Gedwongen werken als prostituee op de Wallen. Het overkwam Susan (22). „Dennis bleek superleuk.” Totdat…

Ze maakte een profiel aan op één van de sociale media. „Ik zette er geen rare foto’s op, weinig informatie en zeker geen persoonlijke gegevens.”

Via internet krijgt ze contact met Dennis. „Het leek een leuke jongen. Hij had interesse in me, was gezellig en sociaal. We chatten vaak en hadden zo goede gesprekken met elkaar.” 

Deur op slot

Na drie maanden vraagt Dennis om een keer in het echt af te spreken. Susan heeft daar wel zin in. Hij heeft echt belangstelling voor haar. Ze wil wel afspreken in haar eigen woonplaats. Voor de veiligheid. „De eerste afspraak was fijn. Dennis bleek superleuk en precies zoals hij zich ook via sociale media liet zien. Een lieve jongen, een tikje onzeker, maar heel gezellig als hij eenmaal loskomt.”

 De middag vliegt voorbij. De volgende morgen stuurt hij een berichtje of Susan zin heeft naar Amsterdam te komen om samen iets leuks te doen. Ze twijfelt even maar stemt toe. Er kan gewoon niets fout gaan. „Dennis zou met me naar de stad gaan, maar eerst moet hij nog even langs vrienden om wat af te geven. Dat vond ik prima. Ik ging met hem mee naar binnen. De deur ging achter me op slot. Totaal onverwacht zei hij dat ik mijn telefoon moest afgeven. Vervolgens sloeg hij me hard in mijn gezicht.” 

Susans identiteitskaart en telefoon worden afgepakt, haar simcard doorgeknipt. Ze wordt een zijkamer ingeduwd waar drie mannen zijn die haar verkrachten. „Ik kon er niets tegen doen en was volkomen in shock.”

Helaas weet niemand waar ze is. „De nacht was lang, donker en afschuwelijk, maar de volgende dag was nog erger. Dennis nam me mee naar de Wallen. Hij bedreigde me en dwong me om achter een raam te gaan. Ik stond er doodsbang en trillend. Wat gebeurt er? Hoe kom ik hier weer weg? Wat moet ik doen?” 

Achter het raam

Verstijfd van angst staat ze achter het raam en wordt er non-stop in de gaten gehouden. Ze krijgt klanten. „Ik voelde me vies, gebruikt en kapot. Ik wilde weg, maar wist niet hoe. De angst verlamde me. Wie kon ik nog vertrouwen?”

Elke dag wordt Susan naar de Wallen gebracht en opgehaald. Als ze werkt, heeft ze haar identiteitskaart bij zich, maar na het werk moet ze die weer afgeven. Als de politie een controle uitvoert, valt ze dan ook niet op. „Ze vroegen niet door en zelf durfde ik ook niets te zeggen, want Dennis stond in de buurt op te letten.” 

Buiten de deur gezet

Na anderhalve week krijgt ze Dennis zover dat ze naar haar eigen appartement mag om de kat eten te geven. Hij gaat mee. „Ik realiseerde me dat dit misschien wel de laatste keer was dat ik mijn huis zou zien.” 

Maar dan gebeurt er iets onverwachts. Terwijl ze in het appartement zijn, gaat de deurbel. „Mijn ouders stonden voor de deur. Ze maakten zich grote zorgen, omdat ze me niet meer konden bereiken. Ik zei dat het goed met me ging, maar mijn vader zag de angst in mijn ogen.”

Als haar vader door het raam kijkt, ziet hij een jongen rondscharrelen door de flat. „Mijn vader vertrouwde het niet. Hij duwde me opzij, pakte Dennis bij zijn kraag en zette hem buiten de deur. Toen brak ik. Ik heb alles verteld.” 

Susan doet aangifte bij de politie en er volgt een rechtszaak. Dennis krijgt vier jaar gevangenisstraf. „Vrienden van hem belden me daarna nog regelmatig op om me te bedreigen. Dat ging zo’n half jaar door. Ik was echt heel bang. Maar daarna heb ik de knop omgezet. Ik dacht: als ze me willen, dan komen ze maar! Als één van hen belde, zei ik: ‘Kom maar. Alleen stel je toch niks voor’. Daarna was het snel afgelopen.”

Onderbuikgevoel

Mensen die ze van vroeger kende, konden zich niet voorstellen dat dit bij Susan kon gebeuren. „Ze zeiden: ‘Je bent zo stoer. Waarom liet je over je heen lopen?’ Ik kon ook prima voor mezelf opkomen. Toch kon ik niet tegen deze jongen op. Het eerste contact met deze jongen was leuk en gezellig. Ik zocht er niks achter. 

Toen ik naar Amsterdam ging, had ik wel het gevoel dat er iets niet klopte. Zo’n ‘onderbuikgevoel’. Maar ik deed er niets mee. Nu weet ik beter. Zo’n gevoel, daar moet je naar luisteren! Dat wil ik ook tegen andere meiden in zo’n situatie zeggen.”

Ze is vastbesloten om haar leven weer op de rails te krijgen. „Een nieuwe vriend, daar moet ik nog niet aan denken. Ik zal dit eerst moeten verwerken.”

Susan is een gefingeerde naam.

Meer lezen? Neem een proefabonnement.