Tekst P.J.A. van Nederpelt beeld Hanno de Vries

Aart (37) en Petra (35) van Rijswijk uit Vlist zijn net terug van een fietsvakantie van Garmisch-Partenkirchen naar Venetië. Ooit begonnen ze hun huwelijk met een fietsvakantie. Vijftien jaar later fietsten ze dezelfde route, deze keer met hun vijf kinderen. „Onderweg beleef je altijd avonturen. En ook al is het inspannend, we komen altijd uitgerust thuis!”

De liefde voor het fietsen is al lang geleden bij Aart en Petra van Rijswijk ontstaan. Aart: „Mijn vader kwam op een gegeven moment met het plan om als gezin een fietsvakantie te houden. Mijn moeder vond dat wel een leuk idee, maar dacht toen nog dat ze gewoon op haar eigen fietsje naar oma in Veenendaal ging fietsen. Dat liep toch iets anders: mijn vader wilde het graag gelijk groot aanpakken en had hele plannen om naar Rome te gaan fietsen.

Na heel wat heen en weer gepraat zijn we uiteindelijk als gezin, mijn ouders, mijn broer en ik, op tweedehands toerfietsen richting Florence gefietst. Die toerfietsen heb je wel echt nodig, want met een normale fiets kun je niet in de Alpen fietsen. De remmen zijn daar niet op gemaakt en die zouden bij een sterke afdaling te heet worden en hun werk niet meer doen. Ook heb je versnellingen nodig om een stevige helling te nemen.”

Toen de liefde in het leven van Aart kwam, bleek die ook niet vies van fietsen te zijn. Petra lacht: „Tijdens het voorgezet onderwijs fietste ik al elke dag van Groot-Ammers naar Gouda, negentien kilometer heen en weer negentien kilometer terug. Iedereen deed dat toen, weer of geen weer.

Toen ik later naar het Hoornbeeck College in Rotterdam ging, moest ik wel met de bus. Ik werd alleen heel erg misselijk van al dat geslinger over de dijk. Ik bedacht toen dat ik wel kon gaan fietsen in de zomermaanden, dat zou mijn ouders ook nog eens een hoop geld schelen.

Iedere dag fietste ik toen in totaal zestig kilometer op een gewone, krakkemikkige fiets. Ik genoot ervan, vooral als ik van die smalle weggetjes tussen de weilanden door nam. Soms lukte het ook om een vriendin te strikken die dan vanaf Streefkerk meefietste.”

Huwelijksreis

„Bij het plannen maken rond onze huwelijksdag bedachten we dat we wel van Bazel naar Venetië konden fietsen,” vertelt Aart lachend. „We hebben toen de route van Benjaminse gefietst. Echt een prachtige route over landweggetjes en fietspaden.”

„En,” zo vult zijn vrouw aan, „Aart heeft voor deze tocht mijn fiets gebouwd. Er hing een frame bij de fietsenmaker dat hij niet verkocht kreeg en precies mijn maat was. Aart heeft daar een prachtige fiets van gemaakt, die ik nog steeds gebruik. Alleen fietsen we nu met vijf kinderen erbij.

We hebben niet tijdens heel ons huwelijk gefietst. Toen we ons vierde kindje verwachtten, was ik precies voor de zomervakantie uitgerekend. Je gaat niet met een kind van twee weken op de fiets zitten.

Aart liep toen samen met een vriend tegen een motorjachtje aan, dat ze samen hebben gekocht en opgeknapt. Ook met dat jachtje hebben we heel wat avonturen beleefd, van de Waddeneilanden tot België toe.

Maar met vijf kinderen werd het aan boord wel erg druk. Je zit dan dicht op elkaar en vaart ook lange einden zonder dat er iets te beleven is.

Vorig jaar vroegen de kinderen zelf wanneer we weer op fietsvakantie gingen. Aart heeft ze toen laten kiezen: langs de Maas fietsen of naar Bazel. En dat laatste hebben we vorig jaar zomervakantie gedaan.

Belangrijk bij een eindbestemming die we kiezen is dat de kinderen iets hebben om zich op te verheugen. Zo wisten ze dat de stad Bazel 150 fonteinen heeft, waarvan je in een groot aantal mag zwemmen. Daar hebben ze heel de fietstocht naar uitgekeken.”

„Ja, en toen we naar Berlijn fietsten, keken ze uit naar de dierentuin,” herinnert Aart zich nog. „Omdat daar een veelvraat zat. We hebben dat hele beest niet gezien, maar die gedachte heeft ze duizend kilometer lang energie gegeven.”

Kilometers

Hoeveel kilometer het gezin per dag fietst verschilt per keer.  Aart: „Dat kan veertig kilometer zijn, maar ook tachtig of negentig. Afhankelijk van hoe we ons voelen, maar ook waar we ongeveer onze slaapplek in gedachten hebben.

Die slaapplek boeken we overigens nooit van tevoren. Eigenlijk vinden we altijd wel een plekje op een camping of bij vreemden op het erf. Zo belden we in Duitsland eens aan bij mensen of er ergens een camping in de buurt was. Toen mochten we op hun weiland staan. Deze mensen boden ook een ontbijt aan en we mochten een was draaien. Heel vriendelijk.

Als er fietsers langs ons huis komen, bieden we ook altijd aan dat ze hun tentje bij ons op het erf mogen opzetten. Het fietsen verbindt mensen.

Qua kilometers zijn onze kinderen zelf lekker fanatiek. Onze oudste dochter Hannah was echt nijdig van de zomer, toen we door de enorme hitte een traject door uitgestrekte korenvelden met de trein hebben gedaan. Ze was het daar niet mee eens.

En de een-na-jongste, Jiska van vijf, fietst al dapper mee op haar eigen fietsje. Vorig jaar zomer kon ze tien kilometer volhouden; afgelopen meivakantie fietste ze zo veertig tot vijftig kilometer mee. Als ze moe wordt, kunnen we haar met een stang aan een andere fiets koppelen en hoeft ze niet op eigen kracht te fietsen.

We doen niet aan van tevoren oefenen. Wel fietsen de kinderen gewoon elke dag naar school vanaf dat ze vier jaar zijn.”

TicTak

Op de vraag of ze er onderweg nooit eens doorheen zitten, moeten Aart en Petra lachen. „Nee, oprecht niet. Natuurlijk vallen er weleens dingen onderweg tegen. Zo belandde één van ons afgelopen zomervakantie vijf kilometer voor Bazel bij een arts vanwege een diepe sneewond. Maar eigenlijk blijven we altijd positief en steunen we elkaar.

We betrekken de kinderen er ook helemaal bij door de route met hen te bespreken. Onderweg hebben ze allemaal een fietscomputertje, zodat ze kunnen zien hoe hard ze rijden en hoeveel kilometer we hebben afgelegd.

Ook hebben ze allemaal, dat is inmiddels een traditie, in hun fietstasje aan het stuur een doosje TicTac-snoepjes. Zodra we onderweg een Nederlander zien, roepen we allemaal TicTac en mogen de kinderen een snoepje nemen. De jongste roept soms: ‘Ik denk dat we een Nederlander zagen’ als ze trek heeft.”

Vader Aart is van de planning. „Een aantal maanden van tevoren kruip ik achter de laptop en zoek ik een mooie route uit, bijvoorbeeld op de website www.europafietsers.nl. Omdat we nu met kinderen fietsen, probeer ik zo veel mogelijk een autoluwe route uit te zoeken en bekijk ik of er mogelijk geschikte campings langs de route zitten.

Als ik een goed plan bedacht heb, bespreek ik het met Petra. Als zij dan ook haar ideetjes erbij heeft kunnen delen, hakken we uiteindelijk een knoop door.”

„Vlak voordat we weggaan, pakken we in,” legt Petra uit. „Er kan weinig mee, dus we moeten heel bewust keuzes maken. Wijzelf en de twee oudste meiden hebben naast zijtassen ook tassen aan ons voorwiel. Op iedere tas schrijf ik met stift wat erin moet, bijvoorbeeld ‘slaapzak en kleding Joachim’. De kinderen weten dan precies wat ze in welke tas moeten stoppen.

Als ze extra spulletjes voor zichzelf mee willen nemen, bijvoorbeeld hun tekenspullen, dan moet dat ergens op hun eigen fiets in de bagage erbij, want elke extra kilo voel je bij het fietsen.

Ook hebben we een aparte tas voor de keukenspullen, zodat we die altijd in één keer kunnen pakken. En natuurlijk gaan er twee tenten mee.

We doen niet aan kussens. Je vouwt gewoon je vest op als hoofdkussen. Je bent zo moe dat je toch wel in slaap valt.

Boodschappen doen we zo veel mogelijk ter plaatste. Dat is ook het heerlijke van een fietsvakantie. Je plant echt per dag en hoeft je nauwelijks om het huishouden te bekommeren.

We hebben twee pannen bij ons, een gewone pan en een koekenpan, daar redden we ons prima mee. Vaak eten we pasta onderweg. En voor nood heb ik altijd een pak spaghetti bij me, een blik bonen en gepelde tomaten. We hebben het bijvoorbeeld weleens meegemaakt dat de winkels dichtwaren door een landelijke feestdag en dan ben je blij als je wat bij je hebt.

Spullen als zonnebrand nemen we in kleine tubetjes mee. Samengevat gaan we zo minimalistisch mogelijk op reis.”

Het complete artikel verschijnt in het ZomerNummer van de GezinsGids van 6 juli 2023