De meeste reformatorische christenen wonen op de Biblebelt. Knus bij elkaar gekropen, in een hechte gemeenschap van ‘ons soort mensen’. Plaatsen als Veenendaal, Rijssen en Barneveld groeien, terwijl gemeenten in eenzame streken krimpen. Ds. P. Vernooij en dr. W. van Vlastuin woonden tijdens hun ambtelijk loopbaan zowel binnen als buiten de Biblebelt.
Vernooij: „Sommigen zeiden tegen mij toen ik het beroep naar Groningen aannam: ‘Je gaat je begraven in Oude Pekela. Je krijgt een etiket en komt er nooit meer weg’.”
„Ik had Oude Pekela niet in mijn achterhoofd zitten,” vertelt ds. P. Vernooij, terwijl hij terugdenkt aan de periode dat hij beroepbaar werd gesteld. „Het beroep uit Oude Pekela bracht in ons leven een schok teweeg. Zoals Filippus naar Gaza moest om de Moorman te ontmoeten, zo werd ik naar Groningen geleid. We vonden het spannend om ons gezin mee te nemen naar het noorden. Oude Pekela is een gemeente van rond de honderd kerkgangers, met niet zo veel jeugd. Het is een onkerkelijke en antikerkelijke omgeving. Het leerde ons om inhoudelijk met de kinderen door te spreken over wat ons beweegt. Bijvoorbeeld ook over uiterlijke dingen, zoals kleding. Maar vooral over het leven als christen, in de praktijk van elke dag. Als er in een latere gemeente discussie ontstond over randzaken, dan zeiden de kinderen geregeld: ‘Waar maken ze zich druk om, ze moeten eens een poosje in Groningen gaan wonen’.”
„Des te luxer de omstandigheden, des te meer wordt er gekibbeld over kleinigheden,” stelt dominee Vernooij. Volgens hem onderschatten we de luxe positie van de Biblebelt. „Dit leer je af wanneer je ziet wat een kleine gemeente er voor over heeft om een predikantsplaats in stand te houden. In Oude Pekela waren er mensen die hun vakantiegeld bestemden voor de kerkelijke bijdrage.” Ook voor het gezin had de gang naar Groningen financiële consequenties. „In die tijd waren er vier salarisklassen binnen de Nederlandse Hervormde kerk. Wij zaten in een klasse vier gemeente, de laagste. Van mijn voormalige leraarssalaris leverde ik een fors deel in. Met een opgroeiend gezin en grote reisafstanden richting school, bracht dit een bepaalde zwaarte met zich mee.”
Dit artikel gaat verder in de GezinsGids van 17 juli