In het armoedige, Moldavische dorpje Saca woont Gaby. Sinds een aantal maanden zit hij thuis, omdat de zorg in opvangcentrum A New Hope niet meer ging. Er is geen alternatief.
Gaby’s zus Maria (24) opent de deur voor Petru en Doina. Een tengere jongen komt van de bank af als hij Petru in de deuropening herkent. Hij stoot doffe klanken uit en steekt enthousiast zijn spastische hand uit. Maria kijkt toe met een grijns waarin liefde en verdriet zich lijken te vermengen. „We zijn met z’n zevenen thuis,” vertelt ze. „Twee jongens en drie meisjes. Petru-Gabriel is de jongste, Gabynoemen we hem. Hij is de zon in ons huis…”
Ze schiet vol, veegt een traan weg. Gaby hoort het aan, kijkt van z’n zus naar Petru en glimlacht. Trots dat er bezoek komt. „Er moest altijd iemand thuis blijven om voor hem te zorgen. Mensen in het dorp keken veroordelend op ons neer. Dat is nog steeds zo. Mensen schrikken terug voor hem.”
Gaby volgt vrijwel niets van het gesprek, zo lijkt het. Behalve wanneer gevraagd wordt hoe het voor hem was bij het dagopvangcentrum. Gaby lacht, steekt z’n duim priemend in de lucht en stoot enthousiaste klanken uit.
Harde realiteit
De intensieve zorg die Gaby nodig heeft, werd te veel voor het kleine team van A New Hope. Noodgedwongen zit hij thuis. „Ik heb geen werk, dus kan ik voor hem zorgen. Ik probeer hem zo veel mogelijk te laten doen. Maar het is moeilijk,” vertelt Maria.
„Na het ontbijt laat ik hem het hout halen voor het vuur van de kachel. Dat doet hij op zijn eigen aangepaste fiets buiten. Soms laat ik hem nog wat vegen of helpt hij mee met eten koken. ‘s Avonds douche ik hem voordat hij naar bed gaat.”
Het blijkt een buitendouche. In een getimmerd hokje waar een douchekop onder een jerrycan bevestigd is. In de winter wordt Gaby binnen in een babybadje gebadderd. Een badkamer ontbreekt.
„Als ik niet thuis zou zijn, zou Gaby de hele dag alleen zijn. Dan doet hij de hele dag niets anders dan films kijken. En als vader en moeder dan thuiskomen, zijn ze te moe om iets voor hem te doen.” Gaby veegt z’n voorhoofd af, de moeheid van z’n ouders uitbeeldend. Maar ze moeten wel werken om rond te komen.
Hoe ziet ze de toekomst, met haar broertje thuis en zelf zonder werk? Maria schiet vol. „Het is moeilijk, omdat Gaby er zelf bij zit,” verontschuldigt ze zich. „Maar als er niets verandert, moeten we dit land misschien verlaten.”