Al vijfenzeventig jaar valt de GezinsGids met de regelmaat van de klok op de mat bij een trouwe achterban. Maar de klokt tikt en dus staat de tijd niet stil. Welke ontwikkelingen zijn er gaande? En hoe
blijf je daarin staande? SGP-leider Kees van der Staaij en dr. C.S.L Janse blikt terug op wat verandert én wat blijft. „Onder jongeren zie ik een positieve ontwikkeling.”

 Tekst C.J. de Leeuw beeld Anneke Vat-Pul en Gerben Vat

Het betonnen bastion B67 waar de Tweede Kamer der Staten-Generaal logeert, betreed je niet zomaar. Grondig word je van top tot teen gescand. Je spullen worden zorgvuldig gemarkeerd met een geel label. De boodschap is helder: ongewenst gespuis komt hier niet binnen. De uitgestrekte gangen van troosteloos beton monden uit in een hedendaags torenkamertje dat een blik gunt op een uitgestrekt gebied vol kantoorkolossen. En aan de einder – versluierd in de grijze ochtend – wenkend de zee. „Kijk,” wijst Van der Staaij, „in de verte zie je het koepeltje in het Kurhaus.” Dit is zijn werkkamer. Vandaag reflecteert hij er samen met C.S.L Janse op de veranderende positie van de reformatorische zuil door de jaren heen. Hoe staat het ervoor? En hoe moeten we ons tot deze tijd verhouden?

GezinsGids
Al die jaren was er de GezinsGids. Als een stabiele factor in de krantenbak. Ook in het persoonlijke leven van Van der Staaij en Janse had het blad een rol. Van der Staaij: „Als we op zaterdagmiddag naar oma gingen, kwamen de oude jaargangen van de GezinsGids uit de kast. Keurig ingebonden in plastic hoezen. Je kon er eindeloos in lezen.” Voor Janse komt het nog iets dichterbij: zijn vader was jarenlang betrokken bij de GezinsGids, die toen nog de Kleine Gids heette. „Mijn vader werkte bij de Kinderkrant, waarvoor hij versjes, verhalen en raadsels maakte. Dat blad werd overgenomen door de Kleine Gids. Toen hij uiteindelijk afscheid nam, kreeg hij als dank levenslang een abonnement. Dat heeft jullie aardig
wat geld gekost: mijn moeder werd honderd jaar oud.” De tijd van eindeloos bladeren door oude GezinsGids-banden ligt inmiddels ver achter hen. In de tussentijd groeiden ze uit tot prominente gezichten binnen de gereformeerde gezindte.

Ontwikkelingen

De klinkende overwinning van de Boer Burger Beweging (BBB) is nog maar net in de boeken geschreven als het gesprek plaatsvindt. In de weken voor de verkiezing is er op allerlei manieren subtiel
gehint richting de SGP-achterban om toch vooral niet op de BBB te stemmen. Dat lijkt symptomatisch: kennelijk is het niet vanzelfsprekend om op een partij te stemmen die geworteld is in dezelfde ondergrond. Van der Staaij het niet met die analyse eens. „Zo nieuw is dat niet. Tegenwoordig vinden we het misschien normaal dat mensen uit de achterban hun stem aan de SGP geven, maar ook in de begintijd was er discussie over. Het was ook toen zeker geen automatisme. Je had mensen die liberaal stemden en er was op een gegeven moment discussie over een kerkenraadslid van de Gereformeerde Gemeenten die PvdA-lid was.” Janse, bevestigend: „Ook de Boerenpartij van Hendrik Koekkoek had een lid die tot de Gereformeerde Gemeenten behoorde. Dat was al in de jaren zestig.”


Niets nieuws onder de zon, dus?
Van der Staaij: „Dezelfde dingen komen in een anderevorm terug. Toen er vijfentwintig jaar geleden discussie was over de vraag of je niet beter CDA kon stemmen – want die partij zou meer invloed hebben – werd ook gezegd dat het vróéger nog wel gebruikelijk was dat iedereen SGP stemde. Wat dat betreft is het dus inderdaad niet nieuw. In die tijd werd zelfs een commissie stemmenverlies in het leven geroepen. De RPF kwam op en de vrees was dat de SGP niet genoeg bij de tijd was en niet voldoende werfkracht meer had. Dat mensen SGP bleven stemmen, was dus zeker niet vanzelfsprekend.”
Janse: „Toch was dit verschijnsel destijds marginaler dan nu. De dingen schuiven nu wel makkelijker dan
vijftig, zestig jaar geleden.”


Hoe komt dat?
Janse: „De binding aan instituten als de kerk of een politieke partij is zwakker geworden. Ooit had de Katholieke Volkspartij bijvoorbeeld 450.000 leden. Nu hebben alle partijen sámen niet eens meer zo veel leden. Mensen binden zich minder makkelijk aan een collectief. Ze stappen makkelijker over of schuiven door. Zeker bij de jongere generatie zie je dat. Neem de SGP-jongeren. Die hebben duizenden leden
verloren. Zoiets is symptomatisch.” Van der Staaij: „Dat wil ik toch nuanceren. Zoiets heeft ook heel praktische redenen. Vroeger werden er op gezinsbeurzen leden geworven. Dat was heel
laagdrempelig: je zette je handtekening, kreeg een leuk presentje en je was lid. Dat soort beurzen zijn nu minder massaal. Daardoor worden jongeren minder makkelijk over de drempel getrokken.”
Janse: „Toch neemt de binding ook in de gereformeerde gezindte af. Je ziet dat bijvoorbeeld bij het reformatorisch onderwijs. Er is minder binding aan onze scholen. Uit de begintijd is een geval bekend dat kinderen vanuit Den Helder naar Amersfoort werden gebracht om ze maar naar een reformatorische school te kunnen sturen. Nu is het zelfs niet altijd meer vanzelfsprekend om je kinderen naar een reformatorische school te sturen als dat in de buurt kan.”

Abonnementen
Ook een abonnement of lidmaatschap is tegenwoordig minder vanzelfsprekend. Janse: „Vroeger hadden mensen bij de krant en de bladen het gevoel: ‘Dit is van ons’. Dat ligt nu toch anders. Je kunt lid zijn van een reformatorische kerk, maar dat wil niet meer zeggen dat je dan ook het Reformatorisch Dagblad leest. Ik vraag me af of je het RD in deze tijd nog van de grond zou krijgen.” Van der Staaij: „Destijds leefde sterker dat je voor elkaar moet stáán. In de Saambinder werd zelfs opgeroepen om je te abonneren op de GezinsGids: ‘Voor het geld kun je het toch niet laten’. Nu zou je reageren:
Moet een kerkelijk blad iets zeggen over waar ik me op moet abonneren? Het is een heel ander tijdsbeeld.”

Tijdsvertraging
Niet alleen op het niveau van gedrag neemt verbondenheid af, maar ook fundamenteler. Janse: „Je ziet een bepaalde secularisatie, een assimilatie van de gereformeerde gezindte. Er is minder binding aan de gereformeerde leer. Men staat makkelijker, minder principieel ten opzichte van maatschappelijke ontwikkelingen. Refo’s volgen de wereld met tijdsvertraging. Er zijn ontwikkelingen in de kerken, bijvoorbeeld rond vrouw in het ambt, die je twee generaties geleden zo niet tegenkwam.
Wat je eerst zag in de Gereformeerde Kerken, zag je dertig, veertig jaar later in de Gereformeerde Kerken
vrijgemaakt. Nu zie je het in de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Bond. Ook de
Gereformeerde Gemeenten gaat dat niet voorbij.”


Welke motief zit erachter de afnemende binding?
Janse: „Er wordt in deze tijd veel nadruk gelegd op de menselijke vrijheid, op mondigheid. Je moet je eigen keuzes maken en niemand heeft je daarbij ter verantwoording te roepen. In onze kring is dat weliswaar minder, maar het heeft toch zijn invloed. En zo komt het dat we op zondag weliswaar in dezelfde kerk zitten als onze ouders en grootouders, maar op allerlei terreinen toch andere
keuzes maken.”

Vasthouden
De vraag is: wat kun je ertegen doen? Bij de SGP investeren ze bewust in verworteling. Van der Staaij: „Als
we kandidaten selecteren, kijken we ook naar in hoeverre iemand verworteld is in het gedachtegoed van
onze partij. Dan merk je dat mensen misschien wel een mediatraining hebben gehad, maar er niet aan toekomen om – zeg – Ongeloof en revolutie van Groen van Prinsterer uit de kast te pakken. Het wordt niet automatisch bijgebracht. Je moet daarin investeren. Daar organiseren we als SGP zogenaamde ‘DNA-dagen’ voor medewerkers. Ga eens oude partijredes van ds. Kersten en ds. Zandt lezen. Wat brachten zij naar voren?” Ook voor de GezinsGids ligt daar een taak. Janse: „Breng je identiteit tot uitdrukking. Belangrijk daarbij is ook welke medewerkers je kiest.”

Dit is een voorproefje van een veel groter artikel dat verschijnt t.g.v. ons 75-jarige jubileum – in de dikke GezinsGids van 1 juni 2023 D.V.