Leven van feest naar feest, je eigen man niet bij zijn voornaam noemen, ruim honderd kinderen in een klas. Andere culturen hebben verschillende gewoonten. Wilma van Doleweerd-Verduijn (51) en Marja van der Bas-van Voorthuijsen (59) doken onder in zo’n andere cultuur en delen hun ervaringen. Wilma: „We weten nu niet meer wat normaal is.”

Tien jaar woonde Wilma van Doleweerd in Ecuador en vijf jaar op Bali. „In Ecuador was de opdracht van mijn man om een gemeente te stichten tussen de sloppenwijken in de grote stad en in Bali hielp hij bij het ontwikkelen van onderwijsmethoden en gaf les op de theologische school,” legt ze uit. „We waren veel bezig met het vergelijken van de diverse culturen. Wat mij opviel in beide landen was het leven op straat. Overal zijn stalletjes en winkeltjes en dat brengt veel gezelligheid met zich mee. 

Op Bali viel meteen het grote aantal tempels op. Daar kom je overigens veel verschillende culturen tegen. Er zijn veel toeristen en zakenmensen. Daarnaast heb je de Balinezen, hindoes en christenen die ook weer hun eigen cultuur hebben.”

Marja woont inmiddels ruim anderhalf jaar in Malawi. „Mijn man is door de synode van de Hersteld Hervormde Kerk beroepen om als zendingspredikant te werken. Hij heeft de bijzondere taak om samen met twee Malawiaanse docenten mannen op te leiden tot predikant in de Reformed Presbytarian Church of Malawi,” vertelt ze. 

De predikantsvrouw weet nog goed dat ze Malawi voor het eerst bezocht. „Ik was verbaasd en onder de indruk van al die mensen die zomaar langs de ‘snelweg’ liepen. Het kwam bijna bedreigend op me over. Je raast er met een vaart van tachtig kilometer per uur voorbij. Als er één een verkeerde stap zet, gaat het mis. Heel gevaarlijk! 

Alles wordt met elkaar gedeeld. Als je een beetje geld verdient, komt de hele familie – zo ver als je maar bedenken kunt – vragen om hulp voor schoolgeld, voor een begrafenis, voor eten et cetera. Als je geld hebt, ben je verantwoordelijk voor de hele familie.”

Wilma herkent dit vanuit zowel Bali als Ecuador. „Op Bali werk je – met name als Hindoe – vooral voor brood op de plank en de gemeenschap. Ik geloof dat daar geen mens ooit nadenkt over een winstgevend bedrijf. Daarnaast leerde ik op Bali dat we echt ‘doorreizigers’ zijn. Ook al krijg je veel zegeningen en mooie momenten, hier op aarde is het niet. Als christen moet je je pinnen niet te vast in de aarde zetten.”

Lees meer over ‘Leren in andere landen’ in de GezinsGids van 13 september 2018.