Het is zondag. Langzaam betrekt de lucht. De wolken nemen grimmige vormen aan. Het licht wordt onheilspellend groengeel. In de kerk is de broeierige spanning in de lucht voelbaar. Even later flitst het eerste weerlicht, gevolgd door een krakende slag. De predikant onderbreekt zijn preek. „Laten we zingen: ‘De God der ere dondert’.” Ervaren we onweer nog als spreken van God? En hoe spreekt Hij dan?
Voor veel mensen is onweer niet meer dan een natuurverschijnsel. Elektrische ontlading, that’s it. Toch, als het onweer nadert en met daverende slag dichtbij inslaat, blijft van zo’n nuchtere, horizontale beschouwing vaak niet veel meer over. Niet alleen kinderen, huilend wakker, ook veel ouders zouden liever wat dieper onder de dekens kruipen.
Bij elke bliksemstraal en bij elke slag – schreef eens iemand – is de vraag wat wij de Heere voor ons persoonlijk horen zeggen. Maar komt die boodschap ook over? Ds. J. Muller legt die vraag in het midden: ‘Wanneer we het heftige weerlichten zien, brengt ons dat dan tot aanbidding van God? Bezingen we dan de heerlijkheid van onze God? Of zijn we te zeer geïmponeerd door de meteorologie dat we Zijn stem niet opmerken?’
En als onweer al indruk maakt, dan beklijft het vaak niet, zegt Bijbelverklaarder Dächsel: ‘Veel mensen vrezen voor Gods majesteit bij een sterk onweer, zolang het kraken en ratelen boven het hoofd zweeft. Maar nauwelijks is het voorbij, of men gaat op verkeerde wegen voort’.
Lees meer over ” de God der ere dondert” in de GezinsGids van 14 september 2017.