Auteur Mettie de Braal-Prins bracht op uitnodiging van Kom over en help een dag en een nacht door in een Armeens gezin. Mettie: “Wat me het meest geraakt heeft, is de verbondenheid en liefde tussen de generaties en de respectvolle omgang met elkaar. En de grote plaats die het samen zingen en bidden inneemt in het christelijke gezin.”
Het pad naar de woning is glibberig door de modder. De deur hangt scheef in de hengsels. Een gordijn dat eens wit is geweest moet de tocht tegenhouden. Buiten is het aardedonker. Binnen bungelt een kaal peertje aan het plafond. Het probeert wat koud licht te verspreiden. In het midden van de kamer staat een houtkacheltje. Multifunctioneel gebruikt voor het koken van het voedsel; verwarming en verbranding van afval.
De kachelpijp loopt dwars door de kamer. Tegen de achterwand staan twee tweepersoonsbedden. Ertussenin staat een tafel met (school)boeken en wat kleding.
Verder een piepklein kastje met serviesgoed en tegen de zijwand leunt een houten bank. Daarvoor de eettafel met één stoel aan het hoofd en aan de andere kant nog een bank. In deze ene ruimte woont, werkt, eet en slaapt een gezin van minimaal zes personen. Dit is dus het komend etmaal ook mijn onderkomen.
De kennismaking met het gezin is allerhartelijkst. Het lijkt alsof iedereen er naar uitgekeken heeft de buitenlandse gast te ontvangen. Het duurt even voor ik door heb wie nu eigenlijk wie is en waarom hij of zij zich in huis bevindt. In een mengelmoes van Armeens en Engels komen namen en relaties voorbij. Uiteindelijk begrijp ik dat oma Layra (55) en opa Volodja (55) officieel in het door Kom over en help geschonken huis wonen. Op steenworp afstand van het oude huisje waar we nu met z’n allen zitten.
Het blijft nog even spannend waar ik strak mijn hoofd op het kussen neer mag leggen.
Dochter Narine (32) heeft gestudeerd. Maar bij gebrek aan werk in de afstudeerrichting, verkoopt zij kaartjes in het museum van de naburige stad Stepanakart. Haar man werkt in Rusland. Hij komt om de paar maanden thuis. Als Narine werkt, past haar moeder op de kinderen Layrique (9) en de tweeling Gregor en Vazgen (6).
Narine heeft nog een zus. Anni (28) is getrouwd met Abram en samen hebben zij twee kinderen. Hun eigen huisje gebruiken ze alleen om er te slapen. Tenslotte zit er ook nog een “oom” naast de kachel. Hij werpt zich op als degene die het een en ander van Holland weet.
Vele malen hoor ik “sit down” en “nasthèl”. Engels en Armeens voor ga zitten. Ik mag plaatsnemen op een kussen op de bank langs de muur. De tafel wordt zo dicht tegen mijn buik aangeschoven, dat ik bijna geen kant meer op kan.
De maaltijden houden het midden tussen een uitgebreide thee en avondeten. Walnoten, granaatappelen, peren, honing, lavash (heel dun brood wat in repen gescheurd en al dan niet met vulling opgerold gegeten wordt), soep met grote stukken aardappel, sloten thee en sterke, mierzoete koffie. De kinderen eten niet mee. Zij zitten op de rand van het bed te spelen met wat er uit de koffer kwam. Zo af en toe krijgen ze iets toegestopt.
Volodja zit aan het hoofd van de tafel. Op de enige stoel die er in huis te vinden is. Hij is begin dit jaar arbeidsongeschikt geraakt door een hersenbloeding en kan moeilijk zijn zinnen formuleren. Zijn vrouw en dochters gaan respectvol met hem om. Hij is duidelijk het hoofd van het gezin.
Aan het begin van elke maaltijd staan we voor onze zitplaats en wordt er iemand aangewezen die hardop voorgaat in gebed. Ook de kinderen doen daaraan vrijmoedig mee.
Dankzij de soep en de vele koppen thee moet ik echt een toilet opzoeken. Dat blijkt zich buiten te bevinden. Het is aardedonker. Bij het flauwe schijnsel van mijn mobiel glibber ik naar een hokje van golfplaten. Met een gat in de grond.
Als ik terug kom, staat Layra klaar met een kroes water. Ik mag mijn handen afspoelen boven een teil. Water laat je niet zomaar wegvloeien! En Layrique geeft de handdoek aan.
Layrique en haar broertjes en neven genieten van het nieuwe speelgoed. Ze hadden alleen wat takjes om mee te spelen. Hun leventje bestaat uit thuis meehelpen met water halen – tien minuten lopen heen en tien minuten lopen terug – ; hout hakken voor de kachel en voor de dieren zorgen. In de herfst rapen ze de noten en plukken het fruit. Op school wordt hard gewerkt. Layrique laat haar lesboek Engels zien. Dat boek blijkt een verrassende tolk te zijn. Langzaam maar zeker komt er een gesprek op gang.
Het is geen verhaal om vrolijk van te worden. Narine en haar gezin leven op de grens van het bestaan. Letterlijk, doordat ze aan de grens van de enclave Nagorno-Karabach wonen. Twee stappen voorbij hun fruitbomen begint niemandsland tussen grondgebied van Armenië en Azerbeidzjan. Toen de familie in 1988 op de vlucht sloeg voor de aardbeving, kon men niet bevroeden dat luttele jaren later een oorlog uit zou breken. Waarvan tot op de dag van vandaag de gevolgen nog tastbaar zijn.
Ook figuurlijk leeft het gezin aan de grens van het bestaan. Zonder de ondersteuning van Kom over en help komt het de winter niet of nauwelijks door.
En toch klinkt door alles heen de liefde voor en de betrokkenheid op elkaar. De kinderen zijn met heel weinig tevreden. Grootouders spelen een belangrijke rol in het gezinsleven. Oma Layra leert de kinderen Bijbelteksten en geestelijke liederen. Zij bidt dagelijks om de bekering van haar man en dochters.
Als ik de volgende middag weer opgehaald word, stap ik met een dubbel gevoel in de bus. Dankbaar voor de liefde en warmte waarin ik heb mogen delen. Beschaamd over de gastvrijheid waarmee ik ondanks de armoede ontvangen ben. Bezorgd om de toekomst van dit gezin en de honderden andere gezinnen aan de grens van het bestaan.