deze landen komen. Soms zijn ze van moslim christen geworden in het land zelf. Soms bekeren ze zich tot het christendom op hun reis naar Nederland of als ze hier aankomen. Bijvoorbeeld doordat ze in aanraking komen met evangelisatiewerk in een asielzoekerscentrum. Vaak help ik mensen die door de IND bekritiseerd of niet geloofd worden.”
Beslissen over bekering
Alies vertelt: „Bij de IND werken beslismedewerkers. Zij toetsen de bekering van asielzoekers. Deze medewerkers zijn aardige mensen, maar hun Bijbelkennis stopt zo ongeveer bij het verhaal van Adam en Eva. Het zijn overwegend niet-christenen. Ze gaan ervanuit dat asielzoekers hen bedriegen en hun bekeringsverhaal gebruiken om in Nederland te blijven. Ik vind het begrijpelijk dat ze bang zijn, maar tegelijkertijd gebeurt het onderzoek daardoor niet goed. Dat zie ik terug in dossiers. Soms wordt iemand mede geweigerd, omdat hij de naam van zijn kerk niet weet of de twaalf discipelen niet kan benoemen. Dat verbaast me steeds weer. Je merkt op zulke momenten dat de beslismedewerkers niet goed weten hoe ze iemand moeten onderzoeken op zijn of haar geloofsovertuiging.”
De juridische medewerkers van stichting Gave bekijken dergelijke dossiers aan de hand van de Bijbel en wetenschappelijke literatuur. „Klopt het dossier of heeft de IND dingen over het hoofd gezien? Wanneer je een dossier goed weet te onderleggen met literatuur waarin wordt geschreven over christenen met een moslimachtergrond, wordt de IND geacht om een beslissing te heroverwegen. Het komt voor dat wij niet tot een ander besluit komen dan de IND. Dan zijn we heel eerlijk. We willen op juiste gronden rechtsbescherming bieden. Ongerijmdheden in het besluit van de IND halen we naar boven. Dat is cruciaal.”
Exclusief terrein
Alies realiseert zich dat ze zich op een exclusief terrein bevindt. „Ik krijg dossiers in handen die niet over alledaagse dingen gaan. Iemands ‘zijn’ en geloofsleven komen op tafel. Daar moet ik wat van vinden en dat moet ik beoordelen. Is het Bijbels wat deze man zegt en praktiseert? Wat zegt zijn dominee over hem? Welke richting wijst de wetenschap in deze zaken? In het begin dacht ik: ben ik wel in staat om dit te beoordelen? Ik leerde om dat los te laten en over te geven. Aan elk dossier werk ik in afhankelijkheid van de Heere. Wat er ook gebeurt, of iemand mag blijven of niet, God heeft een plan met elke asielzoeker die Hij vanuit de islamitische wereld tussen christenen in Nederland plaatst. Ik moet leren dat ik niet verantwoordelijk ben voor zo’n persoon, maar dat God verantwoordelijkheid draagt. Ik ben slechts een middel om iemand te helpen. Het is belangrijk dat ik blijvend mijn werk doe in het besef dat de Heere erboven staat.”
Passend plaatje
Inmiddels werkt Alies bijna een jaar bij Gave. Nooit dacht ze hier terecht te komen. „Na mijn studie rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht werkte ik een halfjaar in het bedrijf van mijn vader als boekhouder. In die periode kwam er een aantal juridische zaken op mijn pad. Daardoor ontstonden er plannen om voor mezelf te beginnen. Samen met een compagnon startte ik het bedrijf J&A Juridisch Advies.” Tegelijkertijd weet ze dat ze er iets naast wil doen. De inwoonster van Elspeet zoekt een tweede baan. „In deze zoektocht kwam ik veel fulltime banen tegen. Parttime banen waren er bijna niet. Daardoor raakte ik in de put. Ik twijfelde. Heb ik het wel goed gedaan? Was dit wel de weg? Toen ik diep in de put zat, e-mailde iemand mij met een vacature bij stichting Gave. Werk voor twee dagen per week. Bezig zijn met je naasten. Juridische begeleiding van christenasielzoekers. Het was precies wat voor mij. Het plaatje klopte helemaal.”
Salaris? Zoek zendingspartners!
Alies’ enthousiasme slaat om als ze het financiële systeem van Gave ontdekt. „Gave gelooft dat de Heere een roeping aan de stichting gegeven heeft om dienstbaar te zijn aan de naaste. De stichting is ervan overtuigd dat God in die roeping zal voorzien. Daarom bestaat de stichting van giften. Veel stichtingen leven van giften, maar keren hun medewerkers wel salaris uit. Gave doet dit niet. Ze wil dat elke medewerker vanuit afhankelijkheid leeft. Wie zestien uur per week of meer bij Gave werkt, moet zendingspartners zien te krijgen. Dat vond ik een heel ongewone constructie. Ik wist überhaupt niet dat het bestond. Toen ik dit financiële systeem zag, dacht ik: hier bedank ik voor, dit is niets voor mij. Daarom zette ik heel het verhaal uit mijn hoofd.”
Dit is een selectie uit een artikel dat verscheen in de GezinsGids. Lees het interview met Alice van Ark en Bert Noteboom verder in de uitgave van 19 maart 2015.