Als een dikke deken verstikt een depressie je leven. Hans van
Kranenburg en Anne Marie Thierry-van Zijl ervoeren het aan den
lijve. Welke impact heeft het? Wat doet het met je op godsdienstig
gebied? „Ik dacht vaak aan de tekst: ‘En zijn val was groot’.”

tekst C.J. de Leeuw | beeld Anneke Vat-Pul

Het wordt geen fluwelen verhaal, waarschuwt Hans van Kranenburg (51). Zijn ervaringen zijn hard en rauw. „Het ideale plaatje is: ‘Ik werd depressief, maar de Heere stond me bij’. Dat kan ik je niet vertellen.” Een ideaal plaatje: zo ziet zijn leven er wel uit, voordat een depressie eind 2014 zijn leven als een draaikolk naar beneden zuigt. „Kort ervoor zei ik nog tegen mijn vrouw: Ik heb m’n hele leven nooit tegenslag gehad. Mijn leven liep op rolletjes: een perfecte jeugd, een goede baan en een goed huwelijk.” Met zelfspot: „Dat laatste vind ik tenminste. De rest moet je aan m’n vrouw vragen.” Hans is dan 45 jaar oud. De dagen worden korter, op het werk is het heel druk. „Ik werd steeds vermoeider, maar last van stemmingswisselingen had ik niet. Totdat het van het ene op het andere
moment misging. Alsof de stekker eruit getrokken werd. Het was over en uit.” Hij wordt opgenomen op een gesloten afdeling in een psychiatrisch ziekenhuis. „Ik kreeg de keuze om me vrijwillig te laten opnemen. Nou ja, keuze: anders hadden ze me gedwongen opgenomen.”

Etiketjes

In dat psychiatrisch ziekenhuis ontmoet hij Anne Marie Thierry-van Zijl (38), eveneens opgenomen. Haar depressie was geen plotseling opstekende storm: ze kampt er dan al bijna twintig jaar mee. „Het begon rond de puberteit, toen ik zo’n twaalf, dertien jaar was. Ik was een nogal heftige
puber. Op school liep het niet en het botste met de structuur die mijn ouders me gaven. Ik knalde overal uit en stootte steeds mijn hoofd. Zo raakte ik depressief.” Als ze vijftien is, belandt ze in de hulpverlening,
niet wetend dat dit tot haar zesendertigste zal duren. „Er volgde een traject van eindeloze diagnoses. Aanvankelijk dachten ze aan adhd, maar ik reageerde niet op medicatie. Later kreeg ik etiketjes als borderline en manisch-depressief. Ik was heel depressief, maar kon me ook opladen
om op bepaalde momenten gezellig te zijn. Dat maakte het lastig om de juiste diagnose te stellen. Ik paste niet in het plaatje.”

Helemaal fout

Als ze negentien is, volgt een second opinion. „Er werd een combinatie van adhd en depressie vastgesteld. De medicijnen die ik toen kreeg, hielpen wel. Blij was ik niet, maar het leven was te dragen.” Al is een depressie nooit ver weg. „Even ging het goed, vervolgens stortte ik weer in. Per week ging het zo’n drie dagen goed en vier dagen slecht. Met af en toe een flinke depressie tussendoor.” Zo gaat het jarenlang. Tot vijf jaar geleden. „Toen werd ik zo depressief dat het helemaal misging.” Er moest iets gebeuren. Behandelaars concludeerden dat ze verkeerde medicatie kreeg. „De nieuwe medicijnen kwamen enorm aan. Ik kreeg er antipsychotica bij en dat maakte me alleen maar zieker. Het ging heel slecht. Op een nacht ging het helemaal fout. Dat was het moment dat ik werd opgenomen.”

Dit artikel verscheen compleet in de GezinsGids van 11 maart 2021, samen met een bijdrage van ds. J. Belder.