Een boer en zijn vee. Ze vormen een twee-eenheid. Kom je aan het vee, kom je aan de boer. Hoe kan een boer nu op een ‘slechte’ manier met zijn vee omgaan? Toch zijn er dierenwelzijnsorganisates die hen elke keer weer in een hoek lijken te drijven, waarin ze zelf niet willen zitten.Terecht of onterecht? En wat is het Bijbels licht op de relatie dier en mens?
De twee zwagers Joost van Meijeren (leeftijd) en Cees Anker (leeftijd) zijn samen goed voor meer dan tachtig jaar veeboerervaring. Alhoewel ze meer dan honderd stuks vee hebben lopen, kennen ze hun koeien en kalveren stuk voor stuk. „Elke koe is een persoonlijkheid,” zegt Cees. „Als er een van de buurman bij zou lopen, zie je dat direct,” vult Joost aan.
De wenkbrauwen fronsen als ze het over allerlei Nederlandse regelgeving en de uitvoering daarvan hebben. Maar een gulle, weltevreden lach komt er op het gezicht als ze bij hun kalfjes en koeien staan. „Dat is het léven. Daar doe je het allemaal voor,” merkt Cees op, al veertig jaar boer in het dorpje Vlist. Joost, die in het nabijgelegen Haastrecht zo’n 65 hectare grond heeft: „’s Morgens is het eerste wat je doet: naar de koeien om te kijken en luisteren hoe het met ze gaat. Je hoort ’t zo, als er iets aan de hand is.”
Cees vult aan: „Als een koe tochtig is, hoor en zie je dat. Als die pijn heeft, hoor je het ook. Je ziet ’t aan de ogen. Als een koe koud aanvoelt, weet je als boer dat er kans is op uierontsteking. Je doet er dan direct iets aan, want we zijn tegenwoordig halve veeartsen. Dat doe je niet omdat je denkt dat die koe anders minder geld opbrengt, maar omdat het levende have is. Zeker als je een koe wat langer hebt, heb je daar een soort band mee. Als die koe dan oud of ziek wordt, zegt je gevoel vaak dat je hem nog langer wil houden, maar je verstand zegt dat hij beter weg kan. Een enkele keer houd je een koe te lang. Dan is hij voor de handelaar niet veel meer waard. Vee vormt natuurlijk ook gewoon je brood, daarom moet je wel bedrijfsmatig blijven denken.”
Manager
Beiden vinden dat ze, vergeleken met hun beginjaren, veel meer manager zijn geworden. Joost: „Je hebt met zo veel regelgeving te maken, dat het bijna niet meer leuk is. We moeten in Nederland uitkijken dat we niet doorslaan. Wetgeving op het gebied van milieu en dierenwelzijn is vanzelfsprekend goed, maar voor ons boeren wordt het zo langzamerhand onwerkbaar. Het wordt bovendien een beetje ergerlijk, als je weet dat het er in andere landen veel minder streng aantoegaat. We zijn natuurlijk wel trots op de kwaliteit die Nederland kan bieden als het over vlees en melk gaat. We staan als veeboeren niet voor niets op nummer één in de wereld, maar naar mijn mening kan het op het gebied van allerlei controles wel wat minder, zeker als je ziet dat de ene controle soms de andere overlapt.”
„Wij zijn zelfstandigen met veel verantwoordelijkheid, maar we voelen ons soms ook wel een beetje ‘kleine jongens’ als je de mensen van allerlei controlerende instanties over de vloer krijgt. Aan de andere kant: we hebben niets te verbergen en het product is het waard dat we er alles voor doen,” vult Cees aan.
Beste omstandigheden
Joost merkt op dat hij vroeger wel twintigduizend kuikens in zijn schuur had en nu door allerlei maatregelen nog maar zeventienduizend. „Ik vind het op zich wel goed. De dieren hebben het nu beter dan toen. Maar dat allerlei dierenwelzijnsinstanties nu nóg klagen, vind ik onterecht. De dieren leven onder de beste omstandigheden die ze maar kunnen krijgen. Als ik de schuur inkom, zie ik dat ze tevreden zijn. Ik hóór het! Het beste voer en de fok van deze beesten zorgen voor snelle groei, want na vijf weken moeten ze weer weg. Natuurlijk zijn de kuikens niet bestand tegen ziekten en zijn het niet echt sterke dieren, maar je moet wel goed voor ze zorgen. Het is bijvoorbeeld niet zo dat ze door hun poten dreigen te zakken,” vertelt Joost. Hij vervolgt: „Je hebt nog weinig keuze ook, want als de controle van dierenwelzijn iets vindt, word je gekort in het aantal dieren dat je in je schuur mag hebben.”
Dit artikel gaat verder in de GezinsGids van 21 augustus