In een loods waar vroeger verschillende landbouwmachines, kranen en tractoren stonden, staat het nu helemaal vol met dezelfde machines, maar dan in miniatuurversie. Gemaakt met metalen montagespeelgoed van het vooral bij ouderen bekende merk Meccano. „Ik ben gek op alles wat mechanisch is en het werken met dit materiaal verveelt nooit,” vertelt Lambert van der Veeken (70) uit het Brabantse Rosmalen, die ook met zijn bouwwerken exposeert.

Tekst: L. Dalhuisen Beeld: Gerben en Anneke vat

Een bord met een kleurrijke poster voor de ingang van het museum geeft aan dat bezoekers welkom zijn om binnen een kijkje te nemen bij de expositie. „Eén middag in de week zijn wij open voor iedereen en daarnaast kan men hier altijd op afspraak terecht.

Het is een beetje een privémuseum, waar ik probeer mijn liefde voor meccano over te brengen op anderen. Door de hier opgestelde modellen te laten zien, maar ook door het geven van rondleidingen, workshops en presentaties.”

Ontelbare uren heeft de fanatieke hobbyist in de afgelopen jaren gestoken in het bouwen van de ruim tachtig werkstukken die binnen te zien zijn. Het museum wordt veel bezocht door ouderen, maar ook door kinderen, die er een middagje komen kijken en er zelf ook mogen sleutelen. „Meccano stimuleert de fantasie van jong en oud. Het is geweldig speelgoed dat leert om inzichtelijk en logisch te denken.”

Etalage

Lambert weet nog precies wanneer en waar de liefde voor zijn hobby begon. Als jongen van acht jaar was hij met zijn moeder aan het winkelen in Den Bosch. In de etalage van een ijzerwarenwinkel aan de Verwerstraat viel zijn oog op een groot bouwwerk van meccano.

„Ik was er echt van onder de indruk en stond er met mijn neus tegen de ruit gedrukt naar te kijken. Wie wil zoiets niet hebben? Maar we gingen voor het kopen van kleren naar de stad en niet voor speelgoed.

Een half jaar later was ik jarig en op die verjaardag kreeg ik mijn eerste meccanodoos. Ik was er maar wat gelukkig mee. Prachtig toch, als je als kind verwend wordt met zo’n doos montagespeelgoed dat met schroefjes en boutjes in elkaar gezet moet worden? Het is spelen en leren tegelijk.

Samen met mijn vader bouwde ik een zaagmachine waarmee je ook papier kon zagen. Helaas zijn de eerste bouwsels niet bewaard gebleven. Ons gezin telde veertien kinderen en dus werd die eerste doos heel veel hergebruikt.

In de loop der jaren kwamen er wel verschillende nieuwe dozen met die groene en rode onderdelen bij en ik raakte er bijna aan verslaafd. Urenlang kon ik ermee bezig zijn. Het bleef leuk om zelf elke keer weer uit te vinden hoe je iets moet bouwen en hoe het moet gaan werken.”

Nooit thuis

„Toen ik in de pubertijd kwam, werd de aandacht voor meccano even wat minder, maar in mijn huwelijk heb ik de draad weer opgepakt. Mijn vrouw Paula begon daar op een bepaald moment wel moeite mee te krijgen, want ik zat altijd in de werkplaats en was nooit thuis.

Om dat op te lossen, hebben we toen dicht bij mijn vrouw en kinderen een werkplek in huis gecreëerd. Daar ben ik weer verder gaan bouwen.

Ik kan moeilijk stilzitten en ben graag aan het knutselen. Bovendien werkt dat heel ontspannend. Als ik wat in elkaar zet, ben ik in tien minuten alle stress kwijt. Heerlijk, dat gepruts met die boutjes in al die kleine gaatjes, je fantasie laten werken en vooral veel geduld hebben.

Af en toe was ik er tot diep in de nacht mee bezig. Dat moest natuurlijk niet te vaak gebeuren, want overdag moest er weer gewoon gewerkt worden in het agrarisch loonbedrijf dat ik later van mijn vader overnam.

Bijna elke machine die wij in ons bedrijf gebruikten, heb ik nagebouwd. Landbouwmachines, maar ook machines die er later bij kwamen voor composteren, recycling en afvalverwerking. Ik snap soms zelf niet dat ik er het geduld voor heb kunnen opbrengen.”

De voormalig loonwerker eist van zichzelf dat ook de details van de werktuigen kloppen met de werkelijkheid. Van geen enkel werkstuk kan Van der Veeken zeggen hoeveel uren hij eraan besteed heeft. „Ik zou het zelfs niet kunnen schatten, maar je kunt wel stellen dat van de veertig jaar die ik bezig ben met meccano, ik dertig jaar nagedacht en tien jaar gebouwd heb.”

Soms had Lambert hulp nodig van zijn vrouw. „Zij hielp mij weleens als ik ergens met mijn grote handen niet goed bij kon.”

Vooral de draaiende onderdelen aan de machines boeien de bouwer. „Dat geknutsel met tandwieltjes vind ik prachtig.”

Kinderspeelgoed

Naast het gebruik van meccano-onderdelen moest hij ook regelmatig zelf onderdelen bedenken. Materialen die niet in het uit ruim vierhonderd onderdelen bestaande pakket van Meccano zijn opgenomen.

Wijzend naar een tafel rechts van hem: „De wielen van die combine daar komen bijvoorbeeld van kapot kinderspeelgoed, maar ook onderdelen van stofzuigers, radio’s, printers of andere afgedankte apparaten kan ik soms nog goed gebruiken. Spullen die voor een ander waardeloos zijn en die ik zomaar ergens tegenkom of vind.” In de werkplaats naast de expositieruimte ligt al het materiaal keurig geordend opgeslagen in verschillende laden en dozen.

Toen het in Engeland ontstane bedrijf Meccano in 1980 failliet ging, dreigde er voor Van der Veeken even een probleem met het materiaal te ontstaan. „Toen ik hoorde van het faillissement, struinde ik zo snel mogelijk de speelgoedwinkels hier in de omgeving af en kocht alles van Meccano op wat er nog te koop was. Daardoor had ik geen enkel probleem met mijn voorraad en ook op dit moment heb ik van alles nog voldoende liggen.

Regelmatig krijg ik tweedehands ook nog hele dozen vol aangeboden. Soms zijn ze nog zo goed als nieuw, maar ik heb het eigenlijk niet meer nodig. Aan nieuwe werkstukken begin ik niet meer en voor het onderhoud heb ik nog voldoende spullen liggen.”

Dit is een fragment van een artikel dat (compleet) verschijnt in de GezinsGids van 12 januari 2023 D.V.