Tekst C.A. Schipaanboord-de Vos Beeld Rosalie Kolk-Hattem

Hun zoons vlogen uit. „Door de eerste lockdown gebeurde dit opeens sneller dan verwacht,” vertelt Marja Dek (59). „Inmiddels is er een stuk gewenning gekomen, maar in het weekend denk ik vaak: ik mis jullie zo!” Haar vriendin Caroline van Kleef (57) kan erover meepraten. „Het is veel stiller in huis. Ik mis de grappen en de grollen!” zegt ze. „Maar als ik zie hoe mooi onze jongens zich ontwikkelen, is de dankbaarheid groter dan het gemis.”

Ze hebben allebei een jongensgezin. „Als jongensmoeder ben je altijd de enige dame in het gezin,” glimlacht Marja. Caroline: „Tot de schoondochters in beeld kwamen. Dan zijn er opeens vrouwen over de vloer.” Marja, instemmend: „Heerlijk!” Inmiddels is het stil aan het worden in huis. Bij beiden is de oudste getrouwd, de anderen wonen op zichzelf. Caroline: „De jongste slaapt vaak van vrijdag op zaterdag nog thuis, omdat hij hier een baantje heeft.” Lachend: „Op zaterdag gaat hij dan weer terug naar Rotterdam. Hier is het veel te stil.” Marja: „Doordat alle jongens op zichzelf wonen, zoeken Caroline en ik elkaar steeds meer op. Het is veel stiller thuis en dan is het fijn om iemand te hebben met wie je goed kunt praten. We zitten in hetzelfde proces.”

Abrupt
Voor Marja kwam het ‘lege nest’ vrij abrupt. „Onze jongste kwam in het weekend vaak nog naar huis. Tot de lockdown in het voorjaar van 2020. Hij wilde toen niet thuiskomen, omdat hij bang was dat hij
ons zou besmetten. Het was natuurlijk heel goed dat hij zijn verantwoordelijkheid nam. Toch vond ik
het triest: je was al een beetje verdrietig en onzeker over wat er allemaal zou gaan gebeuren en toen zag
ik m’n zoon opeens ook niet meer.” De lockdown zorgde voor een omslag in beide gezinnen. Marja: „Er ontstond een ander ritme, waarbij onze zoon in het weekend niet meer thuiskwam. Bovendien sloot hij in die tijd zijn studie af en vond hij een baan. Hij werd dus helemaal zelfstandig. Opvoeden doe je tot zelfstandigheid en dat punt was bereikt. Ik had opeens geen thuiswonende kinderen meer. Dat doet wel wat met je als moeder. Als mijn man René en ik nu in het weekend met z’n tweeën zijn, besef ik dat er een periode, een gouden tijd van ons gezinsleven, afgesloten is.” Caroline: „Ja, ook met de feestdagen, zoals Kerst en oud en nieuw. Dan zit je opeens met z’n tweeën. Het voelt soms als afscheid nemen. Het was een heerlijke tijd. De babytijd, het knuffelen met de kinderen, spelletjes doen, verjaardagsfeestjes.”
Marja vult aan: „En als ze groter waren de zaterdagavonden waarop er vrienden in huis kwamen en je iets lekkers regelde bij de koffie.” Caroline: „Dat is echt afgesloten. Natuurlijk had die tijd niet alleen mooie kanten. Soms had ik het ook best taai en waren er zorgen.” Marja herkent dat. „Ik vond het bijvoorbeeld
best pittig toen ze beiden in de puberteit zaten.” Caroline: „Maar de dankbaarheid overheerst. God
gaf kracht. We hoefden het niet alleen te doen.”

Rolkoffer

Het is nu heel anders dan toen de jongens nog elk weekend thuiskwamen, vinden de moeders. Caroline: „Als ik hun lege bedden zag, telde ik de nachtjes af dat ze er weer zouden zijn.” Marja: „Herkenbaar! Onze oudste had een grote rolkoffer, die je van ver kon horen aankomen. Als ik dat geluid hoorde, spitste ik m’n oren.” Caroline: „Ik zorgde dat er van alles voor ze in huis was. We keken er echt naar uit. Met tafeldekken was het opletten. De ene keer een bord meer, dan weer een bord minder. Nu zitten
we met z’n tweetjes aan tafel. Het is veel stiller. Ik mis de grappen en grollen.” Marja: „Ik mis hun vrolijke aanwezigheid. Als onze jongste thuis was, was er muziek in huis. Daar genoot ik van.”
Caroline: „Het is heel stil.”
Marja, lachend: „Stabiel stil.”
Caroline: „Het leven is nu veel meer voorspelbaar.”

Stevig discussiëren

De gesprekken zijn anders geworden. Marja: „Ze zakken nog heerlijk op de bank, maar het voelt iets meer als visite.” Caroline: „Als je elkaar dagelijks spreekt, komt er van alles aan de orde. Mijn man Dik kon stevig met de jongens discussiëren.” Marja: „Je bent minder van elkaar op de hoogte. Je moet nu eerst zoeken naar afstemming. Wat beweegt hen momenteel? Ze leven in hun eigen wereld. Daarnaast wil je als moeder graag zorgen en verzorgen, iets met je handen doen. Daarin moet je een stapje terug doen. Je kunt niet meer voor iets lekkers zorgen of hun was doen. Je moet op afstand gaan zorgen.”
Caroline herkent dat. „Tegelijkertijd gun je ze hun vrijheid. Je krijgt kinderen van God, ze zijn niet je
eigendom. Als je dan mag zien dat ze zich zo mooi ontwikkelen, dan hoort loslaten erbij. Als je de
Bijbel bij hen op tafel ziet liggen en je weet dat ze geen gekke dingen doen, dan laat je ze makkelijker
los. De dankbaarheid is dan groter dan het gemis. Dankbaarheid, omdat je in al die jaren kracht, liefde en geduld kreeg om de jongens op te voeden. Het is ook mooi om te zien dat ze aangereikte waarden meenemen of invullen op een mooie manier. Terwijl ik dit zeg, denk ik aan ouders bij wie het anders is. Niet elk kind kan zelfstandig gaan wonen. Of een kind kiest een heel andere richting. Dat lijkt me erg lastig.” Marja knikt. „Zeker! Het zelfstandig worden van onze kinderen ging min of meer vanzelf. Maar dat is zeker geen verdienste van ons.”

Het complete interview met Marja en Caroline verschijnt in de GezinsGids van 2 juni 2022 D.V.