Tekst en beeld C.J de Leeuw

Onafscheidelijk ligt de kleine Moos naast z’n baas op een dekentje op de bank. Kopje op de poten, ogen gesloten. Hij heeft het waken opgegeven. Maar dr. P. de Vries niet. Hij springt op de bres voor het Woord van zijn Heere. Na zijn afscheid van de Vrije Universiteit doet hij dat nu vanuit een stichting. „We moeten er weer aan wennen klappen te krijgen.”

Achter de ruitjes van de voordeur staat Moos heftig te keffen. De kleine wachter waakt. De heer des huizes, dr. P. de Vries, moet eraan te pas komen om het beestje gerust te stellen. Na wat gesnuffel en speels gehap, geeft de goedhartige kuitenbijter zich gewonnen.

Zijn baas is niet minder waakzaam. Alert op ontwikkelingen schroomt hij niet om scherp te zijn als hij dat nodig acht. Rode lijn: de verdediging van het Schriftgezag. 

Niet neutraal

Het is één van de redenen waarom hij onlangs afscheid nam van zijn docentschap voor het Hersteld Hervormd Seminarie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Dr. De Vries: „De universiteit is onder druk gezet om mij niet langer ruimte te geven. En die ruimte was eigenlijk al klein.

Voor mij is het wezenlijk dat je op academisch niveau het Schriftgezag een plek kunt geven. Theologie is niet alleen een verantwoording van wat je gelooft, maar ook het naspreken van wat God in de Schrift zegt.

Op de VU is theologie steeds meer verworden tot religiewetenschap. Als je zegt dat je iets gelooft: dat vinden ze al lastig. Maar als je zegt: ‘God heeft geopenbaard dat…’ dan is dat een brug te ver. Dan maak je volgens hen wetenschap van iets wat tussen je oren zit. Maar voor een christen is het essentieel om belijdend wetenschap te bedrijven. Daar is de VU notabene voor opgericht.

Je mag en kunt niet neutraal zijn. Want de zin van gereformeerde theologie is dat die belijdt dat de Bijbel de stem van de levende God is. Als dat je theologie niet mag beheersen, staat je bestaansrecht ter discussie. Ik had daar meer moeite mee dan sommige collega’s.”

Teleurstellend? „Ja. Er zijn bevindelijk gereformeerden bij wie je een scherpe scheiding ziet tussen wat ze persoonlijk geloven en hun publieke waarheid. Dat lijken wel twee werelden. Ik heb daarom meer dan eens liever neo-gereformeerden dan bevindelijk-gereformeerden. Want die eersten dragen veel onbewimpelder Schriftuurlijke standpunten uit. 

Natuurlijk moet je voorzichtig zijn. Voorzichtig als de slangen. Tegelijk moet je ook oprecht zijn als de duiven. Kom er eerlijk voor uit: dit is wat we belijden. Pas op dat je de scherpe kanten van de Waarheid niet gaat verdoezelen.”

Geen vrienden

Je kunt dus te voorzichtig zijn, vindt dr. De Vries. Zoals bij de discussies over het beleid rond homoseksualiteit op reformatorische scholen. „Natuurlijk moet je lessen trekken uit wat misging. Wees vol mededogen, maar laat er ook duidelijkheid zijn over het onderliggende punt. Over wat je visie is op huwelijk en seksualiteit. Breng je boodschap pastoraal, maar het moet wel duidelijk zijn wélke boodschap je pastoraal brengt. Laat helder zijn wat je visie is en dat die visie ook niet gaat veranderen: dit is wat we belijden en dat belijden we over vijftig jaar nog. 

Sommigen zeggen: je moet die christenen de tijd gunnen om zich aan te passen aan. Nou, dan moet je geduld hebben tot de wederkomst, want zolang de tijd duurt zullen christenen dit standpunt belijden.”

Met helderheid maak je niet per se vrienden. De druk op zijn positie aan de VU nam toe. „Het was niet reëel te blijven. Daarom besloot ik zelf om me terug te trekken. Ik heb nog anderhalf jaar te gaan tot mijn emeritaat. Om die tijd nuttig te besteden ga ik theologische vorming geven aan andere groepen. Verschillende mensen drongen daar op aan. Begraaf je talenten niet, zeiden ze.

Nu is er een interkerkelijke stichting. Nee, er zitten geen dominees in. Ik wil niet dat mensen een bevooroordeelde indruk hebben. Het zijn allemaal mensen die in deze dingen eensgeestes zijn.”

Hoogmoed komt voor de val

Opeens staat De Vries op, onrustig. „Waar is Moos gebleven? M’n hondje?” Gehaast rept hij zich door de kamer, kijkt achter de banken, loopt naar de keuken. „Moos, waar zit je?” klinkt het gedempt.

Het beestje ligt gewoon op de bank, een halve meter van de plek waar zijn meester zat. De wachter was in slaap gevallen. Gewekt door het rumoer heft hij lodderig z’n kopje op. 

Het gevaar in slaap te sukkelen geldt ook de gereformeerde gezindte. Nou ja, die term gebruikt dr. De Vries liever niet. „Als je die term in sociologische zin gebruikt, ben ik daar beducht voor. Dan heb je het over een club en niet over wat iemand belijdt. Als iemand waar ter wereld ook belijdt: eens was ik blind, maar nu zie ik dankzij Gods genade, die is in wezen gereformeerd gezind.

Je moet de Waarheid met het hart beleven en uitstralen. Of je nu in de Gereformeerde Kerk onbekeerd bent of in de Gereformeerde Gemeenten: het is even erg. Het laatste is zelfs dubbel erg.

Bovendien: in één of twee generaties kan het gedaan zijn. In de gereformeerde kerken was er in de jaren dertig een bevindelijke stroom, vergelijkbaar met Bewaard het Pand. Dus pas op. Hoogmoed komt voor de val. Dat geldt persoonlijk, maar ook kerkelijk.”

Contacten zoeken

Hoe je staande moet blijven? „Het is gevaarlijk als de groep je gedrag bepaalt. Als de groep schuift, schuif jij ook. Als je in een zinkend schip zit en je kijkt niet naar buiten, dan heb je niet door dat je zinkt. Als je je alleen in je eigen kring begeeft, verlies je je waakzaamheid. Je bent zo naar binnen gericht dat je argeloos meegaat met andere ideeën. Dan wordt de zuil een zwaard dat zich tegen zichzelf keert.

Daarom is het belangrijk breed contact te hebben. Zoek contact met degenen die het Woord van God als zodanig ervaren, met levende christenen. Zeker in deze individualistische tijd. 

Kijk daarbij niet naar kerkmuren. Als je je niet beperkt tot één kring, kun je bepaalde inzichten van kinderen van God relativeren. Het gevaar is namelijk dat je op zulke mensen blindvaart. Ook zij kunnen zich vergissen.

Ik ben blij als mensen conservatief evangelisch zijn. Ook in Nederland zijn die er. Soms met een zeer behoudende levensstijl, die onze gemeenten te werelds vinden. Je kunt van hen leren. Zo ontmoette ik een evangelische voorganger. Ik vroeg hem: ‘Dus u leidt een gemeente?’ ‘Nee’, antwoordde hij, ‘bij ons doet de Heer dat’.” Hij lacht luid. Dan: „Daar zit wel wat in.”

Schriftgezag

Het is ook nuttig om oog te hebben voor de wereldkerk. Het helpt om zaken in perspectief te zien. En je kunt ervan leren. „In Nederland zijn we eeuwenlang begunstigd door de overheid. Wereldwijd zijn kerken juist vaak gewend klappen te krijgen. Daar zullen wij ook aan moeten wennen. 

We moeten leren de smaadheid van Christus te dragen. Met een vriendelijke houding voorkom je dat niet. Je zult er de samenleving niet mee winnen. Dat station is gepasseerd. Want de maatschappij heeft een antichristelijk karakter gekregen.

Je moet je nu verantwoorden voor dingen waarover vroeger iedereen het eens was. De tweede wetstafel werd door iedereen aanvaard. Op het gebied van het zevende gebod kwam de omslag. Daarom moeten christenen juist op dit terrein een punt maken. 

Dit is bovendien een punt dat de zaligheid raakt. Want om homoseksuele praxis te accepteren, moet je het Schriftgezag relativeren. Je moet er dan vanuit gaan dat God anders zal oordelen dan Hij in de Schrift geopenbaard heeft. Het Schriftgezag is essentieel. Of je verandert in je denken dóórdat je dit relativeert of je relativeert het ómdat je in je denken verandert.”

Vertaling

Zonder wedergeboorte ga je sowieso onderuit, zegt dr. De Vries. „En ook als je een levend geloof hebt, moet je bewaard worden. Je kunt op allerlei manieren verachteren. Maar God gebruikt de middelen om bij Christus te brengen en te houden. Begin daarom elke dag met de Schrift en gebed.

Daarbij is het heel belangrijk dat mensen de Bijbel begrijpen. Mensen moeten de woorden Gods in hun eigen taal horen. Op dat punt ontstaat er een probleem met de Statenvertaling. In de jaren negentig ervoer ik al: dit gaan we niet meer redden. De taalkloof wordt te groot. Een paar verouderde woorden leren, gaat nog wel. Maar het aantal komt al boven de duizend. Lager opgeleiden hijsen het niet meer. Je zult je erop moeten bezinnen. Want we kunnen het Woord niet in het hart brengen, maar wel aan het oor. We schieten tekort als we dat niet doen.

Of dit niet gevoelig ligt? Ja, maar je mag dit niet als een principieel punt zien. Het Schriftgezag, dát is principieel. Een vertaling blijft een vertaling, die voor verbetering vatbaar is. En als je woorden moet gaan toelichten, schiet een vertaling tekort.”

Geen wanhoop 

Moos heeft zijn kopje weer neergevlijd en doezelt verder. Zijn baas staat niettemin op scherp. Maar al ziet hij negatieve tendenzen, moedeloos is hij niet. „Een klaagzang kan een zichzelf vervullende profetie worden. We zouden God tekortdoen. De Heere werkt nog onder ons. Met de wereldkerk weten we dat de poorten van de hel de gemeente niet zullen overweldigen. Christus’ Kerk blijft. Hij zal niet zonder onderdanen zijn.”

Dit interview verscheen in de GezinsGids van 6 mei 2021 jl.