Het digibord heeft het klaslokaal razendsnel veroverd. Maar is het wel een aanwinst? Sommige ouders zijn heel kritisch op het mediagebruik in de klas. Zoals Sofie*.

Sofie, die kinderen op de basisschool en het voortgezet onderwijs heeft, kan zich in het mediabeleid dat op de basisschool van haar kinderen gevoerd wordt wel vinden. „Maar toen onze kinderen naar het voortgezet onderwijs gingen, werd het lastiger. Op de reformatorische school waar ze zitten, is een degelijk mediabeleid. Maar we lopen er regelmatig tegenaan dat theorie en praktijk soms mijlenver uit elkaar liggen.”

‘Dit kan toch niet op een christelijke school?’

„Een voorbeeld: onze dochter kreeg in de brugklas een filmpje te zien dat educatief was bedoeld. De weergave riep bij onze dochter de volgende reactie op: ‘Dit kan toch niet op een christelijke school?’

We koppelden dit naar school terug en kregen een reactie: ‘Wat is hier mis mee?’ We vonden het schokkend dat de school onze gedachtegang niet begreep.”

Seksueel getinte video

Sofie vervolgt: „Een docent wilde een seksueel getinte videoclip, die vaak door leerlingen bekeken werd, bespreekbaar maken. De leraar liet die in de les voor een groot gedeelte zien om deze vervolgens ter discussie te stellen. Gevolg was wel dat mijn dochter, die nog nooit de film had gezien, beelden onder ogen kreeg die heel ver gingen. En de anderen hadden de clip ondertussen nog weer een keer bekeken.

Ik denk dan: moet dit nu zo? Ik geloof zeker dat een leraar ook overtuigend over kan komen zonder die film te laten zien.”

Gepasseerd station

Sofie krijgt de indruk dat veel vragen en bezwaren rond de moderne media een gepasseerd station zijn. „Op dit gebied is er wel wat aan de hand. Als jongeren merken dat er sommige leraren zijn die innerlijk niet achter het beleid van de school staan, is er niet veel te winnen. Bovendien wordt onder de jongeren zelf veel geaccepteerd.

Maar ook al zou op het voortgezet onderwijs alles in kannen en kruiken zijn, de problemen zijn ook dan de wereld nog niet uit. Het verschuift alleen maar. De kinderen komen in een maatschappij terecht waarin alles gemeengoed is geworden. Je bent daarom genoodzaakt ze hierin op te voeden.”