Tekst B. van de Beek-Pellegrom Beeld Anneke Vat-Pul

Tot haar 24e zag Corriena de Haan (46) nooit een reformatorische kerk vanbinnen. Het sterven van het zusje van een klasgenoot was het keerpunt in haar leven. Ze werd uiteindelijk volwassen gedoopt, trouwde in de kerk en werd moeder van vijf kinderen. Al die tijd was de liefde voor ouderen een rode draad in haar leven. Tot in mei 2021 een verhuizing een gekoesterde wens in vervulling liet gaan. In Kesteren heeft ze haar plek gevonden, waar ze nu aan huis dagbesteding biedt aan ouderen. Huize Rehoboth heeft ze het genoemd. „De Heere heeft ruimte gemaakt, betekent dat. De weg leidde over kronkelwegen, maar de Heere gaf ons hier een plekje te leen om voor ouderen te zorgen. Daar kan ik zó verwonderd over zijn!”

Het licht van de zakkende zon schijnt over drie sierduiven, die gebroederlijk in een hok zitten. „Ze voelen zich hier thuis,” lacht Corriena de Haan. „Een deelnemer nam ze mee toen hij er afstand van moest doen. We genieten er hier nu allemaal van.”

Het tekent het leven in Huize Rehoboth, een zorgboerderij die Corriena sinds mei 2021 runt en waar zij en haar kinderen een thuis hebben gevonden. Dat geldt voor haarzelf, maar ook voor de ouderen die wekelijks komen.

„Weet je wat ‘Rehoboth’ betekent? De Heere heeft ruimte gemaakt. En zo is het ook echt. Hij maakte ruimte voor mij en mijn kinderen, maar ook geestelijk, voor Zichzelf.”

Ze houdt even stil. In de hoek van de veranda klinkt een zacht geluid. „Mooi, hè? Daar zit een kip op haar kuikens. De deelnemers tillen haar er zo vanaf, ik durf het niet. Een moeder beschermt haar kinderen, hè? Daar moet je niet aankomen.”

Voorzichtig knipt ze het licht uit. De kip zit plots in het donker. „Ga je mee naar binnen? Lust je thee? Een paar huurders van me hebben koekjes gemaakt. Moet je even proeven!”

Hartelijk troont Corriena haar gast naar een warme huiskamer. Sta-op-stoelen, een vrolijke slinger. In het zicht een Bijbel met een aantal psalmboekjes. „Dat is de kern, in alles. Met wat we hier doen, maar ook in m’n leven.

De dag voordat ik startte met Rehoboth, kwamen vrienden de hof op rijden met dit cadeau. Ik was máánden druk geweest om alles te regelen: de spullen, hypotheek, de accreditatie liep nog. Maar een Bijbel voor Rehoboth was er nog niet. Toen die er wel was, kon ik starten.”

Ze schetst het in een paar zinnen, vrolijk, soms bewogen, maar vaker met een lach. Aan gespreksstof geen gebrek. De Bijbel is niet alleen de kern in Huize Rehoboth, ook in haar persoonlijk leven. Ooit was dat echter anders.

Wissel

Tot haar 24e jaar zag Corriena nooit een reformatorische kerk van binnen. „Ik had wel een Bijbel thuis, die betekende op de één of andere manier altijd veel voor me, maar het werd nooit een levend Woord.”

Dat veranderde toen ze naar het mbo ging. „Vriendinnen gingen naar het Saldenus College (nu het Hoornbeeck College, red.) in Amersfoort. Ik wilde graag kraamverzorgster worden en meldde me daarom aan, gezellig samen met hen. Een heel andere wereld.

Op weg naar school reisde ik met een groepje meiden mee. Eén van hen deed met mij de opleiding. Haar zusje Annemarie werd ernstig ziek en dagelijks praatte ze me in de trein bij over hoe het met haar ging. Over haar ziek-zijn, maar ook over het diepe verdriet dat ze ervoer over haar zonden.

Hoewel ik haar persoonlijk niet eens heel goed kende, is haar ziek- en sterfbed voor mij wel een kentering geweest. Ik luisterde elke dag met open mond naar wat ik hoorde. Dat was toch wel bijzonder: te kúnnen sterven.”

Uiteindelijk overleed Annemarie en Corriena ging condoleren. Een kerkdienst bijwonen voelde een stap te ver, dacht ze. Zacht: „Ik kan me dat moment nog herinneren, als zeventienjarige bij die kist. Ik keek naar haar. Een mooie kanten blouse aan, maar vooral: een glimlach op haar gelaat. Dat had ik nog nóóit gezien.

Terwijl ik keek, kwam er direct binnen in m’n hart: ‘Hier ligt een Koningskind, dat nu eeuwig gelukkig is’. Ik heb daar gehuild, zó gehuild. Want hoewel ik niet wist wát ik dan precies miste, voelde ik wel: ik mis dat geluk dat zij nu heeft.”

De wissel ging om. Corriena wil er niet te veel over kwijt. „Sommige dingen zijn te teer. Maar laat ik dit zeggen: ik heb er álles aan gedaan om mezelf te reformeren. Jarenlang liep ik ermee.

Ik ging in de Bijbel lezen en zoeken. Ik wist eigenlijk maar één ding: dat meisje was zó gelukkig. En ik diep, diep ongelukkig.

Niet voor de buitenwereld trouwens, hoor,” glimlacht ze. „Want ik was een kraamverzorgster (in opleiding) en een heel vrolijke zuster. Maar ik voelde dat ik bekeerd moest worden. Maar hóe dan?” De zoektocht en twijfel bleef, maar de ernst ebde ook weer wat weg. „Ik ging bij de RST werken en kwam veel over de vloer bij reformatorische gezinnen. Ik heb daar zó’n mooie tijd gehad!

Van dichtbij zag ik hoe gezinnen met de Bijbel leefden. Maar ook: veel van hen hadden tóch niet, ondanks hun kerkgang, wat ik zocht. Sommigen wel hoor, er zijn in die tijd ook banden gevallen die nog steeds diepe waarde hebben. Maar mijn ongeluk bleef en ik voelde steeds weer opnieuw dat ik bekeerd moest worden.

Op een vrije dag thuis was ik aan het lezen in de Bijbel. Ik vroeg aan de Heere: ‘Waarom ben ik nog stééds niet bekeerd? Ik heb nu al zó veel jaren mijn best gedaan!”

Ze houdt even stil. „Maar toen liet de Heere mij zien dat het niet kón. Want mijn schuld stond ertussen. Een muur van schuld – en voor mijn waarneming zonder deur. En daarom kon het niet meer goedkomen.

Ik zag dat er vanuit mijzelf geen weg was. Al mijn jaren van reformeren, het was geen middel tot bekering…”

Ze glimlacht even, haar ogen op een ver punt gericht. „Toen ben ik gaan vragen aan de Heere: ‘Als er dan bij mij geen weg meer is, Heere, is er bij Ú vandaan dan nog een weg?’ En daar kreeg ik voor het eerst te zien dat er een weg is bij een Ander vandaan. ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’.

Dat kreeg betekenis. Ik zag dat de Heere Jezus naar de wereld is gekomen om zondaren zalig te maken. Híj is de weg, Híj is de deur. Toen kwam er een vrede en blijdschap in mijn hart, dat is niet te beschrijven.

Niet lang daarna ben ik op een wonderlijke manier voor het eerst in een reformatorische kerk terechtgekomen en daar heb ik de Heere Jezus persoonlijk voor mijn ziel mogen leren kennen. Door genade alleen, hoor. Niets van mezelf erbij, wat een les, hè?”

Het waren jaren waarin Corriena van binnen tobde. Mensen zagen dat er wat veranderde, maar ze bleef er zelf lang gesloten over. „Wel kon ik op den duur geen ‘blijde zuster’ meer zijn. Dus toen ik bij de RST de mogelijkheid kreeg om verder te studeren, greep ik die met beide handen aan.” Verzorgende-IG werd het en met die papieren ging Corriena de ouderenzorg in. Glimlachend: „En toen ben ik m’n hart verloren. Aan die ouderen! Echt joh, ik wist niet dat ik nóg meer liefde voor ouderen kon hebben dan voor baby’s.

Ik reed langs bij allerlei ouderen voor medicijnen, kousen aantrekken, persoonlijke verzorging. Dat was een prachttijd, qua werk. Al miste ik, toen al, de tijd. Sommige ouderen zaten zó verlegen om een praatje, maar ik had m’n rooster.

Vanaf dat moment is er altijd een idee in mijn achterhoofd geweest: ‘Ik zou ooit, ooit, weleens iets willen doen met ouderen. Een zorgboerderij of zo’.”

Ze schiet in de lach: „Maar dat werd vér weggestopt, hoor!”

Inkomsten

Toch ontstond Huize Rehoboth. En de weg ernaartoe was niet hoe Corriena het voor zich had gezien. Na haar studie sloot ze zich namelijk aan bij de Oud Gereformeerde Gemeenten, werd volwassen gedoopt en trouwde met een man uit de gezindte. Samen gingen ze op een boerderij wonen. De Heere liet Zich niet onbetuigd en Corriena leek haar bestemming gevonden te hebben.

„Twee keer per dag melken, heerlijk vond ik het, dat leven tussen de dieren. Ik ben echter jaren, ook tijdens mijn huwelijk, blijven werken in de ouderenzorg. Soms in zo´n heerlijk paar-uren-contractje, maar nooit kwam er een mogelijkheid of kwam er tijd om die zorgboerderijwens uit te werken.

Samen met mijn man kreeg ik vijf kinderen. Die hadden aandacht nodig en op de boerderij was er altijd wat te doen.”

Maar toen Corriena, nu zes jaar geleden, tot haar grote verdriet alleen kwam te staan, was er plots een inkomstenbron nodig om zichzelf en haar kinderen te onderhouden. Eerst werkte ze veel buitenshuis in verpleegcentra. „Maar voor de kinderen en voor mij was dat pittig. Daarnaast woonden we in een nieuwbouwwijk, maar misten we allemaal het buitenleven.”

Toen deed de mogelijkheid zich voor om samen met een vriendin een landelijk, groot, gesplist woonhuis aan de dijk te kopen. Fruitbomen aan de achterkant, een geitenweide aan de voorkant. „De kinderen fleurden gewoon weer op: die houden zó van de natuur, het buitenleven, de dieren. Ik weet nog dat ik tegen mijn vriendin zei: ‘Dit zou ook wel een perfecte locatie zijn voor een zorgboerderij’.”

Maar weer werd het idee weggestopt. Tot haar vriendin besloot te verhuizen, terug naar familie. „Toen bood ze mij, als eerste, het recht van kopen aan. Zodat ik de hele woning inclusief het buitenterrein voor mezelf zou hebben. Dat heeft me wat hoofdbrekens – en gebeden – gekost! Want ik dacht gelijk: dan zou het misschien wel kunnen! Maar ook: hoe kom ik aan een hypotheek en inkomsten? En wat als het hele idee niet landt? Bovendien: voor een zorgboerderij moet je aan heel strenge eisen voldoen en geaccrediteerd worden. Ik zag door de bomen het bos niet meer.”

Ze houdt even stil. „Maar de Heere opende wegen. Zo donker als het in die tijd voor mij soms was, zo bijzonder liep de weg naar Rehoboth.”

Ze gebaart: „De vergunning werd geregeld. En qua hulp en bijstaand was het net of er een blikje openging. Er kwam een jurist naar me toe, een bevriende ouderling, registeraccountant van beroep, een schooldirecteur. ‘Ik wil je wel helpen met een businessplan’, ‘ik heb ervaring met accreditatie-trajecten’, ‘hoe zou je het vinden als ik je kom helpen als vrijwilliger?’”

Ze wordt er weer stil van. „Hoe dat was? Ik stond erbij en ik keek ernaar. Echt. Nou ja, niet dat ik niets deed, natuurlijk, de kinderen weten hoe druk het was. Maar ik was thuis, bij hen, altijd. En ze zágen, met mij, hoe de Heere keer op keer uitkomst gaf.

Een ouderling zei: ‘Als alles door mag gaan, moet je het Rehoboth noemen, Corriena’. En dat heb ik gedaan.

De naam ligt teer, weet je. Want ik heb het hier te leen, deze ruimte die de Heere gaf. Maar ik heb in alles ervaren dat ik het niet alleen hoefde te doen.

‘Uw Maker is uw Man’, staat er in de Bijbel. En zo heb ik het destijds ervaren, ook in mijn geestelijke leven.”

Het complete interview verschijnt in de GezinsGids van 20 oktober 2022 D.V.