Hoewel Nelly Ockhuijsen (51) erkent dat zij een onbekende, onvoorspelbare en ingrijpend ernstige ziekte heeft en daar elke dag de gevolgen van ondervindt, is het eerste wat ze zegt: „Ik kan nog zó veel en bovendien: verlies geeft soms ook winst!”

Fotografie: Anneke Vat-Pul. Tekst W. de Jongste

De jaren waarin ze leven kon zonder dat er een vuiltje aan de lucht leek, waren de jaren voordat Nelly Ockhuijsen zwanger raakte. Toen ze 20 jaar was, trouwde ze met Wim. „De man van mijn leven!” glimlacht ze. Na vijf jaar werd in Nelly’s jonge gezin het enige kind geboren. „Hoewel we wisten dat we, medisch gezien, geen kinderen konden krijgen, raakte ik toch in verwachting. Het kindje werd echter niet levend geboren: na 24 weken moeizame zwangerschap leefde ons kindje niet meer. We waren er samen heel verdrietig over en toen kwam ook nog het bericht dat ik eigenlijk heel erg ziek was. De arts vertelde dat hij ‘bij toeval’ iets in mijn bloed had ontdekt, waar hij toen kort geleden iets over gelezen had in een vakblad. We hebben toen, ondanks mijn zwakte, gelukkig wel samen ons kindje kunnen begraven: ik wilde ook per se naar huis. Bloedmonsters toonden uiteindelijk aan dat ik trombotische trombocytopenische purpura (TTP) heb. Een ziekte waar toen nog erg weinig over bekend was, maar die sluimerend aanwezig is en zo de kop kan opsteken. Als ik ooit nog eens zwanger zou raken, zou dat heel heftig en levensbedreigend zijn, werd me gezegd. Ik ging het ziekenhuis uit met een rugtas vol zorg en verdriet,” vertelt ze.

Adoptie

Wim en Nelly wilden graag voor kinderen zorgen en het was Wim die als eerste het plan opperde om kinderen te adopteren. Nelly: „ Zo’n besluit neem je niet zomaar en is een zaak van gebed en een proces met persoonlijke afwegingen. Het kwam als het ware op ons pad. Dat ik een ziekte had, zat al nauwelijks meer in onze gedachten en na verloop van tijd adopteerden we drie Chinese kinderen met tussenpozen van zo’n tweeënhalf jaar: Nienke, Eline en Ilse. Het leek allemaal voorspoedig te gaan en onze dagen kleurden roze. Tot bleek dat onze Nienke verstandelijk beperkt is en aan een vorm van epilepsie lijdt. Ze heeft inmiddels zes keer op het IC gelegen en heeft een heel heftige periode achter de rug. We hebben écht nachten gehad waarin we dachten: hoe komen we hier ooit doorheen? Maar we zijn doorgeholpen! Ik zeg wel eens: ‘Nienke houdt ons dicht bij de Heere’. Hij vormt, Hij stuurt, Hij plaatst mensen op je weg, Hij geeft andere vrienden die je op gepaste manier geestelijk of maatschappelijk bij kunnen staan. Tegelijkertijd maakten we ons wel meer zorgen om ons kind dan om mijzelf.”

De rest van dit interview lees je in de GezinsGids van 22 oktober.