Marijn Lankman (20)uit Nunspeet had als jongen een grote droom. „Ik heb altijd al bij Defensie willen werken. Ik was van jongs af aan geïnteresseerd in alles wat met het leger te maken heeft.” Zijn jongensdroom werd werkelijkheid. Inmiddels werkt hij al een poos bij de luchtmobiele brigade in Assen en reist hij van Curaçao en Amerika tot plaatsen in Nederland om te trainen en te oefenen.
Na zijn havodiploma ging Marijn verder leren. Nu hoefde hij niet elke dag de schoolbanken in, maar kreeg hij de lessen in de praktijk. „Ik heb de basisopleiding luchtmobiel afgerond. Deze heet de AMOL, Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel, en duurt zeventien weken. Toen ben ik geplaatst bij een parate eenheid. Na de basisopleiding kun je diverse cursussen en kleinere opleidingen volgen die passen bij je functie.” Marijn herinnert zich nog het moment waarop hij voor het eerst een geweer vasthield en mocht schieten. „Dan voel je wel een gezonde spanning!”
Unieke ervaring
Marijn is enthousiast als hij over zijn baan vertelt. Hij beseft goed dat het iets unieks is. „Om bij Defensie te kunnen werken is een unieke ervaring. Je kunt overal ter wereld worden ingezet of naartoe gaan om te oefenen en te trainen. Verder zorgt Defensie goed voor haar militairen door bijvoorbeeld medische zorg te verlenen door Defensie zelf. Vaak is er bijvoorbeeld een tandarts en arts op de kazerne aanwezig.”
Enorme kou of hitte
Wordt het bestaan van een leger weleens onderschat? Marijn: „In Nederland is het relatief veilig, maar er zijn meerdere grote brandhaarden op de wereld. Een goed leger is dan ook van essentieel belang, omdat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn.” Wat vindt hij dan van alle bezuinigingen op Defensie? „Ik denk dat je op een Defensie van een land niet kunt en wil bezuinigen , want ook binnen Nederland zijn dagelijks militairen actief.” Of we dan meteen de dienstplicht moeten invoeren? Marijn: „Dienstplicht zou voor sommige mensen zeker niet verkeerd zijn. Door de opleiding wordt je echt gevormd, op het gebied van discipline, samenwerken en gezag door een militaire meerdere. Maar als het verplicht wordt, is de kans groot dat er ongemotiveerde personen komen en dat is niet wat je moet willen.” Het leven als militair is niet altijd makkelijk. Marijn vertelt: „Vaak trainen wij onder verzwaarde omstandigheden, bijvoorbeeld in de hitte, in meer dan dertig graden met diverse uitrustingen om. Dan moeten we allerlei oefeningen doen. Of we trainen juist in enorme kou en hebben weinig slaap.” Motivatie is dus een vereiste, omdat daardoor doorzettingsvermogen ontstaat en je deze zware omstandigheden kunt verduren.
Goede gesprekken
Marijn ziet zijn baan in het leger niet direct als een roeping. Hij weet uit ervaring dat het als christen niet makkelijk is in het leger: „Zondagsrust is bijvoorbeeld niet altijd even makkelijk. Vaak is er wel gelegenheid om een dienst te bezoeken en is er op grote oefeningen altijd wel een geestelijke verzorger mee, waar je mee kunt praten of naar kunt luisteren.” Het is belangrijk om als christen in het leger te weten waar je staat. Marijn: „Je moet voor jezelf scherp hebben wat je wel en niet wilt. Als je dit uitlegt aan je collega’s, hebben ze daar vaak wel begrip voor. Er kunnen ook heel goede gesprekken ontstaan nadat je iets hebt uitgelegd of gezegd hebt ergens voor te staan. Dat lijkt me niet heel anders dan wanneer je bij een bedrijf zou werken.” De grootste tip voor jongens die er ook over nadenken om bij Defensie te gaan werken, is dan ook: „Doe en laat weten waar je voor staat!”
Twijfelen
Marijn heeft tijdens de zware opleiding weleens getwijfeld of hij door wilde gaan. „Gedacht om er mee te stoppen heb ik nooit, maar ik heb wel echt momenten in de opleiding gehad dat ik ging twijfelen of ik wel door wilde gaan. Soms is het namelijk echt zwaar.” Eén ding vindt Marijn heel positief: „Het teamgevoel is groot. Je leert collega’s snel kennen doordat je soms 24uur per dag met elkaar optrekt en je dus veel met elkaar praat.”
Dit is een selectie van een artikel dat verscheen in de GezinsGids van 3 september.