altViktor van de Beek (19) is vaak onderweg. Hij is namelijk sinds kort verkeersregelaar. In zijn reflecterende outfit, compleet met fluitje, staat hij door het hele land op de weg om het verkeer te regelen. Hij weet inmiddels welke houding de beste is: „Als je onzekerheid uitstraalt, luistert niemand meer naar je.”

 

 

„Het begon allemaal bij de kerk,” vertelt Viktor. „Bij de kerk, waar ik naartoe ga, ligt een enorm parkeerterrein. Om al die auto’s in goede banen te leiden, staan er voor en na elke dienst zo’n dertien verkeersregelaars. Ik vond dat altijd leuk om te zien en maakte ook weleens een praatje met één van die mannen.”
In het kerkblad stond vaak een oproep om je aan te melden als verkeersregelaar, maar je moest daar minimaal achttien jaar voor zijn. Na een praatje met de coördinator mocht hij – inmiddels oud genoeg – een keer meedraaien. „Eigenlijk heb ik daar de basis geleerd. Je weet hoe automobilisten kunnen reageren. Zeker als je nieuw bent, gaat iedereen je uitproberen. Zo reed er iemand heel zachtjes tegen mijn scheenbenen aan.” De belangrijkste les die Viktor leerde, was „nooit chagrijnig worden. Ik kijk iemand even strak aan en dan is het meestal snel over.”
Eén van de verkeersregelaars bij de kerk begon een eigen bedrijf in verkeersregelen. Hij nodigde Viktor uit om bij hem een opleiding te komen doen. „Een aantal jaren geleden was het verkeersregelen echt een taak van de politie, ” vertelt Viktor, „maar die hebben zo veel taken dat er nu allerlei bedrijven zijn met verkeersregelaars.” Viktor doet het verkeersregelen naast zijn baan bij de supermarkt.

Om verkeersregelaar te worden, moet je een korte opleiding volgen. „Ik had zelf natuurlijk al ervaring door het verkeersregelen voor en na de kerkdiensten en ik stond heel vaak te kijken bij het kruispunt in Barneveld waar de examens afgelegd werden.” In één avond werd alle theorie behandeld. „We moesten onder andere de Verkeerswet kennen. We moesten ook weten hoe je een remweg berekent. Daarnaast leerden we hoe je om moet gaan met verkeersdeelnemers die agressief of ongeduldig gedrag vertonen.”


Stopteken

„De belangrijkste cursusstof bestond uit het leren van de verschillende tekens die je gebruikt als je het verkeer regelt.” Viktor gaat midden in de kamer staan en demonstreert het algemene stopteken. Hij steekt zijn hand in gestrekte positie omhoog. „Kijk, nu moet iedereen stoppen. Dit teken gebruik ik wanneer ik voor het eerst de kruising op kom en natuurlijk als ik sirenes hoor. Voor hulpdiensten met zwaailicht en sirene wordt alles stilgelegd, zelfs als we nog niet weten waar het geluid vandaan komt. En zo – hij steekt zijn wijsvinger naar voren alsof hij iemand aanwijst – maak ik duidelijk welke rij auto’s er mag gaan rijden.” Viktor is duidelijk vertrouwd met wat hij doet.
Na het theorie-examen volgen twee praktijkdagen. Tijdens de middag van de tweede praktijkdag wordt het examen afgenomen. „Deelnemers moeten dan maximaal een kwartier lang zelfstandig het verkeer op een kruispunt regelen. „Mijn examen ging heel goed. Ik ben in één keer geslaagd!”
Duidelijkheid

De belangrijkste kenmerken van een verkeersregelaar zijn duidelijkheid en alertheid. „Ook al ben je soms misschien onzeker, je moet dit niet laten merken. Als je onzekerheid uitstraalt, luistert niemand meer naar je. Het is ook erg belangrijk dat je alert blijft. Ik heb eens het verkeer geregeld bij een bejaardentehuis. Er stonden wat demente dames te kijken, van wie er ineens een paar overstaken. Dan schrik je wel even!”
„Het leukste van verkeersregelaar-zijn is dat ik op het moment dat ik aan het regelen ben, echt de baas ben. Jij bent degene die het verkeer in goede banen leidt. Dat is aan het begin even spannend, maar als het goed loopt, kan ik daar erg van genieten!”

Dit artikele gaat verder in het ZomerNummer van de GezinsGids