altTwee docenten. De één werkt in het midden van het land, de ander in het noorden. De één geeft al een aantal jaren les, de ander is net begonnen. Toch hebben ze twee dingen gemeen: ze zijn jong én ontzettend enthousiast.

Rick Spreij (25) werkt als docent geschiedenis op het Van Lodenstein College in Amersfoort. Hij studeerde in 2012 af aan de Driestar Hogeschool in Gouda. Elsanne de Vries (19) begint daar net aan haar tweede jaar van de opleiding Engels. Rick en Elsanne kozen beiden voor het duale traject. Elsanne: „Kort gezegd betekent dit duale traject werken en leren in één. De eerste twee jaar van de studie loop je als student onbetaald stage op een middelbare school. Vanaf het derde jaar mag je dan betaald lesgeven. Het fijne van deze combinatie is dat je de praktijk van dichtbij meemaakt.”

Keuze voor het onderwijs
De keuze voor het onderwijs wordt niet zomaar gemaakt. Rick: „Ik vind het fantastisch om met pubers om te gaan. Ik heb een tijdje getwijfeld tussen het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs. Dat laatste leek me uiteindelijk toch meer een uitdaging. Het paste beter bij mij. Ik begon op mijn zeventiende aan mijn studie en was dus nog heel jong toen ik mijn eerste les gaf. Het duurde bijna drie jaar voordat ik het lesgeven pas echt onder de knie kreeg. Tot die tijd was het vooral afzien en veel leren.” Elsanne beaamt dat. „Ik heb altijd al geweten dat ik het onderwijs in wilde. Na het halen van mijn vwo-diploma ben ik dus gelijk begonnen aan de Driestar Hogeschool. Ik loop stage op mijn oude middelbare school en mijn voormalige docenten werden toen automatisch mijn collega’s. Heel vreemd, maar wel leuk. Ik geef nu alleen nog maar les aan eerste- en tweedeklassers. Het leeftijdsverschil is dus gelukkig wat groter. Toch blijft lesgeven een uitdaging. Vooral omdat ik nog zo jong ben. Het is ook weleens handig dat er maar een paar jaar tussen mij en de leerlingen zit. Ik heb heel snel door wanneer zij afkijken of sms’en onder de les. Zoals de Engelsen zeggen: been there, done that.”

De gave van lesgeven
Vraag een willekeurige leerling welke kenmerken een goede docent heeft en de antwoorden verschillen. Dé goede docent bestaat dus niet. Elsanne: „Naar mijn mening heeft een goede docent vooral veel passie voor het vak en de leerlingen. Dat is niet aan te leren, dat zit in je. De overige zaken kun je als docent veel oefenen. Ik durf mezelf nog geen goede docent te noemen, daarvoor moet ik nog veel leren. Ik probeer zo veel mogelijk mee te kijken bij andere docenten. Ik doe dan veel ideeën op voor mijn eigen lessen. Het is bijzonder om te zien dat er grote verschillen zijn tussen docenten. Docenten die door leerlingen worden gezien als ‘goede docenten’ hebben vaak een eigen manier van lesgeven.” Rick: „Goed lesgeven is een gave. Als mens heb je die gave gekregen of niet. Natuurlijk moet je ook veel oefenen. Ik had hier aan het begin best moeite mee; lesgeven kan een behoorlijk gevecht zijn. Daar kwamen bij mij zelfs weleens tranen bij kijken. Gelukkig heb ik veel geleerd van andere docenten. Zij gaven mij tips die je niet in de leerboeken vindt. Niet dat studieboeken nutteloos zijn. Langzamerhand werd mijn eigen persoonlijkheid gevormd. Ik leerde de kennis zowel vakinhoudelijk als pedagogisch toe te passen in de praktijk. Als het lesgeven dan goed gaat, is het echt een zegen en een reden om dankbaar voor te zijn. Op een gegeven moment ging de knop gewoon om. Ik had maar één vraag: is het onderwijs wel mijn plek? Dat heb ik bij de Heere neer kunnen leggen. Het antwoord kreeg ik in de jaren die volgden. Mijn kennis én gezagshouding zijn toegenomen. Ik groeide in mijn beroep. Daarvan kan ik alleen maar zeggen dat ik alles van de Heere heb gekregen. Het is niet verdiend.”

Omgang met jongeren
Zowel Rick als Elsanne geeft les op verschillende niveaus in de onderbouw. Niveaus waar een goede ordehandhaving soms noodzakelijk is. Rick: „Het is heel belangrijk om op de juiste manier met jongeren om te gaan. Een jonge docent staat voor zijn gevoel vaak iets dichter bij de belevingswereld van de jongeren. Dat heeft voor- en nadelen. Naar mijn idee hebben leerlingen soms het idee dat jongere docenten hen beter begrijpen. Ik vond het moeilijk om consequent te zijn. Ook sluit ik nu nog te snel compromissen, maar ik kom er steeds meer achter dat het voor de jongeren beter is wanneer zij weten wat ze aan me hebben. Ik probeer mijn grenzen duidelijk te bewaken. Een voorbeeld: wanneer ik de deur dichtdoe, wordt het stil. Dat is misschien wel streng, maar de leerlingen leren er veel van. Ik geef wel straf, maar alleen met het doel om iets te bereiken. Daarbij laat ik mezelf niet boos worden. Ik zet een masker op. Een schreeuw geven mag, maar het moet duidelijk zijn dat dit slechts een signaal is. Ik wil de controle niet verliezen.” Elsanne: „Jongeren hebben behoefte aan kaders waarbinnen zij zich veilig en vrij kunnen bewegen. Daarbij moet je als docent beschikken over geduld in de omgang met leerlingen. Natuurlijk lukt dat mij zelf ook vaak niet. Maar ik probeer te begrijpen dat ik dingen uitleg waar leerlingen misschien nog nooit over gehoord hebben. Iedere leerling leert op zijn eigen tempo en manier.”

Dit is een selectie van een artikel dat verscheen in de GezinsGids.