„Ik wilde geen hoge verwachtingen hebben van Fabians ontwikkeling, maar nu ik achteraf terugkijk had ik ze eerlijk gezegd toch wel,” reflecteert Durvina Slingerland. Als moeder van een kind met het syndroom van Down ervaart ze vreugde bij de opvoeding, maar ook voortdurend nieuwe zorgen. „Het is een intensieve zorg.”
Samen met haar man Frans kreeg Durvina Slingerland (39) zeven kinderen van de Heere. Fabian, de zesde op rij, werd geboren met het syndroom van Down. Dit veranderde hun gezinsleven ingrijpend. Durvina: „Bij mijn schoonfamilie werden negentig gezonde klein- en achterkleinkinderen geboren. Je weet dat dit niet vanzelfsprekend is, maar je verwacht niet dat het jou overkomt.”
Echo
Bij de zwangerschap van hun zesde kindje besloot het echtpaar Slingerland geen twintig wekenecho te laten maken. „Het voegt niets toe meenden we. Als er iets uit zou komen, maakt het je alleen maar onzeker over de zwangerschap. Na elf weken ging ik voor het eerst naar de verloskundige, waar ik een echo kreeg die er prima uitzag. Toen ik met dertien weken weer langskwam, stelde zij voor om niet de doptone te gebruiken om naar het hartje te luisteren, maar opnieuw een echo te maken. Gewoon, leuk om het kindje weer even te zien.” Zodra het kindje in beeld kwam, zag Durvina dat er iets mis was: „Ik zag direct een erg verdikte nekplooi.”
Vanaf dat moment ging het heel snel. „Ik werd doorgestuurd naar de gynaecoloog. Hij gaf aan dat er sprake was van een syndroom. Maar welk syndroom? Dat was niet duidelijk. Hij stelde voor om een vruchtwaterpunctie te doen. Thuisgekomen belde ik mijn man om hem het nieuws te vertellen. We lieten een punctie doen, hoewel we daar geen fijne gevoelens bij hadden. Het bood echter ook mogelijkheden, want wellicht was een operatie van het kindje in de baarmoeder mogelijk. De volgende dag konden we terecht voor de vruchtwaterpunctie, een week later kregen we een brief waarin stond dat we een kindje met het Downsyndroom verwachtten.”
Bevalling
Na zo’n bericht buitelen de gedachten over elkaar heen. Durvina: „Kunnen we nu nooit meer een dagje weg? Moet ons huis worden aangepast? Waarom laten mensen zo’n kindje aborteren? Is het dan zo erg? We waren absoluut niet de hoogte van het Downsyndroom, dus we lazen die tijd van alles. Ook kregen we veel meeleven uit onze omgeving, dat bemoedigde ons. Een enkeling reageerde negatief, door te zeggen: ‘Het zou maar beter zijn als het een miskraam wordt’. Of nog erger: ‘Dat laten jullie toch wel weghalen?’ We hebben gemerkt dat als we open en eerlijk ons standpunt deelden, dit hielp en mensen het respecteerden.” De zwangerschap verliep verder voorspoedig. „Na veertig weken werd Fabian spontaan geboren. Het streekziekenhuis was niet goed voorbereid op de bevalling, men had weinig ervaring en kennis van het syndroom en de bijbehorende hartproblematiek. Al snel werd Fabian overgebracht naar een academisch ziekenhuis, daar was de begeleiding erg goed. Ze spraken daar heel positief over het Downsyndroom. Onze verwachting was dat ze juist dáár wel negatief zouden reageren. Dit bleek niet het geval. Zij waren stuk voor stuk erg positief. Dit heeft ons zeker gesteund in de zorgen rondom Fabian.”
Dit is een selectie van een artikel dat verscheen de in GezisGids van 26 november