Als kind ben je een deel van je moeder. Je bent nauw aan elkaar verbonden. Het verliezen van je moeder is daarom erg aangrijpend. „Een moeder verliezen kun je nooit,” vertelt Janneke Kamerling (36). Ze verloor haar moeder toen ze twintig was.

Tekst: C.A. Schipaanboord-de Vos  Beeld: Anneke Vat-Pul

Janneke was veertien toen haar moeder borstkanker kreeg. „Dat was een grote schok. Ze kreeg behandelingen en werd genezen verklaard, maar werd nooit meer de oude. 

Toen ik negentien was, werd ze voor de tweede keer ziek. Er was weinig meer aan te doen. Ze overleed toen vrij snel,” vertelt Janneke rustig. 

„Toen ze de tweede keer ziek werd, verloofden Stephan en ik. M’n moeder wilde ons graag een glasservies cadeau doen en zocht het zelf nog uit. Het staat daar in de kast.” Janneke wijst naar een kast met glazen deurtjes, achter haar. 

„Dat leek toen iets kleins, maar nu hecht ik er heel veel waarde aan. Ik gebruik het nooit, want ik zou het erg vinden als het kapot gaat. Het heeft een tastbare, emotionele waarde. Als ik dat servies zie, zie ik voor me hoe ze het met zorg uitkoos voor ons.” 

Afsluiten

Janneke herinnert zich de dag dat haar moeder overleed nog goed. „Ik werkte in de zorg en ondanks haar ziekte ging het redelijk. Totdat ze na het douchen opeens op de trap in elkaar zakte, waarschijnlijk door een herseninfarct. 

Mijn vader belde mij en ik ging meteen naar huis. De begrafenisondernemer kon voorlopig nog niet komen en vanuit m’n werk wist ik dat je iemand het beste zo snel mogelijk af kunt leggen. Toen besloten mijn vader en ik dat samen te doen,” zegt Janneke. 

„Vooraf had ik gezegd dat ik het nooit zou doen, maar ik was ernaartoe gegroeid. Het was heel mooi om te doen. We deden het heel respect- en liefdevol. 

Het gaf me rust en acceptatie. Op deze manier kon ik de zorg voor m’n moeder tot het einde toe afsluiten.” 

Ze glimlacht even. „M’n moeder was tot in de puntjes voorbereid. Zo had ze zelf haar kleren klaar gehangen. Ook in huis was alles in orde. Er was net nog een nieuwe deurmat en een nieuw tafelzeil gekocht. Door haar voorbereiding voelde ik me nooit aan m’n lot overgelaten.”

Zorg

Als oudste dochter voelde Janneke zich heel verantwoordelijk voor de andere vier kinderen. „Ik ben een zorgend persoon en trek alles naar me toe. Ik voelde me heel verdrietig, maar hield me sterk voor de jongere kinderen. 

Door mijn onregelmatige werk in de zorg kon ik thuis veel opvangen. Ik maakte de badkamer en wc schoon, deed de was, verzorgde vaak de maaltijden en deed soms ook nog de boodschappen,” vertelt ze. 

„Ik nam m’n vader zo veel mogelijk werk uit handen. Ook probeerde ik altijd te zorgen dat m’n broertje, die nog maar tien was, nooit alleen uit school thuis zou komen. M’n broer onder mij hielp daar ook aan mee.”

Huilbuien

Op een gegeven moment maakten Stephan en Janneke trouwplannen. „Ik was eraan toe om te trouwen. Je moet dan toch afstand nemen. Niet om de situatie te ontvluchten, maar om aan jezelf toe te komen en iets voor jezelf op te bouwen,” vertelt Janneke. 

„In ons huwelijk kwam pas de verwerking voor mij. Ik raakte al vrij snel zwanger en dat was een zware tijd. Ik had huilbuien en droomde vaak over m’n moeder, bijvoorbeeld dat ze bij ons was en kwam helpen met dingetjes rondom de zwangerschap. 

In deze periode besefte ik pas wat een impact alles op mij had gehad en hoe moe ik mij soms voelde. Ik merkte dat ik mij vaak beter voor had gedaan dan ik me voelde, terwijl ik soms beter mijn eigen gevoel en grenzen had kunnen aangeven. 

Deze pittige periode duurde zo’n anderhalf tot twee jaar. Ik was ook vrij snel zwanger van de tweede. Pas na zijn geboorte ging het beter en kon ik alles een plek geven.”

Spagaat

Een zwangerschap is sowieso een trigger, vindt Janneke. „Van vrouwen uit mijn omgeving hoorde ik dat hun moeder regelmatig kwam schoonmaken. Dat miste ik zelf. En het leek me zo mooi als tijdens je zwangerschap je moeder zomaar spontaan op de stoep zou staan om een kopje koffie te komen drinken. Of dat ik haar op zou bellen en zou vragen of ze mee wilde naar de echo. 

Tijdens een zwangerschap is er een bepaald verwachtingspatroon van een moeder en ik moest leren accepteren dat ik dit nooit met mijn moeder zou kunnen delen. Als moeder voel je je kinderen als geen ander aan. Je weet het als er iets is wat ze niet lekker zit of waar ze juist blij over zijn. Daar hunker je als persoon naar, maar het is er niet. Dat is een spagaat.”

Slikmomenten

Janneke herinnert zich ook nog goed dat ze tijdens de eerste zwangerschap met achtentwintig weken opgenomen werd vanwege vroegtijdige weeën. „Mijn moeder had dat ook: ik werd veel te vroeg geboren. Ik wilde graag weten hoe dat bij m’n moeder zat. En zit het in de familie? Er kwamen allerlei vragen boven waarop mijn vader geen antwoord had,” zegt ze. 

„Verder had ik graag gehad dat m’n moeder onze kinderen ontmoet had. Onze dochter kan weleens boos de trap op stampen. Het lijkt me leuk om van m’n moeder zoiets te horen als: ‘Maak je borst maar nat, dat deed jij ook altijd toen je jong was’. 

Echt huilen hoef ik bijna nooit meer om het gemis. Maar ik heb wel vaak slikmomenten, vooral bij mijlpalen. Dit jaar ging onze oudste voor het eerst naar het voorgezet onderwijs. Dan zou je willen vragen: ‘Hoe voelde jij je toen ik naar de eerste ging, ma?’”  

Zelfstandigheid

Het op jonge leeftijd verliezen van haar moeder vormde Janneke. „Door de verantwoordelijkheid die ik daardoor op me nam, werd ik jong volwassen. Doordat ik al jong alles zelf moest regelen, zoals tafeldekken en broodtrommels klaarmaken, vind ik het moeilijk om een groot beroep op onze kinderen te doen. 

Kleine taakjes krijgen ze wel, zoals de vaatwasser leegmaken. Maar niet structureel. Terwijl ik weet dat het heel goed voor ze is om zelfstandigheid op te bouwen. Maar ik gun hun vooral een jeugd waarin ze kind kunnen zijn.”

Bewaardozen

Daarnaast realiseert Janneke zich hoe kort het leven kan zijn. „Mijn moeder was 44 toen ze overleed. Ik ga steeds meer naar de leeftijd toe waarop mijn moeder ziek werd. Hierdoor ben ik eerder dankbaar voor de kleine dingen. 

Ook zie ik steeds bewuster dat het niet vanzelfsprekend is om oud te worden,” vertelt Janneke. „Daardoor zeg ik vaak tegen onze kinderen dat ik van ze houd en trots op hen ben, bijvoorbeeld bij het naar bed gaan.

Ook maak ik bewaardozen voor onze kinderen. Mijn moeder schreef niet veel op en dat vind ik best jammer. Daarom heb ik voor elk kind een doos waarin ik herinneringen stop. Zoals hun eerste pakje, de navelklem, leuke uitspraken en tekeningen.”

Praten

Dat de moeder van Janneke niet meer leeft, is een open gespreksonderwerp in huize Kamerling. „In alledaagse gesprekken komt het soms opeens ter sprake. Mijn vader kreeg een nieuwe relatie in de periode waarin wij trouwden, dus onze kinderen zien zijn tweede vrouw als oma. De kinderen weten dat dit niet hun echte oma is, maar zo voelt het voor hen wel,” legt Janneke uit. 

„Van jongs af aan zijn we hier eerlijk over. De kinderen vinden het daardoor nooit vreemd als ik er opeens over begin of me verdrietig voel omdat ik mijn moeder mis. 

Ik heb met mijn man heel veel over het gemis gepraat en we praten er nog steeds wel over. Hij heeft mijn moeder gekend en dat is heel waardevol. Die vele gesprekken over mijn moeder en het verdriet hielpen mij om alles een plek te geven. Het is zo belangrijk om het niet weg te stoppen!”

Oma

Een moeder verliezen kun je nooit, vindt Janneke. „Of je nu jong of oud bent, een moeder is een moeder. Kinderen en pubers kunnen hun moeder niet missen, maar ook een kind van 35 of ouder heeft z’n moeder nog nodig. 

Pas zei één van onze kinderen dat het hem zo leuk leek als ik oma ben en op zijn kinderen zou passen. Ik hoop van harte dat ik zo’n moeder en oma kan zijn en mijn kinderen dat gevoel van liefde en geborgenheid mee kan geven.”

Dit artikel staat in de uitgave van 9 december 2021.