Tekst P.J.A. van Nederpelt Beeld Henrieke van Manen
Acht maanden lang was een emmer haar beste vriend. Ook werden deze maanden gestempeld door veel medicatie tegen misselijkheid, veelvuldige opnames in het ziekenhuis vanwege uitdroging en geen tot weinig licht, geluid en geur kunnen verdragen. Ondanks dit alles zegt Margreet Modderkolk -Mulder (36) uit Ochten heel stellig: Beide kinderen zijn het dubbel en dwars waard geweest. Het was een lange, zware, soms uitzichtloze weg, maar wat hebben we er iets prachtigs voor terug gekregen!“
„Zowel bij de zwangerschap van onze dochter van 7 als bij onze zoon van 3 werd ik bij vier weken zwangerschap al misselijk en dan elke dag een beetje meer. Bij de eerste zwangerschap denk je dan nog ‘even doorbijten, dit hoort erbij en gaat wel weer over’. Maar vanaf de zesde week lag ik compleet uitgeput in het ziekenhuis. De misselijkheid komt door een bepaald zwangerschapshormoon. De meeste vrouwen hebben tussen de zesde en twaalfde week van de zwangerschap last van misselijkheid. Soms houdt het aan tot de zestiende week en dan neemt het af. Bij mij ontwikkelde dat hormoon zich extreem en explosief en nam niet af. Je probeert jezelf dan moed in te praten door te denken dat het maar 12 weken duurt. Als het dan niet zakt, denk je ‘nog een paar weken’, maar het heeft dus heel de zwangerschap aangehouden. Als je voor de tweede keer zwanger raakt, denk je dat je er enigszins op voorbereid bent maar toch overvalt het je dan weer enorm. Ook besef je dan nog meer dat je dit tot de veertigste week moet volhouden. Het is ook niet in woorden uit te leggen hoe ziek je je voelt. Er waren momenten dat ik te ziek was om te praten en alleen maar in het donker kon liggen. Op goede dagen kon ik samen met mijn dochtertje op de bank zitten en een boodschap doen bijvoorbeeld. Wat ga je zulke ‘eenvoudige’ dingen dan waarderen. Dingen die je nu weer heel normaal vindt en zelfs op kan mopperen.”
Vijftig keer
Er is een hele waslijst geprobeerd om de misselijkheid te verminderen. Margreet: „Zoals medicatie, infuus, gember, kleine slokjes water etc. maar nagenoeg niks hielp. Ook probeerde mijn omgeving me op te beuren met opmerkingen als ‘vanaf 12 weken wordt het echt minder’, helaas was dat niet zo. Af en toe, als het vocht via het infuus weer op peil was, knapte ik een beetje op en mocht ik voor een paar dagen weer naar huis. Niet veel later begonnen we weer van voor af aan en was ik non-stop misselijk en 24/7 aan het overgeven. En dat dan 30 tot 50 keer per dag. Bij de eerste zwangerschap kon ik ‘rustig’ thuis of in het ziekenhuis liggen, maar tijdens de tweede zwangerschap vond ik het heel moeilijk dat er nog een klein meisje van drie jaar rondliep dat steeds om haar mama vroeg. Sowieso was alles in de tweede zwangerschap nog heftiger. Het begon positiever omdat ik een thuisinfuus kreeg aangeboden, zodat ik niet meer telkens naar het ziekenhuis hoefde. De thuiszorg kwam dan elke dag langs voor controle. Helaas bleek na zes dagen dat er toch onvoldoende vocht binnenkwam en werd ik naar het ziekenhuis gebracht. Daar aangekomen bleek ik compleet uitgedroogd te zijn en de dag erna was ik nauwelijks nog aanspreekbaar. De gynaecoloog besloot toen op de dag dat ik twaalf weken zwanger was om met een nieuw medicijn te starten. We moesten er rekening mee houden dat dit gevolgen zou kunnen hebben voor de gezondheid van de baby, al konden ze niet exact aangeven wat dit zou zijn. Als dit medicijn binnen twaalf uur niet zou aanslaan, zou de zwangerschap beëindigd worden omdat mijn lichaam het niet langer meer aankon. Op dat moment besefte ik niet goed wat er allemaal gebeurde en kon ik alleen maar denken ‘laat het stoppen’. Achteraf moet je dat soort gedachten ook verwerken.”
Wonderen
„Juist in die tijd hebben we heel duidelijk ervaren dat er nog steeds wonderen gebeuren. Binnen een paar uur voelde ik me iets opknappen. Ik kon weer een slokje water binnen houden en het overgeven was nog maar 5 tot 10 keer per dag. De artsen waren eveneens verwonderd, zij hadden niet meer gedacht dat dit zou gebeuren. Daarna ging het een aantal weken gelukkig beter, ik kon weer fijn thuis zijn, er was af en toe zelfs een dag dat ik niet over hoefde te geven. Tot het einde van de zwangerschappen is dit gebleven, goede dagen met maar 5 keer overgeven tot dagen van 30-50 keer per dag. Wat was ik blij met iedere goede dag zodat ik ook even naar buiten kon of zelf iets voor de babyuitzet kon gaan kopen. Ik ging altijd met mijn emmertje op pad omdat ik nooit wist wanneer ik moest overgeven. Voor een ander klinkt dat misschien raar maar op een gegeven moment word je er steeds makkelijker in, anders kun je de deur niet meer uit. Ook heb ik heel wat keertjes op de vluchtstrook stil gestaan maar ook dat went.
Boterham
Bij beide zwangerschappen was de misselijkheid meteen over na de geboorte van de kinderen. Het is ook heel bijzonder dat je dan direct trek in eten hebt. Veel kraamvisite bracht wat te eten mee. Voor mij was het eten van een ‘gewone’ boterham al zo bijzonder.
Beide kinderen hebben geen enkele gezondheidsproblemen overgehouden, ook dit hadden we vooraf echt niet durven denken. Zeker als je bedenkt dat je als moeder gezond moet eten tijdens de zwangerschap, bepaalde medicijnen eigenlijk niet mag slikken, goed moet slapen, etc. Dan is het een dubbel wonder dat de kinderen zo gezond zijn. De artsen gaven ons de keus om de baby eerder te laten halen, vanaf 37 weken. Omdat een kindje eerder halen weer andere complicaties met zich meebrengt, hebben mijn man en ik daar beide keren niet voor gekozen. Psychisch denk je dan ook: ik heb het nu 37 weken volgehouden dan moeten die laatste 3 weken ook nog wel lukken. Ik hoor de meeste vrouwen zeggen dat ze tegen een bevalling opzien – en dat is te begrijpen – maar ik was beide keren dolblij als de bevalling zich aankondigde.”
Netwerk
Margreet hoopt dat door haar verhaal te vertellen andere vrouwen die aan deze ziekte leiden zich erkend en begrepen voelen. „Het is echt een ziekte, die gelukkig niet vaak voorkomt, maar wel een ziekte die heel veel impact heeft, ook op de echtgenoot, andere kinderen en de directe familie. Zo heb ik zelf een aantal weken bij mijn ouders in huis gewoond omdat ik niets om me heen kon verdragen. Veel vrouwen met deze kwaal voelen zich niet gehoord door hun omgeving. Mensen denken dan, vaak uit onkunde, dat het tussen je oren zit en geven goed bedoelde tips waar je niets mee kunt. Terwijl vrouwen die maandenlang misselijk zijn zich echt wanhopig kunnen voelen. Want naast dat je ziek en uitgeput bent, voel je je ook ellendig dat je bijvoorbeeld niet voor je gezin kunt zorgen. En ik zou tegen alle zwangere vrouwen met zwangerschapsmisselijkheid willen zeggen ‘schakel je netwerk in’. Schaam je daar niet voor. Laat mensen weten dat je hulp nodig hebt omdat je gezin maanden lang ontredderd is.” Toch was het het waard, stelt Margreet. „Je hebt geen keus en kunt halverwege niet opgeven. Mij hielp het dan om steeds te bedenken dat ik het deed voor het kindje dat ik in me voelde bewegen. Hoe ellendig je je ook voelt, als alles goed gaat, krijg je er iets heel moois en waardevols voor terug!”
Dit interview verscheen in een tweeluik, samen met nog een moeder, in de GezinsGids van 16 november 2023 jl.