„Welcome in our daycare centre A New Hope!” Enthousiast houdt Doina Chirica (25) de deur van het dagverblijf in Strășeni open. Ze is nog jong, heeft gestudeerd en kon in het buitenland carrière maken. Toch is ze hier in Moldavië, iedere dag weer. „Hier ligt mijn hart.”

„Vandaag zijn er zeven kinderen,” vertelt Doina, dochter van Petru Chirica. „Ze werden eerder gewoon naar de peuterschool gebracht, terwijl het kinderen zijn met special needs (speciale behoeften, red.).” 

Sommigen zitten achter een eenvoudig plastic tafeltje, Dumi achter een speciaal ingerichte plek, Vica in een zitzak in de hoek en een achtjarig meisje in haar Maxi-Cosi op de grond. 

Doina grapt wat in het Roemeens met Christie. Het jongetje is vandaag jarig en wordt extra in het zonnetje gezet. Een verjaardagsversje klinkt. Doina zingt even mee. 

Veranderen

Het zijn ook een beetje haar kinderen, vertelt ze. Ze hielp als kind al bij A New Hope. Ze studeerde economie en statistiek, volgde een master psychologie en kon carrière maken. „Maar het maakte me niet gelukkig,” vertelt Doina. „Het werk gaf me veel stress, ik vroeg me steeds afhoelang ik dit volhield. Terwijl ik hier,” ze wijst rond, „veel meer kon betekenen. Ik geloof dat God me alles gaf wat ik nodig had om hier iets te veranderen. Ik houd van de kinderen, hier ligt mijn hart!” 

Resultaat 

Dagcentrum A New Hope helpt iedere dag maximaal tien kinderen met een beperking. De kinderen knutselen, spelen met elkaar, krijgen een goede lunch. Straks mogen ze even vrij spelen. „Vica gaat dan altijd even rusten, die heeft even tijd voor zichzelf nodig.” 

Regelmatig komt er een spraak-
therapeut langs om kinderen te leren praten. Door de persoonlijke aandacht is er vooruitgang bij de kinderen. „Veel kinderen met een beperking worden verwaarloosd en hebben een enorme achterstand. Het lukt ons om ze toch dingen te leren. 

Ook onze activiteiten voor moeders hebben effect, we zien dat ze elkaar vaker helpen in de zorg voor hun gehandicapte kind. Kinderen worden meer geaccepteerd. Moeders nemen hen eindelijk mee naar de kerk.” 

Pijnlijke realiteit

Het werk geeft Doina veel voldoening. Tegelijk proef je een zekere pijn als ze vertelt over een andere realiteit. „We weten dat er in Strășeni 52 kinderen met beperkingen leven. Slechts twee gaan naar school, twee anderen krijgen thuis wat onderwijs. En wij kunnen maar voor tien van hen zorgen. Hoe zou het met die andere kinderen gaan?” 

Charity Mission probeert in ieder geval jaarlijks alle gezinnen te bezoeken, maar meer kunnen ze niet doen. Ook over de toekomst van de tien kinderen in A New Hope zijn er zorgen. „Ons centrum is ingericht op kinderen tot achttien jaar. Daarna kunnen we hen niet meer helpen. De vraag is wat er dan met hen gebeurt…” 

Doina staart even voor zich uit. „Zo ken ik kinderen die hier veel konden, maar thuis weer terugvielen, omdat ze worden verwaarloosd. Zo’n terugval merk je soms al na een weekend of korte vakantie.” 

Hoe Doina de toekomst ziet? „We willen meer mensen helpen. Ik droom ervan dat we over een aantal jaren een dagopvang hebben voor jongeren én ouderen.”