altWie in deze tijd de gemeente bestuurt, kan bijna niet anders dan vuile handen krijgen. Je kunt remmen, proberen bij te sturen, maar de secularisatietrein is op volle stoom. „Dat is dan ook je taak,” zo vindt wethouder Hans Marchal van de Protestant-Christelijke Groepering (PCG) uit Wijk bij Duurstede. „Als raadslid kun je gemakkelijker roepen dat je ‘tegen’ bent. Daarmee ben je niet altijd zinvol bezig. Erger voorkomen is ook een taak.”

Hans was jarenlang gemeenteraadslid en ook al eerder wethouder van de voormalige kleine gemeente Langbroek. Een dorp met twee kerken (een hervormde en oud gereformeerde gemeente) en slechts duizend inwoners. De PCG was er de grootste fractie. Bij de gemeentelijke herindeling van 1996, waarbij Langbroek, Cothen en Wijk bij Duurstede in een nieuwe gemeente Wijk bij Duurstede opgingen, werd de PCG de kleinste. Anderhalf jaar geleden deed de gelegenheid zich voor als kleinste coalitiepartner deel te nemen aan een coalitie en zelfs daarin een wethouder te leveren.
„Het raadslidmaatschap is op m’n pad gekomen toen ik nog vrij jong was: we waren net getrouwd. Dat geldt ook voor het wethouderschap. Of je zoiets een roeping moet noemen, weet ik niet, maar ik kón er niet onderuit. Als je zó aan je taak begint, roept dat ook verplichtingen op. Je hebt niet alleen publiek verantwoording af te leggen naar de achterban, de burgers, maar ook aan God. Als raadslid van Langbroek kwam je niet voor dingen te staan die je nu voor je kiezen krijgt als vertegenwoordiger in een raad die 24 duizend, voor het grootste deel seculiere, burgers vertegenwoordigt. En als wethouder heb je daarin weer een geheel eigen positie,” aldus Hans.

 

Principe
De achterbannen van leden van het openbaar bestuur fronsen nog weleens hun wenkbrauwen bij het vernemen van een besluit dat genomen is door een bestuur waarin ook een SGP- of CU-lid deelneemt. Ze hebben dan het idee dat de politicus die ze hebben gekozen niet de standpunten vertolkt die in de plaatselijke bijeenkomsten van de kiesvereniging zijn besproken of eerdere in de gemeenteraad werden geventileerd. Alsof er ‘verraad’ wordt gepleegd ten opzichte van de principes. De wethouder van Wijk bij Duurstede: „Het is niet gemakkelijk om verantwoordelijkheid te dragen. Als gemeenteraadslid kun je gemakkelijker wat roepen en je vervolgens terugtrekken. Je hebt het dan in de oren en ogen van de mensen prima gedaan. Het kan dan zomaar gebeuren dat er, ondanks jouw tegenstem, een regeling van kracht wordt, die absoluut niet in overeenstemming is met het Woord van God. Daar draait het in principe om. Is datgene wat je besluit tot eer van God en tot heil van de naaste? Maar wat als je verantwoordelijkheid draagt voor het formuleren en uitvoeren van beleid?” Hij noemt een voorbeeld. „Wij hebben hier in Wijk bij Duurstede de situatie van maximaal vijftien koopzondagen per jaar. Maar de vraag is nu – vanuit commerciële overwegingen – of er niet twee of drie van de winter naar de zomer kunnen. Stem je dan tegen, omdat je sowieso niet wilt dat er koopzondagen zijn? Stem je tegen omdat er meer mensen op zondag gaan kopen? Vraag je de ruimte om een minderheidsstandpunt in te nemen? Dan moet je misschien wel bezien of je op een ander terrein wél beslissend bij kunt sturen,” aldus Marchal.

Communicatie met achterban
In zulke gevallen weet ‘de achterban’ vaak wel hoe je erin zit. Is uitleggen en communiceren dan niet verschrikkelijk belangrijk? Marchal: „Jazeker. Een ander voorbeeld. Op een gegeven moment wilde de provincie Utrecht de doorgaande weg door Langbroek aanpakken. Aan deze weg liggen de twee kerken van het dorp. Het plan was om dat op zaterdag en zondag te doen, want dan gaat er het minste verkeer overheen. Dit plan kwam op de collegetafel en ik kreeg het college zover om hierover bij de provincie aan de bel te trekken. Er kwam uiteindelijk uit dat er van vrijdag tot uiterlijk zes uur zondagochtend werd gewerkt. Toch, in het contact met de achterban, kreeg ik er vragen over. Niet op een vervelende manier, maar wel dat ik voelde dat ik er verantwoordelijkheid voor droeg. Ik heb de bewuste persoon toen tevreden kunnen stellen met de uitleg, waarbij ik inderdaad kon vertellen dat het zonder mijn optreden ingrijpender was geweest en dat ik de zondagse onrust heb weten terug te dringen ten opzichte van het oorspronkelijke plan. Een politicus moet wél communiceren met zijn achterban en het spanningsveld waarin hij verkeert helder maken. Mijn achterban is redelijk gemakkelijk en er is vertrouwen. Ik denk dat er gemeenten zijn met een kritischer publiek. Dan kun je echt niet zo maar in je eentje opereren zonder dat je regelmatig uitleg geeft over wat je aan het doen bent.”

 

Dit is een selectie van een artikel dat verscheen de in GezisGids van 26 november.