Ruim achttien jaar geleden was Marion Kraaij (42) in verwachting van haar eerste kind. Zij besloot toen samen met haar man Arwin (46) dat zij niet zou terugkeren op de werkvloer als alles goed mocht gaan. Ze kozen ervoor om het gezin op een ongedeelde eerste plaats te stellen. Zouden ze dat nu opnieuw doen? En wat betekent dat voor de toekomst? „Het gebeurt echt weleens dat de muren op mij afkomen.”

Tekst D. de Bruin-Palland   Beeld Rosalie Kolk-Hattem

Na het vwo volgde Marion de tweejarige hbo-opleiding SPD (staatspraktijkdiploma) Bedrijfsadministratie. Daarna ging ze aan de slag als assistent-accountant. Marion: „Ik heb altijd erg genoten van mijn werk, vooral het afwisselende ervan sprak me aan. Ik hield me bezig met belastingaangiften, ik stelde jaarrekeningen samen en assisteerde bij de controle van jaarrekeningen van grotere organisaties. Zo kwam ik bij verschillende bedrijven over de vloer. 

Als collega’s hadden we het onderling goed. Dus wat dat betreft was er geen enkele reden om te stoppen met werken na de geboorte van Matthias (18).”

Rust en regelmaat

Toch besloten Marion en Arwin om dat wel te doen, omdat ze het belangrijk vonden dat één van de ouders thuis zou zijn bij hun kind. Marion: „Wij hebben altijd gezegd dat wij ervoor willen zorgen dat onze kinderen een rustige en stabiele gezinssituatie krijgen, uiteraard voor zover dat in ons vermogen ligt. Volgens ons betekent dat dat we zo veel mogelijk zelf onze kinderen opvoeden en niet onze ouders of iemand anders. 

Het houdt ook in dat we zorgen voor rust en regelmaat. Daarom vonden we het toen, maar nu nog steeds, geen optie om allebei een halve baan te nemen. Als je om beurten bij de kinderen bent, leek het risico ons groot dat je op je thuis-dag toch (weer) voor je betaalde werk aan de slag gaat. Bovendien moet je samen dan heel goede afspraken maken. 

Het is dus niet zo dat ik Bijbelse argumenten kan aandragen waarom ik thuis ben bij de kinderen en niet Arwin. Het is meer om praktische redenen.”

Ziek 

Inmiddels hebben ze zeven kinderen gekregen: vier meisjes en drie jongens in de leeftijd van twee tot achttien jaar. „Nooit was het nodig om één van hen ’s morgens naar de oppas te brengen. Als er één ziek was, kon ons kind gewoon thuisblijven en hoefde ik niet opeens van alles te regelen om toch naar mijn werk te kunnen gaan. 

Ik kon altijd zelf met de kinderen mee naar zwemles, hoewel we best weleens met andere ouders afspraken om om de beurt naar het zwembad te rijden. In de meeste gevallen kwam zo’n voorstel van de ander die wat krapper in zijn of haar tijd zat. Vaak vanwege het werk.”

Auto op de oprit

Marion heeft er altijd van genoten dat ze stap voor stap de ontwikkelingen van haar kinderen mee kon maken. „Ik zag ze groeien en opgroeien. Ik gaf ze hun eerste fruithapje, ik was getuige van hun eerste wankele stapjes en luisterde naar hun eerste woordjes. Ik kon ze als moeder voor het eerst in aanraking brengen met de inhoud van de Bijbel. 

Ik maakte aan de andere kant ook mee dat er momenten waren waarop de kinderen het moeilijk hadden, bijvoorbeeld omdat het minder vanzelfsprekend was dat de woorden vloeiend over hun lippen kwamen of omdat er op school iets niet goed gegaan was. We deelden lief en leed met elkaar en dat was fijn.” 

Marion wil er aan de andere kant voor waken dat ze alles romantischer afschildert dan het in werkelijkheid is. „Het gebeurt echt weleens dat de muren op mij afkomen. Ik vind niet al te veel uitdaging in het schoonmaken van het huis of het wegwerken van de was. 

In het begin leken alle dagen op elkaar. Pas toen de oudste naar de basisschool ging, kwam daar verandering in. Ik verkeer echter in een bevoorrechte positie, want onze auto staat op de oprit. Ik kan zo instappen als ik graag even anderen wil ontmoeten. 

Mijn ouders vinden het gezellig als ik samen met de jongste, Gideon, op de koffie kom. Of ik maak een afspraak met een vriendin of zus. 

Ik denk dat we moeten proberen om nuchter te zijn, zodat we ons realiseren dat het leven niet enkel bestaat uit prachtige dingen. Dat geldt zowel binnen als buiten het gezin. 

Graag ga ik in de tuin aan het werk als het me binnen te benauwd wordt. De kleinsten vinden het heerlijk om me daarbij te ‘helpen’. Of ik ga een eindje fietsen of wandelen met één of meerdere kinderen die op dat moment thuis zijn.”

Verhalen 

Marion wil zeker niet klagen, want als ze nu voor de keus zou staan, zou ze er opnieuw voor kiezen om helemaal te gaan voor de kinderen. De nadelen die ze soms ervaart, wegen zeer zeker niet op tegen de vele voordelen die ze ziet. 

Ze wil er nog wel eentje noemen: „Als de kinderen thuiskomen uit school, zitten ze meestal vol verhalen. ’s Avonds vertellen ze die verhalen ook aan hun vader, als deze thuiskomt van zijn werk.

Wat opvalt, is dat dan de verhalen veel globaler geworden zijn. Hij krijgt als het ware alleen de grote lijnen te horen. Ik vermoed dat hetzelfde zou gebeuren als de kinderen na schooltijd eerst naar een oppasadres zouden gaan. De oppas zou dan de grote verhalen horen en wij de samenvatting. Dat vind ik jammer. 

Het afgelopen schooljaar moesten de kinderen tijdelijk tussen de middag op school eten, vanwege corona. Ik merkte dat ze aan het einde van de dag minder verhalen hadden dan toen ze tussen de middag thuiskwamen eten. Blijkbaar is dan de afstand tussen het gebeurde en het vertelmoment te lang.” 

Onze eigen kring

Het komt nogal eens voor dat iemand aan Marion vraagt waarom ze niet werkt. Ook de opmerking ‘jij werkt zeker niet meer!’ hoort ze regelmatig. 

Peinzend: „Ik werk best hard, maar niet voor een salaris. Mijn man heeft een goede baan, dus het is voor mij niet echt nodig om mee te helpen de kost te verdienen. Nu de huizenprijzen enorm gestegen zijn, kunnen velen niet anders dan met z’n tweeën blijven werken, dat besef ik heel goed. Daar komt nog bij dat het fiscaal gunstiger is om met z’n tweeën betaald te werken. 

Maar soms heb ik het gevoel dat het thuis zijn bij de kinderen in eigen kring nog minder begrepen wordt dan daarbuiten. Het verwachtingspatroon is dat je werkt en niet dat je ‘alleen maar’ thuis bent bij de kinderen. Ik vind het soms lastig om daarmee om te gaan.”

Best betaalde baan

De oudste zoon woont inmiddels op kamers, de jongste is twee. Als over een paar jaar iedereen overdag de deur uit is, zou Marion er dan voor kiezen om toch weer buitenshuis te gaan werken? Lachend: „In ieder geval de eerste tien jaren niet, want de basisschoolkinderen komen de komende tien jaren tussen de middag thuis eten. En wat daarna komt, daar heb ik uiteraard nog niet over nagedacht. 

We weten niet wat er op onze weg komt. Maar dat ik nu steeds mijn eigen tijd in kan delen, vind ik fijn. 

Enkele van onze kinderen hadden en hebben moeite met leren leren en leren plannen. Dan ga ik naast hen zitten en help hen zo goed en zo kwaad als dat gaat. 

Toen één van hen naar het voortgezet onderwijs ging en een compliment kreeg omdat ze zo goed kon plannen, gaf me dat erkenning. Dan weet ik weer waarvoor ik het doe. Ik bedenk dan maar hoe ik zelf vroeger mijn werk aanpakte en dat probeer ik dan over te brengen op mijn kinderen. Op deze manier is het bijvoorbeeld niet nodig dat ze naar huiswerkbegeleiding gaan. 

Mijn man en ik zijn tot de conclusie gekomen dat het zorgen voor onze kinderen de best betaalde baan is die er bestaat. Een baan die niet in geld is uit te drukken.”

Dit artikel staat in de uitgave van 13 januari 2022.