Voor de meeste mensen is werken fijn. Werk geeft inkomsten en zorgt voor een dagstructuur. Het is echter niet vanzelfsprekend om werk te hebben. Door de huidige crisis zijn veel mensen op zoek naar een baan.
Ook Frans (53) wil graag aan de slag. In deze crisistijd valt het echter niet mee om werk te vinden. „Ik wil werken,” zegt Frans. Hij heeft zichtbaar moeite met de situatie. Ver voor de crisis had Frans een vaste baan bij een verzekeringsmaatschappij. Hij heeft daar zelfs zijn 25-jarig jubileum gevierd. Maar wat hij niet had kunnen denken: in 2004 raakte hij boventallig. Frans, die een calvinistische inslag heeft, koos ervoor om zo lang mogelijk door te blijven werken. Die mogelijkheid werd hem geboden en ondertussen volgde hij een begeleidingstraject. Helaas had dit niet het gewenste succes, Frans raakte zijn baan kwijt.
Frans, weet van aanpakken en kreeg een baan als koerier. Het werk was leuk, maar het salaris bleef uit. Toen de werkgever niet over de brug kwam, bleek dat hij werd bedrogen. Een heel nare ervaring. Hierna heeft Frans nog een aantal keer werk gehad, maar niets leidde tot een vaste baan. Het werk bij een bedrijf dat kisten maakt, was leuk. Helaas stopte dit bedrijf ook en opnieuw verloor Frans zijn baan. Inmiddels heeft hij al heel wat gesolliciteerd, maar tot nu toe zonder resultaat. Door de economische crisis is er weinig aanbod van werk. „Het gaat erg lang duren,? zegt Frans.
Inmiddels is hij twee jaar werkzoekend. Hoewel het moeilijk voor hem is, zit hij niet bij de pakken neer. Integendeel. „Ik kijk wat ik kan doen, want ik wil mijn tijd nuttig besteden.” Zo organiseert hij bijvoorbeeld collectes voor goede doelen en helpt hij zijn vrouw bij de huishoudelijke klussen.
Twintig uur
„Het eerste ontslag heb ik nooit kunnen verwerken,” vertelt Frans. „Je zit hier goed voor heel je leven, is mij altijd verteld en dat heb ik dan ook altijd gedacht. Ik heb dat ontslag nooit kunnen vermoeden.” Als gevolg daarvan heeft Frans een burn-out gehad. Dit maakt het nu extra moeilijk om een passende baan te vinden. „Ik zoek een baan voor twintig uur per week,” vertelt hij. „Voor de overige uren ontvang ik een WIA-uitkering.” Frans is erg gemotiveerd, maar moet rekening houden met zijn beperkingen. Regelmatige diensten zijn bijvoorbeeld heel belangrijk.
Huwelijksformulier
Niet alleen voor Frans is het moeilijk. Ook voor zijn echtgenote Marleen (53) valt het allemaal niet mee. „Ik werd op den duur erg gespannen,” vertelt ze. „Toen Frans voor de eerste maal werd ontslagen, kon ik het niet eens geloven. Ik was er niet op voorbereid.” Sinds kort werkt ze drie ochtenden per week in de gehandicaptenzorg. Hoewel ze het heel goed naar haar zin heeft, vindt ze het moeilijk. „Er staat in het huwelijksformulier dat je goede acht moet geven op de huishouding. Ik vind dat zoiets niet kan als je buitenshuis werkt. Ook niet iedereen heeft er begrip voor dat ik werk. Maar ik heb dit niet gezocht. Toch mag ik er de hand van de Heere in zien. Wij waren genoodzaakt om ons abonnement op de krant op te zeggen. We wilden de krant samen met iemand anders gaan lezen. Juist op de laatste dag dat we de krant ontvingen, las ik de advertentie waar ik op heb gesolliciteerd.”
Bezette arbeidsmarkt
Frans gunt zijn vrouw van harte haar baan, maar hij moest het wel verwerken. „Ik ben al zo lang aan het solliciteren en haar sollicitatie was gelijk raak. Pas ontmoette ik iemand die van werk wilde veranderen. Hij kon heel snel iets krijgen, maar koos toch voor zijn huidige werkkring. Zulke dingen zijn voor mij moeilijk. De één heeft het voor het kiezen en de ander heeft niets.” Voor veel kostwinners die op zoek zijn naar werk, is het een hard gelag dat er zoveel getrouwde vrouwen zijn die de arbeidsmarkt bezet houden. Ook voor Frans is dit moeilijk. „Als al die vrouwen niet zouden werken, dan zouden er meer banen zijn.”
Gebed voor de overheid
Frans ziet hierin ook een taak voor de overheid weggelegd. Ook vindt hij dat de overheid meer moet doen om oudere werknemers aan een baan te helpen. Al diverse malen heeft hij gehoord dat hij te oud is. „Ik praat niet alleen voor mezelf. Ook anderen worden hiermee geconfronteerd.” De steun vanuit de overheid naar andere Europese landen kan Frans moeilijk waarderen. „Er is in Nederland veel werkloosheid. Help eerst het eigen land en dan pas een buurland.” Marleen ziet het ook als straf op de zonde. Eerst vonden Nederlanders zich te goed om schoonmaakwerk te doen. Nu mogen de buitenlanders dat werk doen en is er voor de Nederlanders geen werk.” Frans vindt het gebed voor de overheid belangrijk. „We moeten bidden of God hun ogen wil openen. We moeten voor hen in de binnenkamer gaan.”
UWV
Op het UWV wordt vaak gemopperd, maar Frans heeft niets dan lof. „Ik krijg wekelijkse gesprekken en ik word goed begeleid. Ze zien dat ik gemotiveerd ben en zoeken mee naar passend werk. Omscholing zie ik niet zitten en het kost te veel geld. Het UWV wil de omscholing wel betalen, maar dan moet er baangarantie zijn. Ik hoop dat er iets komt.” Frans heeft van het UWV toestemming gekregen om vrijwilligerswerk te doen. „Ze zijn daar zelfs positief over. Vrijwilligerswerk kan een goede opstap naar betaald werk zijn.
Gouden handen
Vrijwilligers zijn op diverse terreinen noodzakelijk. Juist als werkzoekende kun je voldoende vrijwilligerswerk vinden. Sinds kort werkt hij een aantal uur per week als vrijwilliger in een verzorgingshuis. Dit werk doet hem goed, al krijgt hij er niet voor betaald. „Het contact met de bewoners is fijn. Ik word gewaardeerd. „Je bent een grote steun geweest vanmorgen,” zei een vaste medewerker gisteren tegen me. Het is enorm fijn als je dit hoort.” In het verzorgingshuis doet Frans verschillende werkzaamheden, technische klussen zijn aan hem goed besteed.
Internet
Frans hoopt dat het vrijwilligerswerk leidt tot een betaalde baan. Toch is hij nuchter en blijft hij actief solliciteren. „Ik kijk uit naar elke krant en spit dan de advertenties door.” Solliciteren gaat tegenwoordig niet meer buiten de sociale media om. Ook Frans is zich daar terdege van bewust. Een internetfanaat is hij niet, toch start hij regelmatig de computer op en bezoekt hij diverse vacaturesites. Ook netwerken is belangrijk. „Mijn netwerk is groot genoeg. Daar ligt het niet aan. Alleen krijg ik geen respons,” vertelt Frans met enige teleurstelling. „Het zou een rust zijn als ik werk heb. Het zoeken en solliciteren vergt veel energie. De reacties op sollicitaties zijn divers. „Sommigen laten niets van zich horen. Soms volgt er een afwijzing per brief of per mail. Ik ben niet kieskeurig. Alle werk is welkom. Mijn voorkeur gaat uit naar een administratieve functie. Maar ook een baan als chauffeur vind ik leuk. Ik ben graag op de weg.”
Zegeningen
Ook wat het financiële plaatje betreft, maken Frans en Marleen zich de nodige zorgen. Zo is een abonnement op een krant of een tijdschrift momenteel voor hen niet weggelegd. „Ik las bijvoorbeeld graag de Gezinsgids, maar dit is nu echt niet mogelijk,” vertelt Marleen. Toch is ze positief. „We mogen kijken naar onze zegeningen. Wij hebben Gods Woord. We hebben nog eten en drinken en wij hebben elkaar nog. Marleen benadrukt dat het fijn is dat zij en haar man samen over de situatie kunnen praten. „Het is een voorrecht om als man en vrouw de zorgen te delen.” Ondanks hun zorgen heeft het echtpaar vertrouwen in de toekomst. „Ik geloof dat de Heere voor ons zorgt. Ook al geeft Hij geen werk. Wat Hij doet is goed.”
Dit artikel verscheen in de GezinsGids van 17 oktober.