„Mevrouw, uw zoon is opgepakt voor een delict.” Met vier man sterk stond de politie aan de voordeur. „Ik kon het niet geloven. Mijn zoon doet zoiets niet!” was de reactie van Andrea (49). Toch was het zo. „Sommige mensen veroordeelden ons en zeiden dat we te soft voor Sam waren geweest.”

Tekst: C.A. Schipaanboord-de Vos

Sam was altijd een leuke, spontane kerel, zegt moeder Andrea. „We hadden een goede band. Maar rond zijn zeventiende veranderde dat. Ik had al langer het idee dat hij zichzelf aan het zoeken was. Wie was hij, wat kon hij en wat waren z’n kwaliteiten? 

Gelukkig had hij leuk werk, waar hij het naar z’n zin had. Maar over zijn privéleven deelde hij steeds minder. Hij zei niet waar hij heenging, wanneer hij terug zou komen en kwam soms ook niet thuis slapen. 

Dat gaf heel veel spanning. Ik maakte me zorgen over waar hij was en lag er regelmatig wakker van. Het was moeilijk om te zien dat hij in een paar maanden tijd zo veranderde.”

Lamgeslagen

Op een dag ging de bel en zag Andrea vier agenten bij de voordeur staan. Ze zeiden dat Andrea even moest gaan zitten en ze ging hen voor naar de woonkamer. 

„Toen zag ik een agent in de tuin staan. Hij hield de achterdeur in de gaten. Dat verbaasde me. Wat was er aan de hand? Ze vertelden dat Sam betrokken was bij een delict en opgepakt was. ‘Nee, dat zou mijn zoon nooit doen!’ was mijn reactie.” 

Het duurde lange tijd voor het landde, vertelt Andrea. „Het moest echt een plek krijgen. Ik voelde me verschrikkelijk falen. Had ik het niet kunnen voorkomen? 

Ik voelde me totaal lamgeslagen. Eigenlijk drong het pas echt door toen ik Sam in de gevangenis opzocht.”

Zakje kleding

Dat eerste bezoekje vergeet Andrea nooit meer. „Ik was nog nooit van m’n leven in een gevangenis geweest en vond het heel confronterend. Bij binnenkomst werd ik uitgebreid gefouilleerd, want ze willen alles uitsluiten,” vertelt ze. 

„Een agent die mij zag, vroeg of ik gelovig was. Hij vond het bijzonder dat ik mijn zoon op kwam zoeken. ‘Het is toch niet meer dan normaal om je eigen kind op te zoeken?’ zei ik. 

De agent zei dat dit niet zo normaal was. Hij vertelde dat er eens een vader kwam die een zakje kleding bij z’n zoon bracht. Hij zei erbij dat zijn zoon het maar uit moest zoeken. Hij had voorheen z’n vader niet nodig gehad, dus nu ook niet meer. 

Dat vind ik geen christelijke houding. Iedereen kan toch fouten maken? Hoe verdrietig het ook is.”

Geen handboeken

Er ging heel veel door Andrea heen toen ze haar zoon zag zitten. „Ik kon bijna niet geloven dat het echt zo was. Ik vond het ook lastig hoe ik het beste kon reageren naar hem. Zo’n eerste reactie is heel belangrijk, maar er zijn geen handboeken voor. Gelukkig was onze band altijd goed. Dat bleek ook toen nog zo te zijn,” vertelt ze. 

„We werden van alle kanten bekeken, dat vond ik verschrikkelijk. De bewakers zitten daar heel de tijd op je te letten en er zijn ook andere gedetineerden en bezoekers bij. 

Sam was heel rustig en liet geen emoties zien. Die kwamen er later pas uit. Toen besefte hij meer wat hij allemaal gedaan had.”

Te soft

De gevangenschap van Sam drukte een stempel op het hele gezin. „We wilden het niet verdoezelen en vertelden het eerlijk in onze omgeving, in de hoop dat anderen ons zouden steunen. Dat gebeurde grotendeels ook. We hadden goede gesprekken met de dominee en ouderling. 

Maar we kregen ook keiharde reacties. Zo zeiden mensen tegen ons dat we veel te soft voor Sam waren geweest. Het doet pijn als mensen je zo veroordelen. Wat heeft het voor zin om zoiets te zeggen? Daar bereik je niets mee. En kunnen zulke mensen het zelf beter? 

In veel gezinnen gebeuren er dingen, maar niet alles komt aan het licht. Zulke opmerkingen probeerde ik naast me neer te leggen. Zij hebben zeker perfecte kinderen, dacht ik dan,” zegt Andrea.

„Daarnaast hebben onze kinderen regelmatig het idee dat mensen hen niet groeten. Vooral de pubers, die zijn daar extra gevoelig voor. Als iemand hen niet groet, denken ze meteen dat dit komt doordat hun broer in de gevangenis heeft gezeten.”

Helpen

De meeste mensen vonden het gebeurde heel moeilijk voor Andrea en haar gezin en leefden mee. „Op de ochtend nadat Sam opgepakt was, was ik totaal uit het veld geslagen. Ik kon niets meer en wist niet hoe ik alles moest doen. 

Toen stond er iemand uit de kerk op de stoep. ‘Ik kom je helpen!’ zei ze. Ze pakte de draad op en hielp me met de dingen die een moeder ’s ochtends in huis doet. Ik had er niet eens om gevraagd! Dat vond ik heel bijzonder en het was heel fijn,” vertelt Andrea. 

„Ook vertelde een ander echtpaar ons dat zij iets vergelijkbaars meegemaakt hadden, maar dat ze er liever niet over spraken. Zij hingen het niet aan de grote klok, uit angst voor reacties. Dat kan ik best begrijpen. Als je open bent, kan het twee kanten op gaan.”

Kruisje

De gevangenschap van haar zoon gaf Andrea en haar man veel zorgen over de toekomst. „Hoe moest het als hij vrij zou komen? Hij zou een kruisje achter zijn naam hebben. Wie zou hem willen hebben? Wie zou er nog toekomst in hem zien? Zou hij het financieel kunnen behappen? We tobden ermee.

Ik las verhalen over andere jongeren die in de gevangenis hadden gezeten. Het gaat vaak verkeerd. Ik had last van zulke negatieve verhalen.

Vrienden wezen ons op Gevangenenzorg Nederland. We zochten contact. Regelmatig kwam er een vrijwilliger met ons praten. Dat vonden we heel steunend. Zeker in het begin, toen alles nog zo onbekend voor ons was. 

Sam had zelf ook contact met Gevangenenzorg. Nog steeds. Dat vonden we het belangrijkste. Wij hadden elkaar als gezin en konden alle kanten op, maar Sam niet.” 

Kinderen

De andere kinderen hadden er niet veel last van dat hun broer in detentie zat. „Wij namen hen niet mee op bezoek. Dat vonden we te confronterend. Tijdens bezoekjes zagen we vaak andere mensen die wel hun kinderen meenamen, maar ik kan me niet voorstellen dat dat goed is. 

Onze kinderen hadden wel contact met Sam via de telefoon. Op den duur gingen ze beeldbellen en zagen ze hem dus in de gevangenis. Dat vonden ze confronterend.” 

Sam zelf had het heel moeilijk in de gevangenis. „Het was een harde les voor hem. Hij leerde er veel. Hij had het echt moeilijk. Zeker toen er nog geen uitspraak was en hij niet wist hoelang hij vast zou zitten. Hij was blij toen hij dat eenmaal wist. Dan kon hij daarnaar toeleven. Dat hield hem op de been.

Op een gegeven moment moest hij van de psycholoog een brief schrijven naar ons als ouders. Die heb ik bewaard. Hij schreef dat hij veel spijt had en zich heel schuldig voelde. Hij vroeg ons om vergeving en zei dat hij hoopte dat we hierna de draad weer op konden pakken, zoals het altijd was. 

Dat hoopte ik ook van harte. Maar ik durfde het nog niet geloven. Ik wilde het eerst zien.”

Hoop

Inmiddels is Sam alweer een poos vrij. „Het is een heel grote opgave voor hem om zijn draai weer te vinden in deze maatschappij. Maar hij is een doorzetter en het gaat tot nu toe gelukkig goed. Hij werkt hard aan zijn eigen toekomst. Hij heeft een baan en is aan het sparen. 

I.v.m. privacy zijn de namen gefingeerd. 

Dit is een deel van een artikel. Het hele artikel staat in de GezinsGids van 10 februari 2022.