Wandelen, fietsen, klimmen, zwemmen, winkelen of thuisblijven. Het kan allemaal tijdens de vakanties van de familie Doornenbal. Met drie generaties verblijven ze al jaren iedere zomer minstens één week samen in verschillende huisjes in Zwitserland. Drie keer zaten ze in één groot huis in Nederland of België. „Iedere zomer voelt het als een soort thuiskomen.”

Tekst: D. de Bruin-Palland   Beeld: Rosalie Kolk-Hattem 

Ton (73) en Levien (68) Doornenbal uit Scherpenzeel herinneren zich nog goed hun eerste vakantiereis naar Frutigen, Zwitserland. Ton: „Het was in 1997. Het kleinkoor Laetare, waar ik lid van was, gaf een paar concerten in Zwitserland. Niet alleen ik, maar ook mijn gezin mocht mee.” 

Levien: „Ik zag dat helemaal niet zitten. We hadden zeven kinderen van wie de oudste twintig was en de jongste drie. Veel te ver weg. Toen Ton zei dat hij dan wel alleen met onze oudste dochters zou gaan, begon het toch te kriebelen. Ik dacht: ik hier alleen achterblijven met de jongeren? Dan toch maar meegaan. 

Ik zette m’n muizenissen aan de kant en moet eerlijk zeggen dat het geweldig was. De natuur was prachtig. We hebben genoten. Het koor ging slechts één week op reis, wij bleven meteen twee weken.”

Nederlandstalige kerkdiensten

Zo kwam van het één het ander. Ton: „Ieder jaar gingen we terug naar hetzelfde gebied. In het begin met alle kinderen, zes dochters en één zoon. Vanaf 1998 waren twee aanstaande schoonzoons van de partij en zo breidde de groep zich langzamerhand uit.” 

Levien: „Iedere zomer voelde het als een soort thuiskomen. Vaak huurden we hetzelfde huis als het jaar ervoor, soms trokken we in een ander huis. Deze buurt was vooral zo aantrekkelijk voor ons vanwege de Nederlandstalige kerkdiensten die we daar konden bezoeken. We bewaren er mooie herinneringen aan. 

Jaar in jaar uit ontmoetten we er dezelfde predikanten, met name dominee Budding en wijlen dominee Van Gelder. Toen er op een zondag geen predikant was, heeft één van onze schoonzoons een preek gelezen. Regelmatig zagen we daar ook dezelfde vakantiegangers, die net als wij steeds weer terugkeerden naar dat deel van Zwitserland.”

Verschillende huisjes

Toen de kinderen trouwden en kleinkinderen geboren werden, bleek al vrij snel dat de meeste kinderen net zo gehecht waren aan het Berner Oberland als hun ouders. Het is zelfs voorgekomen dat Ton en Levien een jaar niet naar Zwitserland konden gaan, terwijl de kinderen wel gewoon gingen. 

Ton: „Iedereen weet altijd lang van tevoren wanneer wij met z’n tweeën naar de omgeving van Frutigen gaan. Elk jaar probeert een deel van onze kinderen in diezelfde periode een huisje of appartement te huren in hetzelfde dal. De één komt wat eerder dan de ander, maar er is meestal één week dat bijna iedereen er is. 

Dan heeft ieder zijn eigen huisje en privacy, al zitten wij met ons beiden weleens bij één van de kinderen in hetzelfde chalet. Het is immers ook de bedoeling van de vakantie om tot rust te komen en tijd met het eigen gezin door te brengen.” 

Levien: „Eén van onze dochters is heel wat jaren niet mee geweest. Ze bleef in Nederland. Toen ze er drie jaar geleden weer bij was, zei één van haar kinderen tegen mijn man: ‘Opa, nu snap ik waarom jullie ieder jaar teruggaan naar Zwitserland. Wat is het hier mooi!’ 

Op dit moment hebben we achttien kleinkinderen in de leeftijd van nul tot eenentwintig jaar. Dat betekent dat we in totaal met vierendertig personen zijn. De laatste twee jaren waren we ongeveer een week met zes gezinnen in Zwitserland, een groep van vierentwintig personen.”

Geen nadelen

Het lukt Ton en Levien niet om nadelen te bedenken bij deze manier van vakantiehouden. Levien: „Doordat iedereen een eigen huis huurt, hoeven we van tevoren nauwelijks iets te regelen. Ieder gezin bepaalt zelf of en wanneer het komt. En als we eenmaal in het Berner Oberland zijn, komt iedere avond een clubje bij elkaar of appen we om na te gaan wat de mogelijkheden voor de volgende dag zijn.” 

Ton: „In principe wordt er voor iedere dag iets georganiseerd, afhankelijk van het weer: wandelen, mountainbiken, klimmen of zwemmen. Wanneer niet alle kleintjes meekunnen, blijft een aantal familieleden op een alp, bij een meertje of een speeltuintje. Regelmatig spreken we aan het eind van de dag af bij de Thunersee of bij een vuurplaats, om nog een poosje te zwemmen of iets te eten.”

Soms komt het dan tot spontane acties. Ton: „Vorig jaar zomer zei onze zoon opeens: ‘Over twee uur heb ik eten klaar voor iedereen’. Ik dacht dat hij dit nooit zou redden in zo’n korte tijd, maar het lukte hem wel. Hij gebruikte geen ingewikkeld recept, maar de macaroni met veel ham en kaas smaakte heerlijk. 

Ook de anderen waren creatief genoeg om met weinig moeite de hele club culinair te verzorgen.” 

Psalm 136

Toen Ton nog les gaf aan de Wittenbergschool in Scherpenzeel stond zingen bij hem hoog genoteerd. Hij leerde zijn leerlingen onder andere het zingen van Psalm 136 in het Hebreeuws en de Nederlandse woorden op de Hebreeuwse melodie: Hodu la ’Adonai ki tov. Ook zijn gezin leerde hij dit lied. Vaak zingen ze dit tijdens een verjaardag. 

Ton: „In Zwitserland zongen we deze psalm regelmatig als afsluiting van een maaltijd, aan de oever van de Thunersee of hoog in de bergen. Dan ervoeren we soms letterlijk hoe goed de Heere was. 

Vorig jaar vroegen we aan de koster van het kerkje in Frutigen of we er samen mochten zingen. Hij gaf ons de sleutel. We hebben er als familie een mooie zang-avond gehad.” 

Meivakantie

Drie keer heeft het schoolmeestersechtpaar een familiehuis gehuurd in België en één keer zaten ze een herfstvakantie op een mini-camping in Oostkapelle. Dit ter gelegenheid van een jubileum of het bereiken van een kroonjaar. 

Ton: „We zorgden er dan altijd voor dat het een groot huis was met voldoende kamers, genoeg badkamers en een ruime tuin. Iedereen kreeg zo de mogelijkheid om te genieten van de gezelligheid en wie dat wilde, had voldoende gelegenheid om zich terug te trekken.” 

Zijn vrouw vult aan: „Als je met zo veel mensen onder hetzelfde dak zit, is een midweek wel voldoende, hoe gezellig het ook is. Er moet dan ook meer georganiseerd worden dan in de zomervakantie. 

Eén van onze dochters maakt altijd van tevoren de corveelijsten, zodat iedereen op tijd weet wanneer hij moet koken, afwassen, dweilen, koffie zetten, boodschappen doen of iets anders. Ik hoor hier nooit iemand over mopperen, volgens ons loopt het gesmeerd. 

Tot op dit moment hebben we geen getrouwde kleinkinderen. Het zou namelijk kunnen dat er dan een nieuwe periode aanbreekt en het ingewikkelder wordt om met vier generaties op vakantie te gaan. Maar daar gaan we nu nog niet over nadenken. Zolang we deze vakanties krijgen, mogen we ervan genieten.” 

Dit is artikel staat in de GezinsGids van 27 januari 2022.