Kwart voor vijf ‘s ochtends. De wekker gaat. Boer Olieman komt uit de veren. Hij trekt zijn werkkleren aan, neemt een slokje water en schuift in zijn klompen. Uit de stal komt geloei. Het klinkt als muziek in de oren. Een terugkerend refrein in het leven van een kaasmaker.
Jaap en Annie Olieman maken al veertig jaar kazen. Ze zijn helemaal op elkaar ingespeeld. En dat is nodig ook. Kaasmaken is meer dan een baan, het is een leefstijl. En als je dan ook nog eens tien kinderen mag opvoeden – wat bij hen het geval is – dan moet je goed kunnen plannen.
Dat is aan de Oliemannen wel besteed. Nu alle kinderen (op de laatste na) het ouderlijk huis hebben verlaten, leeft de familie Olieman nog steeds volgens een strak dagritme. „Nee, het komt ons niet aanwaaien,” zegt boer Olieman uit Driebruggen. „We moeten er hard voor werken. Dat komt ook omdat we met niets zijn begonnen. We hebben deze boerderij in den vreemde gekocht, niet van familie overgenomen. We hadden niets, geen trekker, geen land, dat huurden we. Toen het wat beter ging, kochten we land bij, van de buren.”
Even is de boer stil en neemt een slok koffie. Dan: „Als we van de melk hadden moeten leven, hadden we het niet gered. Kaasmaken heeft ons erdoorheen geholpen.”
Lees meer over de de kaasmakerij van de familie Olieman in de GezinsGids van 31 augustus 2017.