Tekst A.M.PC. van Hartingsveldt-Moree

Steeds minder burgers van Nederland zijn kerkelijk. Slechts veertien procent van de Nederlanders zegt tot een protestantse kerk te behoren. Is dit een teken van verval van de kerk? Wanneer bloeit een kerk eigenlijk wél? Als de kerk groeit? Als er een nieuw kerkgebouw gebouwd moet worden? Als er veel belijdeniscatechisanten of avondmaalgangers zijn? Wat zijn nu kenmerken van een bloeiende kerk? Een verkenning.

Inleiding | Trend

De religieuze betrokkenheid in Nederland neemt elk jaar af, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De nieuwste CBS-reportage ‘Religie in Nederland’ toont dat steeds minder mensen rekenen zich tot een religieuze groepering.

Ontkerkelijking leidt tot nieuwe verhoudingen in de samenleving, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau: ‘Nederland is geen gelovig land meer. Atheïsten en agnosten vormen inmiddels een meerderheid onder de bevolking’.

Je ziet dan ook om je heen dat steeds meer kerkgebouwen dichtgaan of een andere bestemming krijgen. Betekent dit dat de bloeitijd van de kerk van Nederland voorbij is?

Verband | Dieper en hoger kijken

Wanneer bloeit een kerk? De bloei van de kerk wordt in elk geval niet bepaald door cijfers en statistieken en is niet afhankelijk van het aantal kerkgangers of kerkgebouwen. Wie wil weten of de kerk bloeit, moet verder kijken: dieper kijken en hoger kijken.

Een volle kerk in Nederland zegt nog niets over het hart van de kerkgangers. Het kerkgebouw kan gevuld zijn met mensen die niet door het geloof aan God verbonden zijn. En een land zonder bovengronds kerkgebouw kan ondergrondse huisgemeenten hebben met leden met een levend geloof. De Bijbel leert dat aan de staat van de wortels (dieper kijken) en het gebruik van de vleugels (hoger kijken) is af te lezen of de kerk bloeit.

Bijbel | Woestijnkerk

De kerk in de eindtijd leeft in de woestijn. Daar heeft God haar een plaats bereid en daar wil Hij haar voeden (Openbaring 12:6). De omgeving van de kerk wordt in Gods Woord dus niet geschilderd als een ‘dichtbevolkte stad’ met veel kerkmensen en kerkgebouwen, maar als een ‘dunbevolkte woestijn’ met enkele reizigers en schuilplaatsen bij God. De bloeitijd van de kerk laat zich niet aflezen aan kwantiteit (hoeveelheid), maar aan kwaliteit (hoedanigheid).

Welke eigenschappen geeft de Bijbel van een bloeiende kerk? Zonder volledig te willen zijn, worden er hier vier genoemd:

1. In de gelijkenis van het zaad (Mattheüs 13) benadrukt Christus meerdere malen dat het gaat om de wortel. Wat betekent dat?

De kanttekenaren formuleren het kort en bondig: ‘Een recht en vast vertrouwen op Christus, waardoor wij met Christus als met een vaste Grond van onze zaligheid verenigd worden en van Hem levenssappen trekken’. In zijn brieven sluit Paulus daar verschillende keren bij aan. Het gaat erom dat de kerk door het geloof geworteld en opgebouwd wordt in Christus (Kolossenzen 2). De kerk bloeit alleen als ze drinkt van de Fontein des levens. De kerk floreert alleen wanneer zij gevoed wordt met het Brood des levens. Er is alleen bloei door gelovig gebruik te maken van het lichaam en bloed van Christus!

2. In Openbaring 12 staat dat de kerk twee vleugels van een grote arend heeft gekregen waarmee ze buiten het bereik van de vijand kan komen. De meeste verklaarders zeggen dat deze vleugels wijzen op het geloof en het gebed. De kanttekenaren noemen: het geloof ‘waardoor zij in dit alles op Christus, haar Hoofd, vast gegrond blijft’ en de hoop ‘waardoor zij alle verdrukkingen overwint, wetende dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te wegen tegen de heerlijkheid die aan ons zal geopenbaard worden’. Een kerk die bloeit, zoekt en bedenkt de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn (Filippenzen 3).

3. Is de kerk dan werkeloos in de woestijn? Nee, ze is werkzaam voor het Koninkrijk van God: ‘Uw Koninkrijk koom’ toch, o Heer’!’ Het is een zwangere en barende kerk (Jesaja 66, Hooglied 8, Openbaring 12): ‘Namelijk om Christus door het Evangelie te baren in de gehele wereld’ (kanttekening).

Waarom dit beeld? ‘Christus in de wereld voortbrengen door de prediking van het Evangelie wordt ons hier afgebeeld door de gelijkenis van een vrouw in barenssmart. Zoals het kinderbaren geschiedt met veel pijn en zwarigheid, zo gaat het ook toe als men Christus in de harten en gemoederen van de mensen brengt, opdat zij in Hem geloven’ (kanttekening). De kerk in Nederland wordt misschien alleen maar kleiner, maar de Kerk van God wordt alleen maar groter!

4. Heeft de kerk het gemakkelijk in de woestijn? Er woedt een geestelijke strijd. Ze ervaart tegenstand van de duivel, maar ook bescherming door God. De kerk wordt gelouterd door het lijden en beproefd door moeilijkheden. Het geeft geloofsoefeningen: met haar vleugels vliegt ze omhoog en ziet ze dat de zaligheid en de kracht en het Koninkrijk van God is en de macht van Christus (Openbaring 12:10).

De duivel is overwonnen. Ze is nog in de strijd verwikkeld, maar de strijd is gewonnen. Zover is het nog niet, maar zover komt het wel. En daarom leeft ze vanuit de vreugde van God (Openbaring 12:12) in Christus.

Persoonlijk | Leven uit geloof en gebed

Bloeit de kerk in Nederland? Laten alle kerkgangers het nagaan in hun persoonlijke leven. De buitenkant zegt niets. Cijfers en getallen zeggen niets. De kerk bloeit:

– als ze door het geloof geworteld is in Christus;

– als ze door het geloof wandelt aan de hand van een belovende God en schuilt bij Christus voor alles wat van binnen en van buiten woedt;

– als ze bidt en werkt voor de komst van Gods Koninkrijk;

– als ze geestelijk strijdt vanuit de vreugdevolle overdenking van het toekomende leven.

‘De woestijn en de dorre plaatsen zullen hierover vrolijk zijn, en de wildernis zal zich verheugen, en zal bloeien als een roos. Zij zal lustig bloeien, en zich verheugen, ja, met verheuging, en juichen; zij zullen zien de heerlijkheid des HEEREN, het sieraad onzes Gods’ (Jesaja 35).

Dit artikel is een bijdrage uit de rubriek ‘Tegen het Licht’ uit de GezinsGids van 9 februari D.V.