In het onderwijs – maar ook in de kerk – heeft men zich de afgelopen decennia ingespannen om vooral niet saai te zijn: hoorders moeten voortdurend worden geprikkeld, alles moet relevant en toegankelijk zijn, uitdagend en vooral… leuk! Bedreigt ons hierdoor een zekere infantilisering, een langzaam afglijden naar ‘verkinderlijking’? „Een leerling had het over de belijdenis van Ikea…”

In de jaren dat dr. Richard Toes werkte aan zijn promotiestudie over onderwijsvernieuwing in het reformatorisch voortgezet onderwijs, werd het voor hem steeds duidelijker: de pedagogiek – hoe opvoeders opvoeden – en de didactiek – hoe docenten lesgeven – is sterk veranderd. „De kinderen niet,” is zijn stellige overtuiging. „Leerlingen willen nog steeds duidelijkheid. Dat vinden ze prettig.

 

De neiging is groot toe te geven aan de tendens van het ‘verleuken’. Dat biedt een bepaalde mate van comfort: de docent kan het de kinderen naar de zin maken en achterover leunend toekijken hoe ze het doen. Zelf hoeft hij dan alleen nog maar aan te moedigen. „Vervolgens treedt ‘de nieuwe saaiheid’ op,” waarschuwt Toes.

Hoe het dan wel moet? „Een goede docent zal altijd zoeken naar het hart van het kind, maar daar stopt het niet bij. Het gaat er uiteindelijk om dat er goed vakonderwijs wordt gegeven.”

Lees meer over  ‘Koning kind’ in het winternummer van GezinsGids, dat verschijnt op 14 december D.V.