Als mond-, kaak- en aangezichtschirurg voert prof. dr. Stefaan Bergé schisis-operaties uit. Als hobbyist bouwt hij klavecimbels voor zijn kinderen. „In zowel mijn hobby als mijn werk kan ik mijn creativiteit kwijt.” Een gesprek over de sterke verbinding tussen muziek en geneeskunde. 

Als je bij het huis van chirurg prof. dr. Stefaan Bergé in Krefeld aankomt, waan je je helemaal niet in een grote Duitse stad. Eerder in een pittoreske boerenomgeving. 

Bij een voormalige boerderij met een prachtige, rijk begroeide gevel aan de rand van het Stadswald – stadsbos – in Krefeld zwaait de deur open. Bergé doet open, met een brede lach. Zijn vriendelijke, bescheiden voorkomen strookt totaal niet met het macho-achtige beeld dat veel mensen van chirurgen hebben. 

Hij gaat voor naar een ander gebouwtje op het terrein. Als je binnenstapt, sta je oog in oog met de grote hobby van de chirurg: een ruimte vol met klavecimbels, een elektronische piano en een bibliotheek afgeladen met muziekpartituren en muziekliteratuur ontsluit zich. 

Een professioneel musicus zou dit onderkomen niet misstaan. En al wil Bergé zich niet meten met vakmusici, als amateurmusicus heeft hij wel een heel hoog niveau bereikt. Als vijfjarige begon hij al met pianospelen. Later stapte hij over op klavecimbel. „Maar tussen mijn achttiende en mijn dertigste kwam er de klad in. De studie vereiste alle aandacht.” 

Hoog niveau

Zijn kinderen hebben zijn muzikaliteit geërfd. Bergé – die werkt als mond-, kaak- en aangezichtschirurg in het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen – toont enkele filmpjes. 

Op het eerste speelt hij samen met zijn zes kinderen in de Philharmonie van Haarlem. Op het andere filmpje is te zien hoe zijn kinderen een strijk-sextet uitvoeren. Prachtig. „Mijn zes kinderen – een meisje en vijf jongens – musiceren op erg hoog niveau. Twee van hen spelen cello, vier viool. Samen met mijn vrouw – die ook op hoog niveau musiceert – vormen we zo een heus orkestje.” 

Zijn gemoedelijke Vlaamse accent verraadt zijn afkomst: Antwerpen. Hij groeide op in een rooms-katholiek milieu. „Onvermijdelijk als je uit België komt,” grapt hij. „Maar nu ga ik niet meer naar de kerk.”

“Ik volgde lessen bij Herman Stinders en Luc van Varenberg, leerlingen van de beroemde Belgische klavecinist Jos van Immerseel”

prof. dr. Stefaan Bergé

Zijn vader – ook muzikaal – was leider van het plaatselijke kerkkoor. Aan hem heeft hij zijn liefde voor het klavecimbel te danken. „Hij schafte er één aan. Ik was meteen verkocht. Ik zat in die tijd nog op pianoles, maar wilde nog maar één ding: op klavecimbelles. Mijn vader zei: ‘Ga je dan maar afmelden bij je pianodocent’.” Lachend: „Dat vond ik bar moeilijk, maar het moest. Ik volgde lessen bij Herman Stinders en Luc van Varenberg, leerlingen van de beroemde Belgische klavecinist Jos van Immerseel.” 

Bergés werk en hobby hebben veel raakvlakken, zegt hij. Het gesprek beweegt zich dan ook voortdurend tussen geneeskunde en muziek. „De oude Grieken hadden al één en dezelfde god voor zowel geneeskunde als muziek. En uit onderzoek blijkt dat bij mensen die opereren of zorg verlenen dezelfde hersengebieden actief zijn als bij mensen die muziek maken. Zestig procent van de artsen bespeelt naar verluidt een muziekinstrument.”

Lees het gehele interview in de GezinsGids van 23 april 2020.