Vraag: ‘Mijn dochter (16) is volgens eigen zeggen aan de lijn. Maar volgens mij eet zeveel te weinig. Ze wordt ook steeds magerder. Ik ben bang dat ze een eetstoornis ontwikkelt of zelfs al heeft. Waar moet ik op letten en wat kan ik zelf doenom haar te helpen?’
Arina Bakker, GZ-psycholoog bij Eleos en auteur van het boek Wat een eetstoornis met je doet legt uit dat er een groot verschil zit tussen lijnen en een eetstoornis. „Bij iemand met een eetstoornis zijn er hooggespannen verwachtingen van de resultaten van het lijnen. Het gaat niet alleen om het uiterlijk, maar ook over hoe je naar jezelf kijkt en hoe je denkt dat een ander je ziet. Je hoopt meer zelfvertrouwen te krijgen wanneer je enkele kilo’s lichter bent.” Dat is anders dan bij iemand die lijnt. „Diegene merkt dat hij of zij een paar kilo zwaarder is geworden en stelt het doel enkele kilo’s kwijt te raken. Daarnaast gaat het gewone leven door. Het gewicht is dan minder belangrijk voor het zelfbeeld en het zelfvertrouwen.”
Bij een eetstoornis gaat iemand op een gegeven moment steeds een stap verder dan het gewone lijnen. Arina: „Om meer gewicht te kunnen verliezen, worden er maatregelen genomen. Er wordt een lijst gemaakt met geaccepteerd voedsel, wat vaak gezond en caloriearm is en ‘verboden voedsel’, zoals de calorierijke producten chocolade, ijs en chips. Calorieën worden geteld en het gewicht wordt regelmatig gecheckt op de weegschaal.” Uiteindelijk kan dit uitmonden in eetbuien, laxeren, diëten of braken.
Zorgen
Ouders moeten hun zorgen over hun dochter zeker serieus nemen, benadrukt Arina. „Die zorgen kunnen ze ook delen met hun dochter. Benoem ze naar haar, maar uit niet teveel negatieve gevoelens richting haar. Het kan zijn dat ze zich meer schuldig gaat voelen, wat haar eetprobleem kan verergeren.” De eetstoornisdeskundige heeft een belangrijk advies voor ouders. „Heb geduld. Er kan een lange tijd overheen gaan voordat ze gaat beseffen dat ze echt een probleem heeft. Om er voor haar te kunnen zijn, is het belangrijk om haar met respect te blijven benaderen. Dit betekent onder andere dat je beschikbaar bent. Een dochter moet voelen dat er iemand betrokken op haar is en dat men om haar geeft.”
Niet negatief
Opmerkingen over het uiterlijk, zowel positief als negatief, helpen niet, geeft Arina aan. „Het wordt vaak op een negatieve manier opgevat. Met een sombere bril kan een meisje op creatieve wijze een opmerking toch negatief opvatten.” Het alternatief? „Probeer complimenten te maken over andere aspecten van haar als persoon, dus gericht op ander gedrag.” Jongeren in de puberteit zijn kwetsbaar, een jongere met een eetstoornis is dat nog eens extra. Arina: „Ze zijn gevoeliger en afhankelijker dan ze laten zien. Ook al wordt er soms afwerend gereageerd, de steun van ouders blijft nodig. Het is zo ontzettend belangrijk om onvoorwaardelijk van je dochter te blijven houden. Tegelijk is begrenzing nodig. Het is daarin goed om dezelfde regels te hanteren als bij eventuele andere kinderen.”
Machteloos
Als een dochter een eetstoornis heeft, krijgen ouders te maken met een scala aan gevoelens. Arina: „Het is begrijpelijk dat het gedrag machteloosheid kan oproepen en wellicht ook irritatie. Daarbij moeten ouders hun eigen grenzen in de gaten houden. Ze zijn geen hulpverlener en ook geen redder.” Kennis van eetstoornissen kan goed zijn, vindt Arina. „Het lezen over dit onderwerp kan ervoor zorgen dat er meer begrip komt voor wat er in de persoon omgaat.” Ook het zoeken van steun is een aanrader. Arina: „Praat erover met een vertrouwd iemand. Ook kan er door ouders professionele hulp gezocht worden. Het is helpend als ouders bereidwillig zijn om adviezen en hulp te ontvangen over hoe ze met hun dochter kunnen omgaan.”
Herkennen
Tien kenmerken waaraan een eetstoornis herkend kan worden:
– Excuses om niet te hoeven eten zoals ‘Ik heb al gegeten’ of ‘Ik heb geen honger’
– Er is een bepaalde gespannenheid rondom eten. Ze eet het liefst alleen of lijkt in een soort ‘trance’ als ze eet
– Ze weet veel over eten, praat misschien veel over eten en over het uiterlijk van zichzelf en anderen
– Ze eet in kleine hapjes en stukjes, mengt op het bord en/of is als laatste klaar (anorexia nervosa) of eet juist snel (boulimia en eetbuienstoornis)
– Ze drinkt veel water, koffie, thee, Cola light met als reden dat het meer voedsel verteert en hongergevoelens tegengaat. Hetzelfde geldt voor het gebruik van kauwgom
– Ze eet geen vlees (vijftig procent van de vrouwen met een eetstoornis heeft een vegetarisch eetpatroon in de overtuiging dat dit minder calorieën bevat)
– Ze gaat vaak naar het toilet en beweegt veel
– Ze vraagt weinig hulp en laat weinig het achterste van haar tong zien
– Ze is perfectionistisch in veel verschillende opzichten
– Iedereen kan met welk gewicht ook een eetstoornis hebben, dus daaraan is het moeilijk te herkennen. Denk daarom niet dat met een normaal gewicht de eetstoornis wel mee zou kunnen vallen