De hele dag houdt hij zich beroepsmatig met pijporgels bezig. Zijn vrije tijd vult hij er eveneens voor een groot gedeelte mee. Van jongs af aan heeft hij iets met dit koninklijke instrument. ,,Het orgel is een beladen iets in onze familie,” vertelt Maarten Vos junior uit Wapenveld. ,,Mijn vader heeft veel met orgels en daar heb ik ongetwijfeld iets van mee gekregen.”
Al jarenlang staat er een pijporgel in de woonkamer van de ouderlijke woning in Gouderak. In zijn vrije tijd bouwde vader en autodidact Maarten Vos senior maar liefst drie van deze orgels. ,,Als kerkorganist is het natuurlijk geweldig om thuis ook op een pijporgel te kunnen spelen. Door het hele huis was het te horen en ik kon er intens van genieten. Als ik als kind ’s avonds naar bed ging, moest mijn vader altijd eerst een poosje op zijn orgel spelen, anders kon ik niet slapen. Toen ik iets ouder werd, nam mijn vader mij regelmatig mee naar orgelconcerten, -excursies en -reizen. Vooral de orgels in Groningen en Noord-Duitsland boeiden mij. Wat mij daarvan bijzonder fascineerde was het geluid van die oude orgels en dat je ook het ruisen van de wind in de pijpen zo goed kon waarnemen, iets wat je bij nieuwe orgels niet hoorde. Als kind trof mij dat al. Ook herinner ik mij nog goed de concerten in de Der Aakerk in Groningen met de warme, fluwelen klanken van het Schnitgerorgel. Schitterend, die muzikale diepgang die ik onder andere daar hoorde in de vertolking van muziek van Bach, Buxtehude en andere componisten uit die tijd.”
Orgelbouw
Ondanks zijn muzikale belangstelling ging Maarten niet direct met orgels aan de slag. ,,Ik groeide op in een agrarische omgeving en was altijd erg geïnteresseerd in het boerenbedrijf. Dit kwam ook door mijn vrienden, die boerenzoons waren. Tijdens de opleiding aan de land- en tuinbouwschool in Gouda kwam ik al vrij snel tot de ontdekking dat daar mijn toekomst toch niet lag. In 1988 was er een excursie naar het orgel in de Nieuwe Kerk in Haarlem. Klaas Bolt speelde er en vertelde ook van alles over het daar in 179l door Hess gebouwde orgel, waarbij deels gebruikgemaakt is van pijpwerk uit een in 1523 voor de St. Bavo in Haarlem gebouwd koororgel. Het boeide mij in hoge mate en ik raakte erover in gesprek met hem. Kennelijk voelde Bolt mij goed aan en aan het eind van het gesprek adviseerde hij mij om orgelbouwer te worden. Vanaf dat moment wist ik voor mijzelf dat ik iets met orgels wilde gaan doen. Als beroep of hobbymatig en het liefst met oude, historische orgels.” Na enige tijd als meubelmaker werkzaam geweest te zijn, kwam Maarten Vos terecht in de orgelbouw. In die periode sloot hij ook zijn opleiding als gevorderd meubelmaker af. Sinds 2003 werkt hij overdag bij Orgelmakerij Reil BV in Heerde, waar hij als allround orgelmaker en intonateur zowel met nieuwbouw als met restauratiewerkzaamheden te maken heeft. Maar ook in de vrije tijd kan hij niet stil zitten. Hij maakt graag buitenlandse reizen en tekent graag, maar nog veel meer vrije uren steekt hij in het restaureren en bouwen van orgels. ,,Ik wordt vaak geïnspireerd door mijn dagelijkse werk en vind het leuk om van mijn werk ook mijn hobby te maken.”
Meerdere orgels
Het begon met de restauratie van een orgel dat Maarten Vos als wrak ergens van een particulier kocht. Na het nodige onderzoek naar de historie van het orgel te hebben verricht, is het op precies dezelfde wijze en met dezelfde materialen weer opgebouwd en net als vroeger geworden. Drie jaar was hij met de restauratie bezig. Maarten had zelf geen ruimte voor het orgel en kreeg de tip dat het orgel zeer geschikt zou zijn voor de oud-katholieke kerk in Oudewater. Daar staat het nu en het komt er prima tot zijn recht, vooral ook omdat het dezelfde neoromaanse stijl heeft als het kerkgebouw. ,,Het is een heel bijzonder orgel met vier sprekende registers. Het is het enige kabinetorgel van orgelmaker Leichel en het is rond 1870 door hem gebouwd. De orgelkast is opnieuw in eikenimitatie geschilderd met authentieke lijnolieverf. Bij de restauratie is ook de windvoorziening gereconstrueerd. Als gevolg daarvan moet de bespeler net als vroeger met twee trappers zelf de balgen treden.” Het tweede orgel dat Maarten in de vrije tijd bouwde is een positief, een klein orgel zonder pedaal, met vijf registers. ,,Het is een compleet orgel, dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld een kistorgel het hele klankspectrum bestrijkt. Bij dit orgel liggen de balgen boven op de orgelkast en moet je met twee stokken de wind in de balgen pompen. Momenteel staat dit positief in de studio van Jaap Zwart in Hattem. Met een totaal gewicht van vijfentachtig kilo is het vrij gemakkelijk te verplaatsen. Het wordt ook regelmatig gebruikt tijdens concerten en muziekuitvoeringen.” Met de bouw van het barok ogende instrument is Vos naar schatting zo’n vijfhonderd uur bezig geweest en hij heeft er met veel plezier aan gewerkt. Dat gold ook voor het positief dat hij samen met Paul Kobalt enkele jaren geleden maakte voor het Amsterdamse Barokensemble ‘De Swaen’. Dit ensemble maakt bij zijn concerten gebruik van zo getrouw mogelijke kopieën van oude instrumenten. ,,Het nieuwe positief is gebouwd in een stijl zoals die omstreeks 1650-1730 in Midden-Duitsland gehanteerd is. Het instrument heeft twee met de hand te bedienen balgen en om het gemakkelijker te kunnen vervoeren, hebben wij het in twee delen gemaakt: de onderkast met balgen en de bovenkast met lade en pijpwerk.” Bij het binnenkomen van de woonkamer in het appartementengebouw in het centrum van Wapenveld, valt het oog eveneens op een fraai stuk ambachtswerk. ,,Het is een uit Amsterdam afkomstig secretaireorgel uit 1816, waarvan het binnenwerk nog helemaal origineel is. De kast is zo veel mogelijk in originele staat teruggebracht. ” In de berging van het appartementengebouw heeft Vos zijn werkruimte, waar een nieuwe orgelkast opgesteld staat. ,,Hierin komt straks een binnenwerk met veel houten pijpen en een notenhouten ranket, een regaal. Een zeventiende-eeuws tongwerktype met een klank die vergelijkbaar is met een fagot.’’
Meer over pijporgels leest u in de GezinsGids van 2 mei.