Als moeder geen betaalde baan nemen, maar bij de kinderen blijven. Het is geen populaire keuze, en de overheid ziet er ook weinig in. Toch zijn er genoeg redenen om het wel te doen. Die vind je bijvoorbeeld in de wetenschappelijke hoek.

Onderzoeken maken steeds weer duidelijk: de veilige bedding van het gezin is de beste groeiplaats voor kinderen. We geloven dat God gewild heeft dat de mensheid zich zou ontwikkelen in gezinsverband. Dat zie je terug in de natuur. Het wordt uit onderzoek steeds duidelijker hoe het lichaam van moeder en kind op elkaar afgestemd zijn: hoe de zorg van moeder een groeireactie bij het kind geeft.

1. Stress remt de hersengroei

Vorig jaar zijn interessante resultaten gepubliceerd van een wetenschappelijk onderzoek onder leiding van Joan Luby van de Universiteit van Washington. Kinderen die bij een toegewijde moeder thuis opgroeien voordat ze naar school gaan, hebben een beter hersenfundament. In de eerste levensjaren wordt dat zogenoemde ‘hersenfundament’ gelegd. Als dat sterk is, verloopt de verdere ontwikkeling van een kind meestal soepel. Het is de basis voor goed kunnen leren, concentratie, omgaan met emoties en sociale vaardigheden. Hoe wordt dat hersenfundament gelegd? Door lichamelijk en emotioneel goed voor de baby te zorgen: door te voeden, verschonen, knuffelen, praten en troosten. Rust en een voorspelbare omgeving zijn daarin belangrijk. Onrust en onvoorspelbaarheid geven een baby stress en dat remt de hersengroei. Een goede hechting van moeder en kind is dus van cruciaal belang voor de hersenontwikkeling.

2. Meer stress op de crѐche

In 2010 is er vanuit de Radboud Universiteit van Nijmegen onderzoek gedaan naar stress bij baby’s thuis en in de kinderopvang. De hoeveelheid stress werd gemeten door de hoeveelheid cortisol in het speeksel te peilen. Uit het onderzoek bleek duidelijk dat de hoeveelheid stress in de kinderopvang groter was dan thuis. En dat heeft gevolgen. Ontwikkelingspsycholoog Megan Gunnar: ‘Hoge cortisolwaarden op de crѐche worden in verband gebracht met angstig en extreem waakzaam gedrag bij meisjes en met agressie en boosheid bij jongens’.

Meer lezen over dit onderwerp kan in de GezinsGids van 5 januari 2017.