Menno de Bruyne is voorlichter bij de SGP Tweede Kamerfractie. Op deze plek geeft hij een kijkje achter de schermen van het hof en het Binnenhof
Koningin Beatrix is wel eens oneerbiedig een handtekeningenmachine genoemd. Nou, daar klopt niks van. Sterker nog: onze vorstin tekent dagelijks tientallen wetten en wetsvoorstellen, maar dat doet ze allemaal eigenhandig. Daar komt geen machine aan te pas, laat staan dat Hare Majesteit het zelf is. Het is zelfs nóg sterker! Voordat een wet in het Staatsblad komt, zet Hare Majesteit maar liefst vier keer haar paraaf!
Haar eerste paraaf zet koningin Beatrix als de minister uit wiens koker de wet komt zijn bedenksel voor ad-vies aanhangig maakt bij de Raad van State. Dat gebeurt via het Kabinet der Koningin, dat fungeert als pijplijn tussen de koningin en de ministers. In dat stadium is er nog geen sprake van een wet, maar van een wetsvoorstel.
De tweede keer dat de koningin om de hoek komt kijken, is als het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer. Dat gebeurt in de vorm van een zogenaamde ‘Koninklijke Boodschap’. Een Koninklijke Boodschap is dus niet een tas vol etenswaren die op Huis ten Bosch wordt afgeleverd door één van de Haagse buurtsupers, maar een brief, die standaard eindigt met de vaste formule: ‘En hier-mede beve-len Wij U in Godes heili-ge be-scherming.’ Was gete-kend: ‘Beatrix’.
Neemt de Tweede Kamer het wetsvoorstel aan, dan moet dat voorstel vervolgens naar de Eerste Kamer. Als óók de Senaat in meerderheid ‘ja’
heeft gezegd, doopt koningin Beatrix haar sier-lijke vul-pen zelfs twee keer in de blauwe inkt: één keer om de wet te bekrachtigen (zodat het voorstel echt wet wordt), en één keer om de wet uit te vaardi-gen (zodat iedereen er ken-nis van kan nemen). In totaal heeft het Nederlandse staatshoofd een aangenomen wet dus vier keer onder ogen gehad.
En wat nu als de koningin een spoedeisende wet moet tekenen en ze is er niet? Op vakantie of op staatsbezoek in Australië of zo? Staat het raderwerk van het schip van staat dan stil?
Dat is al een keertje voorgekomen. Onder koning Willem III. De vorst lag toen zwaar ziek te bed op paleis Het Loo – ver van Den Haag. Voor zulke calamiteiten kan er tijdelijk een regent optreden, maar het toenmalige kabinet voelde daar niks voor. Premier baron Mackay acht-te het zelfs wense-lijk dat ‘Zijne Majesteit zoo lang moge-lijk (…) voort- gaat met Hoogst Dezelver hand-teke-ning, al moge die hand-tekening helaas ook nog zoo gebrek-kig gesteld wezen.’ De te signeren staatsstukken stapelden zich echter zó hoog op, dat zijn vrouw Emma uiteindelijk regentes werd.
Ons staatsrecht is op alles voorbereid, ook op een afwe-zige ko- ningin. Is ze buitenslands, dan is het gebruikelijk om tijdig contact op te ne-men met het Kabinet der Koningin. In ‘bijzon-dere spoedge-val- len’ stuurt men dan een vliegtuig met de te teke-nen wetten achter de vor-stin aan. Het schip van staat ligt in principe dus nooit stil, al moet er wel eens een vliegtuig aan te pas komen…