Tekst D. de Bruin-Palland Beeld Gerben Vat

Nina is de derde dochter van Lennard en Marinda de Zwarte, een goedlachs meisje van ruim een jaar oud. Ze heeft nog geen weet van wat er in het gezin allemaal gebeurd is in de jaren voorafgaand aan haar komst. Haar oudere zusjes Ilse en Noor zijn namelijk gestorven vlak voordat ze geboren zijn. Een gesprek over spanning, teleurstelling, verdriet en hoop.

Lennard (29) en Marinda (24) zijn meteen bereid om iets te vertellen over wat er de afgelopen vier jaren is gebeurd in hun leven. Ze hadden niet kunnen bedenken dat er zo veel tegenspoed en kruis zou komen toen ze ruim vijf jaar geleden trouwden. Ook niet toen het einde van de eerste zwangerschap in zicht kwam. Alles verliep immers voorspoedig!

Marinda: „Totdat het dinsdag 1 augustus 2017 werd. Ik was op de koffie geweest bij de opa en oma van Lennard. Op weg naar huis realiseerde ik me opeens dat het erg stil was in mijn buik, terwijl het kindje normaal gesproken nogal actief was.

Ik heb geprobeerd om het wakker te maken, maar dat lukte niet. Omdat ik me zorgen begon te maken, kon ik een uur later al terecht bij de verloskundige. Ze luisterde naar het hartje, maar kon de hartslag niet vinden. Volgens haar waren er twee mogelijkheden: of het kindje verstopte zich, of het was overleden.

Van spanning en van schrik moest ik toen even heel erg huilen, want ik wist meteen dat een kindje van bijna 37 weken zich niet meer kan verstoppen, daar is het te groot voor. Aan een gestorven baby kon ik op dat moment niet denken.

Lennard was intussen gearriveerd en we reden meteen door naar het ziekenhuis. De echo bevestigde dat Ilse niet meer leefde. Het leek alsof het echobeeld op pauze stond, zó stil.

Ongeloof, verdriet en verbijstering, alles buitelde over elkaar en golfde door me heen. Tot het moment dat ze geboren werd, bleven we hopen dat ons meisje toch zou gaan huilen als een eerste teken van leven. We wilden er nog niet aan dat ze gestorven was.”

Trots

Lennard vult aan: „We mochten kiezen of de geboorte meteen in gang gezet zou worden of pas de  volgende dag, zodat we eerst nog een poosje naar huis konden. De arts adviseerde het laatste, zodat het allemaal niet te snel zou gaan. Dat schijnt beter te zijn voor de verwerking.

De bevalling ging vrij vlot, maar ons meisje was echt overleden. We hadden verwacht dat de klap hard aan zou komen nu dat definitief was, maar zo was het toch niet. We waren juist heel erg trots.

Onze dochter Ilse had ervoor gezorgd dat we papa en mama waren geworden. Marinda had dat gevoel al veel langer, omdat zij Ilse onder haar hart droeg. Ik voelde dat meteen toen ik Ilse zag bij de geboorte.”

Tweede keer

Ongeveer anderhalf jaar later, op 20 februari, worden Lennard en Marinda voor de tweede keer vader en moeder, maar ook dit meisje, Noor, sterft in de moederschoot. De artsen staan opnieuw voor een raadsel: ze hadden alles goed in de gaten gehouden en bij de controles was niets mis.

Marinda: „We waren best opgelucht toen het voor ons zo kritieke moment van bijna 37 weken voorbij was, het tijdstip waarop Ilse stierf. Maar ruim een week later werd ik opeens midden in de nacht wakker. Wat een schrik, want ik voelde het kindje niet meer bewegen.

Op dat moment gingen er allerlei alarmbellen rinkelen: het zal toch niet weer…? Steeds heb ik gebeden met het eerste vers van de berijming van Psalm 130 in mijn hoofd.

Met lood in onze schoenen gingen we eerst naar de verloskundige, daarna naar het ziekenhuis. Ook Noor was gestorven.”

Lennard peinst hardop mee: „Voor ons gevoel werden we anderhalf jaar teruggezet in de tijd. We wisten precies wat er komen ging.

Na het overlijden van Ilse zijn we eigenlijk nooit opstandig geweest. Een gevoel van berusting overheerste.

Nu, bij Noor, was het toch wel anders voor ons. Het leek alsof er grond onder onze voeten vandaan werd geslagen. We voelden ons wanhopig en verslagen.

De vraag ‘waarom nog een keer?’ hebben we regelmatig omhoog gezonden, niet zozeer opstandig, maar de vraag was er wel degelijk. Op die waaromvraag krijgen we wellicht nooit een antwoord, maar de Heere heeft ons toch wonderlijk bemoedigd.

Dat begon al in het ziekenhuis, vlak na de geboorte van Ilse. De arts die bij het maken van de echo was geweest, kwam speciaal naar ons toe. Hij ging naast me zitten en pakte de Bijbel. Hij vertelde dat hij de vorige dag, toen hij naar huis reed, steeds aan ons moest denken, aan ons drietjes en aan zijn eigen trouwtekst, Jeremia 29:11: ‘Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting’.

Hij mocht vast geloven dat Ilse een hoopvolle toekomst heeft. Het voelde voor ons of deze man door God was gestuurd om ons dat te vertellen.”

De Heere loven

Marinda: „Omdat het om onze eigen kinderen gaat, willen we deze dingen natuurlijk graag horen. Daarom zijn we des te meer dankbaar dat mensen los van elkaar mochten getuigen dat onze kinderen nu bij de Heere zijn, waar ze Hem voor eeuwig mogen loven en prijzen. Eén van die personen kennen we niet eens.

Vooral de eerste weken na het overlijden van Ilse is dat tot grote troost geweest. We voelden ons gedragen en mochten ervaren dat de Heere van ons afwist.

Na het overlijden van Noor voelden we de kracht van die troost minder, want de verslagenheid was zó groot. Achteraf mogen we toch wel zeggen dat de Heere ons ook toen geholpen heeft.”

Het echtpaar koestert de vijf dagen voorafgaande aan de beide begrafenissen. Lennard: „Het was goed om Ilse en Noor hier die dagen dicht bij ons te hebben.

Zowel bij Ilse als bij Noor was de begrafenis het moeilijkste moment, want daarna kun je niet meer naar hen kijken, dan is er geen handje meer om even vast te houden. Dan moet je hen achterlaten op de begraafplaats, al weet je dat ze daar niet meer zijn.

Het is opeens definitief. Het voelt alsof ze van je afgescheurd worden. Als je kind sterft, sterft er als het ware een deel van jezelf. Daarna kom je terug in een leeg huis en gaat het leven verder. Wat blijft, is het gemis.”

Dit is een deel uit een groter interview. Het complete artikel verschijnt in de GezinsGids van 9 september 2021 D.V.