Een paar eenden dobberen op een plas water die aan het weiland van de familie Peene grenst. Wat varkens vermaken zich in de modder. De fazanten en kippen hebben hun eigen plekje op het grasveld. Dit is het domein van familie Peene.
Tekst Thirza Westerbeke Beeld Hanno de Vries
Tussen de dierengeluiden door, klinken kinderstemmetjes. De anderhalf jaar oude tweeling Karel en Corné zijn samen op ontdekkingstocht door de tuin. Af en toe sneuvelt een bloemblaadje. Of een onrijpe bes. Moeder Jantien (23) komt soms ogen en handen tekort als de jongens buitenspelen. „Maar op een ander moment zitten ze zomaar een hele poos samen in het gras naar de dieren te kijken,” vertelt ze. „Dan zie ik ze met hun vingertjes wijzen en hoor ik ze van alles brabbelen tegen elkaar.” Binnenspelen, dat doen haar jongens bijna niet. Vooral Olivier (4) is altijd buiten. „Zelfs als het regent wil hij nog naar buiten,” glimlacht haar man.
Kuikentjes
Dat hun kinderen zo dicht bij de natuur opgroeien, vinden Jantien en Abco (25) heel mooi. Abco: „Ze leren zoveel doordat ze buitenspelen. Als er een kip aan het broeden is, maken ze het proces van dichtbij mee. ‘Pap, zullen we kijken of er nu al kuikentjes zijn?’, vraagt Olivier dan.”
Dat de kinderen hun kennis op die manier uit de natuur halen, merkt Jantien wel. „Pas mocht er een kooi met kuikentjes een paar dagen met Olivier mee naar school. Toen ik de kuikentjes bracht, vroegen sommige kinderen: ‘Wat zijn dat?’ Ik was echt verbaasd. Sommigen wisten echt niet waar die beestjes vandaan komen. Tja, als je met dieren opgroeit, is het zo vanzelfsprekend dat je zo ook kent.”
Op het erf
Een leven zonder dieren kan zowel Jantien als Abco zich echt niet voorstellen. „Ik woonde hier al met mijn ouders,” wijst Abco naar het huis vooraan het erf. „Ik heb altijd dieren om me heen gehad.”
Ook Jantien groeide op het erf van een melkveehouderij op. Op jonge leeftijd leerde ze Abco kennen. „Ik woonde toen al op mezelf,” vertelt ze. „We hadden nog niet lang een relatie, toen ik zwanger raakte van Olivier.”
In 2021 trouwden Jantien en Abco. De huizenprijzen stegen echter rond die tijd de pan uit. „We waren allebei nog jong en moesten het van één inkomen doen. Abco was net begonnen als zelfstandige en ik had geen werk meer in verband met mijn zwangerschap. Een huis kopen was bijna niet mogelijk. Van de gemeente mochten we woonunits plaatsen op het erf van Abco’s ouders.”
Koe op stap
Hun woonruimte op het erf hebben ze zich gauw eigen gemaakt. „We hebben hier de beestjes om ons heen en we genieten heel erg van de vrijheid. Als we soms anderen zien die in een rijtjeshuis wonen, met een achtertuin van een paar vierkante meter… Ik zou het er heel benauwd krijgen,” verzucht Jantien.
„Op het erf is altijd wel wat te doen. Soms gebeuren er zomaar onverwachte dingen. Dan is er weer een eend die een nest met eieren heeft of krijgt een ander dier weer jongen. Pas hadden we een tochtige koe die op stap was gegaan. Ze was nergens meer te vinden. De volgende dag zijn we maar naar de buren gegaan. ‘Hebben jullie een vreemdeling in de stal?’ vroegen we.” Lachend: „En ja hoor, daar liep ze.”
Eigen huis
Het zorgen voor de dieren komt wel steeds meer op de avonduurtjes aan. „In mei is ons vierde zoontje Bram geboren,” vertelt Jantien. „Overdag heb ik het druk met de kinderen, m’n huishouden en m’n werk als zzp’er. Als ik tijd heb race ik dan nog weleens met de grasmaaier door de tuin, maar alle dieren voeren, dat lukt niet óók nog.”
Gelukkig kan ze terugvallen op haar schoonouders. „De jongens mogen naar oma als ik naar m’n werk ga. Dan zijn ze eigenlijk alsnog ‘thuis’ op het erf.”
Toch komt er aan dat ‘even binnenwippen’ binnenkort een einde. „We hebben een huis gekocht, vijf minuutjes fietsen hiervandaan. Daar zijn we heel blij mee. Het is fijn om op dit plekje te wonen, maar nu krijgen we toch echt iets voor onszelf.”
En de ruimte en vrijheid dan? „Die nemen we voor een gedeelte gewoon mee. Bij het nieuwe huis is een ruime tuin. We willen nu meer vogels en fazanten gaan houden.” Lachend: „Die zijn in een wijk wat makkelijker te verzorgen, dan bijvoorbeeld een schaap.”
Macaroni
En het schaap, die blijft voorlopig nog grazen in de wei bij Abco’s ouders. Net als koe Noortje. Genoeg reden om vaak even langs te komen op het erf. Jantien knikt naar haar jongens. „Die snoepen ook graag mee uit oma’s tuin. Als ze tomaatjes zien, zijn die binnen no-time op.
Gisteren gingen we een dagje naar de dierentuin. Abco’s moeder had bakjes mee, met paprika, tomaat en komkommer. Dat werken de jongens zo weg. Nog liever dan snoep.”
Ze lacht. „De jongens eten echt álles. Pas gooide ik een restje macaroni op het grasveld voor de kippen. Toen ik even later naar buiten keek, waren Karel en Corné samen met de kippen de macaroni aan het opeten. Dan laat ik ze maar doen. Het is alleen maar heerlijk dat ze zó echt kind kunnen zijn.”
Dit interview is onderdeel van een tweeluik in de GezinsGids over ‘buitenleven’. Dit interview staat in de GezinsGids van 5 oktober 2023.