’s Ochtends bijna niet naar school willen, na schooltijd gefrustreerd de tas neersmijten en naar boven stampen en ’s avonds niet in slaap komen. De vier kinderen van Corina de Nood zijn allemaal hoogbegaafd en dat heeft allerlei gevolgen. Maar op school werd het niet herkend. „Zelfs anderen zeiden over onze dochter dat ze niet lekker in haar vel zat. Er moest echt iets gebeuren.”
Ze moest er even over nadenken of ze wilde meewerken aan een interview. Ze besloot het toch te doen. „Het is een gevoelig onderwerp, maar ik had er destijds graag iets over willen lezen. Daarom deel ik ons verhaal in de hoop dat andere ouders er iets aan hebben.”
Toen hun oudste dochter Annelin twee jaar was, hadden ze al het idee dat er iets was. „Ze huilde veel en was vaak gefrustreerd. Maar ze kon nog niet uitleggen wat er was. Ze ontwikkelde snel en legde bijvoorbeeld toen al puzzels van honderd stukjes in elkaar. Ze kon heel moe zijn en toch niet in slaap komen. Ook dan huilde ze veel. We bezochten een osteopaat en die wees ons op hoogbegaafdheid. We schrokken. Het was toen nog heel onbekend.”
Frustratie
Ook bij peuterleidsters valt Annelin op. „Ze dachten dat ze hoogsensitief was. Maar veel kenmerken van hoogsensitiviteit pasten niet bij haar. Annelin had het niet naar haar zin op school. Dat gaf frustratie en boosheid. Elke ochtend was het een gevecht om haar aan te kleden. Bij het ontbijt gooide ze haar eten op de grond.
Eigenlijk de hele basisschooltijd bleef dat pittig. Vlak voor ze naar school moest, zette ze dan de knop om. In sociaal wenselijk gedrag vertonen was ze goed. Op de kleuterschool tekende ze poppetjes zoals haar klasgenoten, terwijl ze het netter kon. Ze was duidelijk een onderpresteerder.”
Cito-toetsen
Als in groep vier diverse kinderen naar de plusklas mogen en zij niet, is Annelin verdrietig. „Op school dachten ze dat het te moeilijk voor haar was. Na een gesprek mocht ze er toch bij. Daar bloeide ze op.
In groep zes lieten we haar testen. Daar kwam een gemiddeld IQ uit. Op school dachten ze dat er niets aan de hand was en dat leek hiermee bevestigd te worden. Maar vragen op de Cito-toets sluiten niet goed aan bij kinderen met hoogbegaafdheid.” Corina en haar man laten het hierna aanvankelijk rusten. „Maar Annelin zat niet lekker in haar vel. Ze nam de problemen in de wereld op haar nek en was perfectionistisch. Ze had ook een laag zelfbeeld, doordat ze niet gezien en begrepen werd op school. Het had zichtbaar impact op haar. Ze werd down. Ik maakte me zorgen, maar wist niet wat ik kon doen.”
Als ze haar opnieuw laten testen, blijkt ze toch hoogbegaafd te zijn. Voor de lagere school komt dat te laat. „Het was uitzingen totdat ze naar het middelbaar onderwijs ging. De eerste drie weken op de middelbare school kwam Annelin vrolijk thuis. Daarna was het bekeken. Het tempo op het vwo was hoog, het huiswerk veel en ze had nooit leren leren. Dat was pittig. Bovendien: mensen met hoogbegaafdheid zijn autonoom, maar op school is alles strak gepland. Hoogbegaafden zien graag het nut van dingen in. Als dat niet zo is, krijg je ze niet gemotiveerd.” Annelin stapt over op havo/vwo. Na het derde jaar gaat naar ze de bakkersopleiding op het mbo. „Aan het begin hielden we ons hart vast, maar ze geniet enorm en komt vrolijk thuis. Dat is een hele opluchting.”
Buikpijn
Carlijn – Corina’s tweede dochter – valt sneller op in de klas. „Ze is gemotiveerd, leergierig en vindt het leuk om te scoren. Op een gegeven moment hoefde ze niet meer mee te doen met spelling, taal en rekenen. Ze mocht dan op de gang werken aan verdieping. Maar hierdoor kreeg ze minder aansluiting met de klas. Ze liep sociaal-emotioneel vast. Ze kreeg lichamelijke klachten, zoals buikpijn, hoofdpijn en moeheid.”
Bij de derde dochter, Renske, gaat het al eerder mis. „Bij de peuters kreeg ze op de derde ochtend al lesstof voor groep één aangereikt. Daar genoot ze van. Ze kwam blij thuis. We vroegen de juf van groep een of ze Renske voldoende uitdaging wilde geven. De juf dacht dat het niet nodig was. Ze had wel slimmere kinderen in de klas, zei ze. Daarmee hield het voor ons ook op.”
Ook Renske wordt een onderpresteerder. Ze laat in de klas niet zien wat ze kan. Ook haar laten ze testen, maar ook nu komt er geen hoogbegaafdheid uit. „We voelden ons zeurouders en lieten het daarom zoals het was. Maar ze kwam wel elke dag gefrustreerd thuis. Ze gooide haar tas in de keuken en stampte naar boven. Ze kon ’s avonds vaak niet slapen van de prikkels.
’s Ochtends wilde ze niet eten. Ze wilde niet naar school. ‘School is saai’. Dat hoorden we hier vaak. Ze bedoelde eigenlijk dat ze niets leerden. We zwengelden het opnieuw aan op school en in groep 3 mocht ze naar de plusklas. Dat viel alleen precies tijdens de creatieve lessen, waar ze zo van genoot. Dus ze wilde er niet heen. Dat begrepen wij wel.” Ze besluiten Renske te laten testen bij Praktijk Hoogbegaafdheid in Roosendaal. „Ze bleek inderdaad duidelijk hoogbegaafd. Haar broertje Jauke lieten we tegelijkertijd testen. Ook bij hem was het al snel duidelijk.”
De Wereldwijzer
Als laatste werd Carlijn getest toen ze in groep zeven zat. „We waren bang dat ze net als Annelin op de middelbare school zou vastlopen. Daarom dachten we aan De Wereldwijzer in Goes, een school voor hoogbegaafde kinderen. We hadden er een fijn gesprek en vonden herkenning in al onze zorgen. Carlijn en Renske gingen kijken op een open dag en waren meteen positief. Ze wilden er allebei graag heen. We vroegen ons af of het voor Carlijn nog zin had voor een jaar, maar de school bood aan dat ze eventueel twee keer groep acht kon doen als ze het nodig had om nog meer te ontwikkelen.
Het is een hele stap om je kinderen naar een andere school te doen. We legden het aan de Heere voor in gebed. In die week zei een vriendin dat ze vond dat Renske er ongelukkig uitzag. Een dag later zei een invaljuf dat Renske niet op haar plek zat volgens haar. Dat was voor ons een antwoord.”
Stiltecoupés
Ze hebben er geen spijt van gehad. „Vanaf de eerste dag kwamen de meiden vrolijk thuis. Het is zo’n verschil! Op deze school voelen ze zich niet meer anders dan een ander. Iedereen is gevoelig en iedereen krijgt extra begeleiding. De meiden vonden aansluiting bij klasgenoten. Ze snapten elkaars grapjes. Verder hebben ze er stiltecoupés waar je je even kunt terugtrekken als je overprikkeld bent.” Op Carlijn had dat ene jaar toch een positieve uitwerking. „Ze had een negatief zelfbeeld, maar leerde nu dat ze er mag zijn zoals ze is. Dat ze niet gek is. Ook op de middelbare school gaat het goed met haar.”
Voor de school waarop Carlijn en Renske zaten, was het een schok dat Corina en haar man de meiden van school haalden. „De school bood excuses aan, omdat ze ons niet serieus hadden genomen. Ze gaven toe dat ze eigenlijk niet goed wisten wat hoogbegaafdheid inhield. Ze namen een hoogbegaafdheidsexpert in huis en enkele leerkrachten hebben zich erin verdiept. Daar heeft Jauke profijt van.”
Niet reformatorisch
Een nadeel is dat De Wereldwijzer geen reformatorische school is. Corina: „We kregen daar best wel reacties op. Er wordt ook over gepraat, maar het is fijner als mensen dingen open aan je vragen dan dat ze zomaar hun oordeel klaar hebben.
Er wordt op deze school wel rekening gehouden met kinderen uit onze achterban. Voor het eten vraagt de juf bijvoorbeeld een moment stilte, zodat ze kunnen bidden. Aan het begin werd er best wat gevloekt in de klas. Daar is iets van gezegd en nu is het minder.
Bij bid- en dankdag moeten we vrij vragen. De klasgenoten willen dan weten wat dat inhoudt. Zo leren onze kinderen al jong uitleggen waar ze voor staan. Dat vind ik mooi.” Bijbels onderwijs wordt er niet gegeven. „Daar dachten we vooraf over na. Toen ontdekten we dat de taak van de godsdienstige opvoeding eigenlijk meer bij ons als ouders ligt dan bij de school. We zijn daar nu bewuster mee bezig. We leren Renske bijvoorbeeld thuis de catechismus aan. En we besteden aandacht aan kerkgeschiedenis.”
Al heeft hoogbegaafdheid lastige kanten, er is ook een positieve keerzijde, benadrukt Corina. „De kinderen zijn creatief, muzikaal en sportief. En ze zijn gevoelig. Ze zien snel wat iemand nodig heeft en ze zijn behulpzaam. Dat vind ik heel mooi.”