malawiEen kale, betonnen vloer en een interieur dat bestaat uit een paar tafels en wat stoelen. Veel is het niet, maar Annemarie en Marianne wonen aanzienlijk luxer dan de inheemse bevolking van Malawi. Het onderkomen van de pabo’ers is van steen en het keukentje is uitgerust met gasaanvoer, koelkast en oven.

Marianne Meeuwsen (22) en Annemarie Kot (21) volgen aan de pabo van Hogeschool Driestar Educatief een halfjaar lang een minor die nog niet zo lang bestaat: International Class. Marianne: „De eerste drie maanden kregen we samen met negen studenten uit het buitenland en zeven Nederlandse studenten les over christelijk onderwijs. In het Engels. Dat was een goede voorbereiding op de drie maanden in het buitenland die erna zouden volgen.”

 

Motiveren

De Zeeuwse meiden kozen Malawi als bestemming. „We deden in Malawi onderzoek naar het motiveren van kinderen,” legt Annemarie uit. „Via een observatielijst die we zelf opgezet hebben, inventariseerden we hoeveel complimentjes een leerkracht gaf en aan wie. We zagen dat er maar weinig gedaan werd aan complimenten geven.”


Voorrecht

„Toch zijn de kinderen wel heel gemotiveerd,” vertelt Marianne. „In Malawi is het niet vanzelfsprekend om naar het middelbaar onderwijs te gaan. De leerkrachten houden de kinderen voor: „Als je je best doet, kun je misschien verder leren!” Het is een voorrecht als je naar school mag, want dan heb je kans op een beter beroep. Vakantie vinden de kinderen het minst leuk aan school. Ze hebben weinig te doen buiten school om; ze hebben niet veel speelgoed. Er is hooguit één fiets per gezin, bijvoorbeeld.”


Vrijheid

Als leerkrachten in opleiding mochten Annemarie en Marianne ook af en toe een les verzorgen voor de groepen die al wat Engels verstaan. „Het onderwijs in Malawi is heel anders dan in Nederland,” weet Annemarie. „Er wordt veel klassikaal lesgegeven. In Nederland kun je een klas de opdracht geven: aan het eind van de dag moet de klas een museum zijn. Dat zou in Malawi niet kunnen. Bij zoveel vrijheid komt er weinig uit.”


Engels

Om zich voor te bereiden op het verblijf in het buitenland, werkten de pabostudenten vooraf aan hun Engels. Marianne: „In de zomer deden we vier weken een taalcursus in Engeland. En vorig jaar volgden we in de avonduren een tweewekelijkse cursus aan onze hogeschool. Tijdens onze mbo-opleiding tot onderwijsassistent zijn we al een keer een paar maanden naar Afrika geweest. Al met al een mooie basis.”


Liefde

Marianne en Annemarie woonden in een weesdorpje van Stichting Stéphanos, tussen zo’n honderdtien weeskinderen en het personeel van de school, het ziekenhuis en een dagopvang voor nog eens drieduizend wezen. Annemarie: „De mensen in Malawi hadden alle tijd voor ons. Er is liefde voor elkaar. Voor en na het eten kwamen ze onze handen wassen en ze fietsten gerust een uur om ons op te halen. Afrikaanse gewoontes leerden ze ons met alle plezier. Iemand bracht ons een kannetje water, zodat we dat eens op ons hoofd konden dragen. Dat was zo leuk om te doen! De tijd ging ontzettend snel. Elke dag was een feest!”