Tekst C.J. de Leeuw

Hoe moet het verder? Zakenman Don Larson had na een lucratieve deal alle tijd om over die vraag na te denken. Nu runt hij een cashewnotenfabriek in Mozambique met oog voor de naaste. „Pas later besefte ik dat de Schrift zegt dat ‘wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking’ de ware godsdienst is.” 

Hij heeft een nogal stormachtige carrière achter de rug. Op zijn tweeëntwintigste had Donald Larson – opgeleid als werktuigbouwkundige – al zeven medewerkers onder zich die zijn vader hadden kunnen zijn. Dat was nog maar het begin. Rond zijn veertigste was hij directeur van de cacao-afdeling van het internationale Hershey Chocolate.

Opmerkelijk genoeg zal hij later in de voetsporen treden van de oprichter van dit bedrijf, Milton Hershey. Die was schatrijk, maar verkocht alles om voor wezen en minderbedeelden te gaan zorgen. Larson: „Mijn schoonvader was één van die wezen.”

Maar eerst moet Larson daarvoor afscheid nemen. „Ik kreeg als directeur de opdracht om onze belangrijkste chocoladefabriek uit te besteden aan andere grote bedrijven. Toen nam ik ontslag, want dat stond haaks op de idealen van de oprichter van ons bedrijf.” 

Larson besluit om zelf een chocoladefabriek te beginnen. „Het werd de grootste cacaoverwerkingsfabriek ter wereld. Al snel had het bedrijf een omzet van honderd miljoen dollar per jaar. Een Zwitserse chocoladefabriek deed een overnamebod dat mijn buitenlandse investeerder niet kon afslaan. Ik was niet meer nodig als directeur.”

Overgave

Het wordt voor Larson het begin van een bezinningsperiode. „Wat wilde ik hierna gaan doen? Ik kreeg een prachtig aanbod voor een nieuwe baan, maar die zou pas over vijf maanden starten.”

Hij gaat op zoek naar verdieping. „Ik was christen geworden toen ik 29 jaar oud was. Ik leefde een gewoon, keurig christelijk leventje. Ging naar de kerk. Bezocht Bijbelstudies, conferenties. Toch voelde het alsof ik aan de zijlijn stond. Alsof ik niet echt meedeed. Hoewel ik succesvol was, ervoer ik een leegte.”

Larson zoekt de eenzaamheid op. Op een dag komt het moment dat zijn verdere leven zal tekenen. „Ik zat in een hotelkamer en schreef op een briefje: ‘Heere, de rest van mijn leven is voor U. Neem me in Uw dienst’. Het was alsof de Heere tastbaar aanwezig was.”

Het eerste wat Larson doet: het schitterende baanaanbod afslaan. „Ik ging theologie studeren en dacht dat ik predikant moest worden. Maar God wilde een andere weg met me gaan. Een weg die beter paste bij mijn persoonlijkheid, talenten en ervaringen.”

Hoe werd dat duidelijk?

„Na dat moment van overgave was ik gericht op de verborgen omgang met de Heere. In die periode ervoer ik zo’n sterke liefde tot God dat ik alles voor Hem zou willen doen. 

Tijdens een christelijke conferentie gebeurde iets opmerkelijks. Op de laatste avond zei een oudere vrouw tegen me: ‘Je staat op een kruispunt. De Heere beproeft je gehoorzaamheid. Hij wil dat je niet iets kiest wat jou gunstig lijkt. Wacht nog drie weken, dan zal het een beetje duidelijk worden. En over drie maanden zal het helemaal helder zijn. Denk aan wat de Schrift zegt: ‘Gehoorzaamheid is beter dan offerande’. 

Precies na drie weken wérd het duidelijk. Ik stond onder de douche. Op dat moment kwam er een gedachte op, zo helder dat het haast hoorbaar was: ‘Bouw voedselfabrieken in derde wereldlanden om duurzame economische verandering te brengen’. Ook de naam was meteen duidelijk: Sunshine.

Precies na drie maanden was ik in Tanzania en sprak met de leiders van het land, allemaal vrienden van de president. Ik vertelde hen over de Sunshine-benadering die ik biddend had uitgedacht na dat moment in de douche. Ze waren positief. In 2011 emigreerde ik met een deel van mijn gezin naar Mozambique. Sindsdien werken we hieraan. 

Ik heb vaak gezegd dat ik nooit meer in de voedselindustrie wilde werken. En dat ik nooit naar Afrika zou gaan. Maar God riep me om het wél te doen. Dat vraagt gehoorzaamheid. Maar als je gehoorzaam bent, zul je getuige zijn van Gods heerlijkheid.”

Wat vond uw gezin ervan?

„God staat op de eerste plaats, boven mijn familie. Dat klinkt misschien hard, maar daartoe zijn we geroepen. En als Hij de eerste plaats krijgt, valt de rest op z’n plek.

De Heere is betrouwbaar. Hoewel we als gezin gescheiden werden, is de band alleen maar sterker geworden. Onze jongste zoon William en oudste dochter Cassie werken inmiddels allebei in het bedrijf.”

Hoe gaat het nu met het project?

„We hebben een cashewmerk opgezet dat in Amerika een A-merk is. Het ligt daar inmiddels zeven jaar in de schappen. We proberen het nu ook in Europa, het Midden-Oosten, Azië en Afrika op de markt te brengen.”

Wat houdt het Sunshine-idee in?

„We kiezen voor een totaalbenadering. We bouwen voedselfabrieken in ontwikkelingslanden om markt te creëren voor kleine boeren. 

Cashewboeren in Mozambique bijvoorbeeld. Ze hebben geen elektriciteit en geen water. En ze hebben geen idealen. Met de twintig bomen die ze gemiddeld hebben, verdienen ze zo’n 33 dollar per jaar. We zijn nu bezig met een project dat dit inkomen zal opschroeven tot tienduizend dollar. Dat plan voorziet ook in gezondheidszorg en onderwijs, in elektriciteit en water.

Daar moet wel hard voor gewerkt worden, ze kunnen niet hun hand ophouden. We maken ondernemers van hen, geen medewerkers. We houden ze een ideaal voor en geven hun middelen om dat na te streven.

In onze fabrieken wordt de oogst verwerkt tot eersteklas producten en geëxporteerd naar alle delen van de wereld, wat inkomen genereert voor Mozambique. 

We automatiseren zo weinig mogelijk, want met handwerk kunnen we meer mensen werk bieden. Werknemers krijgen drie keer het minimumsalaris. En dat in een gebied waar veel werkloosheid is.

Een deel van de opbrengst wordt besteed aan weeshuizen en het verhogen van de levensstandaard van kleine boeren. En aan het bouwen van nieuwe fabrieken, zodat er weer meer werkgelegenheid ontstaat.

Rond de fabrieken hebben we huizen gekocht om wezen en weduwen bij elkaar te brengen, zodat ze als het ware samen een nieuw gezin vormen. Zo bloeit hun leven weer op.”

Hoe werd het lokaal ontvangen?

„De overheid vertrouwde het eerst niet zo, maar inmiddels helpen ze ons. Ze zijn er zelfs trots op. Provinciegouverneurs komen langs op de fabriek omdat ze dit project ook in hun eigen provincies willen. Er zijn gemeenschappen die grond beschikbaar stellen omdat ze mee willen doen.

We zitten nu in een pilot-fase. Als dat succesvol blijkt, willen we het opschalen, zodat we duizenden van de armsten ter wereld kunnen helpen. Mensen die uitgebuit en uitgestoten waren. Door God worden ze met dit project vooraan gezet. En alles wat ik hoef te doen, is gehoorzaam zijn.”

Ging het dan allemaal zo voorspoedig?

„Er zijn gevaren en onzekerheid, beproevingen en verdrukkingen. Het is niet makkelijk. Toch zou ik nergens anders liever zijn dan hier. 

Vroeger was ik verslaafd aan kicks. Motorrijden, bungeejumpen, raceauto’s: alles voor de spanning. Dat heb ik allemaal achtergelaten. Nu beleef ik de spanning door de beproevingen die op mijn pad komen in het volgen van Zijn roepstem.

We maakten veel gevaarlijke dingen mee. Zo drongen er in 2013 een paar mannen met kalasjnikovs het huis binnen. Ze wilden onze auto’s stelen. Eén van hen hield mijn gezin onder schot. De andere dwong me de sleutels te zoeken. 

Met de loop van zijn machinegeweer porde hij in m’n lijf. Hij telde af naar het moment dat hij me neer zou schieten. Toen hij bij nul was begon hij gelukkig opnieuw te tellen. Ik vond de sleutels. We hebben de auto’s nooit teruggezien.”

Was u niet bang?

„Ik bleef heel rustig. Dat gaf de Heere. Later bad ik: ‘Waarom moesten we dit meemaken?’ Toen was het alsof Hij zei: ‘Dit heeft je gelouterd’. En dat was waar. Sindsdien was ik nog vastberadener om dit werk te doen voor de armen, weduwen en wezen.

Zo gebeurden er meer dingen. Maar we hadden van tevoren de kosten berekend. We waren bereid om voor deze zaak te sterven. En als je in Gods weg gaat, hoef je niet bang te zijn, want een veiliger plek is er niet. Als je ervan afwijkt, dán heb je reden om bang te zijn.”

Zou elke ondernemer moeten doen wat u doet?

„Je moet alleen doen wat God zegt dat je moet doen. En daarvoor moet je sterven aan jezelf, aan materialisme. Alles overgeven. 

Ik had het geluk dat ik al vroeg ontdekte dat succes niet alles is. Veel in het zakenleven vond ik afstotend. Hebzucht en erkenning zijn bepalend. 

Ik denk dat we meer Godvrezend moeten zijn in het zakendoen. Dat is lastig als je omringd wordt door corruptie, uitbuiting en hebzucht.”

Wat moet je kunnen om zoiets als Sunshine tot stand te brengen?

„Helemaal niets. Het is wel nodig dat je de Heere boven alles stelt. Wacht dan geduldig op Hem en Hij zal je de weg wijzen. En als Hij je roept, verspilt Hij nooit iets uit je verleden. Zo gebruik ik nog elke dag wat ik leerde en meemaakte in het verleden. 

Toen ik me aan Hem overgaf, dacht ik dat ik predikant moest worden. Hij leidde me terug naar het zakenleven. Maar dan om op zó’n manier zaken te doen dat ik iets van Hem zou weerspiegelen.

Ik heb dit niet gedaan voor erkenning of waardering. Alleen uit liefde en gehoorzaamheid. De Heere leidde me stap voor stap. Pas later besefte ik dat de Schrift zegt dat ‘wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking’ de ware godsdienst is.

Ik verliet mijn huis, broers, zussen, moeder, vader, kinderen en land. Maar niet om ‘honderdvoud te ontvangen in deze tijd’, zoals staat in Markus 10:29. Nu geeft Hij me huizen, moeders, kinderen en land om te gebruiken voor Hem. Het was eenvoudigweg het gevolg van het gehoorzaam-zijn aan Hem. Zijn Woord werd werkelijkheid, zonder dat ik ernaar streefde.”

Donald Larson spreekt op 19 november D.V. over het Sunshine-project tijdens het Business as Mission-congres in Dordrecht.

Dit is deel 1/3 van een artikel in de GezinsGids van 4 november 2021.